Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LEHRBUCH DER DOGMENGESCHICHTE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LEHRBUCH DER DOGMENGESCHICHTE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alfred Adam, LEHRBUCH DER DOGMENGESCHICHTE, Band I: Die Zeit der Alten Kirche, 408 S., DM 34, - (in Subsk. DM 28, - ), Gütersloher Verlagshaus Gerd Mohn, Gütersloh, 1965.

Een nieuwe domengeschiedenis. Stof te over om aan het denken te komen. Waarom komen er uit Duitsland en Frankrijk meer of minder monumentale dogmengesehiedenissen en waarom b.v. uit Engeland en ook uit Nederland tot dusver niet? Leven wij nog al te veel, zoals onze vereerde voorvaderen de Geuzen, vooral van kaapvaart? We kunnen nog net zeggen, dat eind 18e eeuw A. Ypey b^j ons een begin in de goede richting maakte (Geschiedenis der systematische godgeleerdheid), maar zijn we daar ver bovenuit gekomen? Wanneer we dit deel van Adam, waarop nog twee delen zullen volgen, leggen b.v. naast dat erg kleine boekje van Wiegand, begrijpen we dat met dat zo beknopte werkje weinig ig aan te vangen. Leggen we dit eerste deel naast Seebergs delen I en II, dan treft ons de concentratie, die hier wordt nagestreefd. Wat Seeberg in ongeveer 1300 blz. behandelt, weet Adam in ongeveer 1/3 daarvan althans te omlijnen. Het doet weldadig aan, dat hij zegt, Seeberg niet overbodig te willen maken, omdat het „erschöpfender" is: we zullen er geen kwaad van denken als menig man, vooral uit do praktijk, die in Adam b.v. over Origenes informatie gevonden heeft, niet te gretig naar Seeberg zal grijpen.

Een beknopte inleiding informeert over de ontwikkeling van het „vak". Als dit boek inderdaad een studentenboek is, zou het goed geweest zijn nog duidel^ker te definiëren, wat onder dogma is te verstaan. Nu wekt de auteur de indruk te menen, dat de gebruiker van zijn boek dat wel van elders weet. De vooronderstellingen van het dogma over een brede linie worden uiteengezet: het late Jodendom, vooral het Nieuwe Testament, hebreeuwse, griekse, latijnse en aramese wortels. Harnacks bekende these over het dogma wordt niet beaamd.

De grote hoofddelen volgen dan: hoe het trinitarische en het christologische dogma ontstonden. Die twee worden op traditionele wijze na elkaar genoemd. Dat kan kritiek oproepen, maar het feit, dat toch ook Adam deze weg gaat kan ons te denken geven. Trouwens: gaat de tweespalt hier diep? „De Here is de Geest", daarmee is bepaald geen diepe onderscheiding van christologie en triniteit gegeven. Van hieruit is het ook geen lange weg naar het anthropologische element, dat Adam, wel aanvechtbaar, maar toch o.i. verantwoord, in de persoon van Augustinus bij het deel over de Triniteit onderbrengt. In het algemeen zouden we de vraag willen stellen of het gelukkig is, de „leerbeslissingen" te zeer af te lezen uit strikt theologische geschriften en de rol, die de prediking daarbij speelt, te klein te houden? In de inleiding wijst Adam terecht op Barths kijk op kerken dogmongeschiodenis, dat ze nl. een geschiedenis van gebruik en misbruik der Schrift kan heten. Daar heeft Adam wel oren naar: zou het echter niet verder moeten worden doorgevoerd?

Tegen het slot van het boek treft ons het ongewone, dat ook wordt gesproken over de Islam als „naehchristliohe Weltreligion". Hoort dat in de dogmengeschledenis thuis? Is dat een element in de dogmenontwikkeling? Het zou, wanneer het dan bepaald een plaats moet hebben, eerder in het deel over de triniteit moeten staan, daar immers het felle monotheïsme en de nadruk op Gods eenheid in de Islam met het christelijk belijden van de drieëne God in harde spanning staat. Het is niet doenlijk op verschillende belangwekkende „Soitenblicke" die Adam geeft te wijzen, die zijn boek een fleurig, engagerend karakter geven.

We wachten met enige spanning op de volgende delen, vooral wel deel II over Middeleeuwen en Reformatie, waarna we in deel III over de nieuwe tijd het beste zullen weten, hoe het geheel, dat Adam wil bieden, sluit.

U.

v.d.L.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1966

Theologia Reformata | 95 Pagina's

LEHRBUCH DER DOGMENGESCHICHTE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1966

Theologia Reformata | 95 Pagina's