ZICHT

A. O. Balko e.a., ZICHT, Balans van tien jaren C.S.F.B., 62 blz., uitgave van de Civitas Studiosorum in Fundamento Reformato, gratis bij de ab-actis mej. H. Talsma, Witte de Withlaan 24, Oegstgeest.

Deze brochure geeft een overzicht van vpat de C.S.F.R. is, wil, deed en doet, naar aanleiding van het tweede lustrum van deze studievereniging op gereformeerde grondslag, welk lustrum op 15 en 16 december j.l. werd gevierd.

Het overzicht ia in cyclische vorm geschreven door enkele oud-leden en richt zich tot belangstellenden in en ook buiten de studentenwereld. Een bespreking in dit tijdschrift heeft dus alle zin, te meer omdat het de belangstelling ten volle waard is.

Na een Ten geleide van de huidige C.S.F.R.-praeses C. v. d. Merwe schrijven achtereenvolgens de heren A. G. Balke: Overzicht, schynwerper langs tien jaren C.S.F.B., ir. R. Plomp, Toezicht, verantwoording van een bestaan, drs. G. van Leyenhorst: Ivizicht, wat heeft de C.S.F.B. ons gegeven? , J. A. B. Jongcneel: Bondzicht, een confrontatie met anderen, en tenslotte weer de praeses: Uitzicht, de C.S.F.B. op weg naar de toe-Tcomst.

Het gaat hier om een studentenvereniging met een zeer bepaalde kerkelijke en sociale karakteristiek: kerkelijk in hoofdzaak afkomstig uit de Nederlandse Hervormde kerk en de Gereformeerde Gemeenten, sociaal doorgaans betrekkelijk abrupt overgesprongen op het academische niveau. De brochure geeft een beeld van de worsteling om daarin de juiste vorm en houding te vinden of te bewaren.

Ir. Plomp geeft in z^jn bijdrage verdienstelijk aan, wat daarbij de moeilijkheden zijn. Enerzijds is er de binding aan „thuis", met zijn sterke nadruk op de persoonlijke verhouding tot God en een afkeer van „de wereld", anderzgds de academische studie, die juist die wereld ontsluit. Bij het zoeken naar een verbinding tussen beide kon men elkaar in verenigingsverband van dienst zyn.

Drs. van Leyenhorst beschrijft het daarbq verworven inzicht. Men slaat door de academische studie zijn vleugels wijder uit. Eenzijdige aandacht voor God-en-deziel schiet hier te kort. De horizontale verbanden verschijnen ook sub specie aeternitatis en moeten dienovereenkomstig worden gewaardeerd.

Meerdere gevaren dreigen hier. Door het verkrijgen van dit inzicht kan men zich ten opzichte van „thuis", als dat in deze dingen wèl geborneerd is, überlegen gaan voelen, zó, dat men van daar geen kritische opmerkingen meer accepteert; terwijl men begrip moet hebben voor het voor de hand liggende van die opmerkingen, gemaakt als zij vaak worden met het gezicht - hoe gebrekkig ook - op de overaccentuering van het Diesseitige die men buiten de gereformeerde gezindte vaak aantreft. Zelfs kan men zó bezeten geraken van het anders-dan-vroeger, dat men werkelijk essentiële noties dreigt te verliezen.

Dat wil drs. Van Leyenhorst, mede sprekend namens de C.S.F.R., bepaald niet. Én breedte, èn diepte; zowel de verticale als de horizontale lijn. Men moet dit van harte met hem eens zijn: het laat zich zo ook in de Schrift vinden. De vraag kan gesteld, of hier niet een derde gevaar opdoet, waar in het uitstekende betoog van de heer Van Leyenhorst de sleutelzin toe gegeven wordt: „Velen zijn er beducht voor, dat het bij ons aan diepte is gaan ontbreken omdat voor hen breedte en diepte elkaar uitsluitende begrippen zijn." Het gevaar is dus, dat bij een zich distantiëren van de uitsluitend-intTOverte geloofsbeleving het vertrouwen van de achterban niet behouden wordt. En dat is een gevaar, omdat zeker hier geldt: de hele lading moet mee! Niet alleen de (a.s.) academici,

maar ook het milieu waaruit zij voortkomen. Zonder dat valt het in zekere zin beste deel van ons volk in sociale lagen uit elkaar en kan - menselijkerwijs gesproken - de Reformatie zijn greep op het volk niet herkrijgen.

Het lijkt van belang, dat deze over het geheel uit de aard der zaak jonge mensen de bereidheid opbrengen, om met en naar waarheid eindeloos geduld hun - ons - milieu te overtuigen van hun uitdrukkelijk verlangen om van de diepgang-vanoudsher niets prijs te geven, èn van hun eigen goede bedoelingen. De wijze evenwichtigheid van het betoog van drs. Van Leyenhorst op dit punt heeft m^j getroffen.

Ook in het opstel van de heer Van de Merwe zijn beide lijnen goed te herkennen. Hij geeft een doordachte prognosepoging, en ontwijkt tijdig het gevaar van een ongezond activisme te poneren. Deze beschouwing ia eveneens zeer lezenswaardig. Bij dit oordeel worden trouwens de andere bijdragen, door hun scope van iets ander karakter, volgaarne ingesloten. Een belangrijke brochure, goed en duidelijk gesteld, die in handen van vele predikanten moet komen. Zij moeten mee gaan denken, met hun rijpheid steun geven aan deze mensen die dat blijkens de geboden uiteenzetting alleszins verdienen en ook zullen waarderen, en last but not least hun gemeenten in dezen wat gaan toebereiden, zodat geen kloven gaan dreigen waar die niet behoren.

Ah.

Sm.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen