Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VORTRÄGE UND AUFSÄTZE 1925-1962

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VORTRÄGE UND AUFSÄTZE 1925-1962

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

O. Cullmann, VORTRÄGE UND AUFSÄTZE 1925-1962, 724 S., In. DM 58, - , J. C. B. Mohr (Paul Siebeck), Tubingen, Zwingli Verlag, Zurich, 1966.

Deze bundel betekent een prachtige aanvulling van de opera magna van Cullmann. In een voorwoord zegt K. Fröhlich, dat er maar weinige hoofdthemata op nieuwtestamentisch gebied zijn, die hier niet op enigerlei wijze aan de orde komen. De grondgedachten van de latere, grotere werken worden in deze opstellen gevonden.

Men mene niet, dat Cullmann uitsluitend voor specialisten op nieuwtestamentisch gebied schrijft. Integen­ deel, in het gedeelte: Johannes und die Synoptiker (waarin zes artikelen zijn opgenomen) is dat al heel duidelijk, b.v. in artikelen over: sabbat en zondag naar het vierde evangelie, de gelijkenis van het zout (zout is het offer als grondelement van alle discipelschap). In dit gedeelte wijst de auteur op de betekenis van de Formgeschichte als noodzakelijk middel tot het verstaan van de nieuwtestamentische teksten.

Een aantal artikelen zijn verzameld onder het hoofdbegrip: hermeneutiek. Het centrum van het Nieuwe Testament is voor Cullmann de heilshistorie. Na een pleidooi voor de Notwendigkeit der Theologie für die Kirche (helaas is dat dus nog nodig!) is een artikel opgenomen uit 1949, Notwendigkeit und Aufgabe der philologisch-historisohen Bibelauslegung. Van de exegeet wordt onvoorwaardelijke trouw geëist tegenover de tekst, zelfs als het zo bereikte exegetische resultaat bescheiden blijft en op het eerste gezicht wellicht niets voor de dogmatiek en het praktische leven schijnt te bieden.

In dit gedeelte vinden wij uitvoerige discussies met Bultmann, o.a. in: Mythus und „Entmythologisierung" im Neuen Testament (1954). Cullmann betoogt dat Bultmann met de uitbreiding van zijn niythe-begrip tot de leer van het oercliristendom aan de exegese van de vroegchristelijke geschriften geen interpretatiemethode aan de hand doet, die een indringen in de diepere gedachten van deze geschriften veroorlooft. Deze discussie wordt voortgezet met mannen van de Bultmanniaanse school: Fuchs, Ebeling, Conzelmann. Cullmann waarschuwt voor een verbinding van Formgeschichte en existentialistische exegese, daar deze de winst van de Formgeschichte in gevaar brengt.

In de gedachtengang van Culbnann neemt de eschatologie een grote plaats in. In den brede discussieert de schrijver

met „de consequente eschatologie", een term, die hij liever door consequente Entesehatolisierung zou willen vervangen. De eindtijd is reeds nu ingeleid; reeds voor Jezus is er een tussentijd, waarin zowel het „reeds" als het „nog niet" geldt. Het heden is een „gedehnte Zwischenzeit, die schon Endzeit ist"; het is een esehatologisehe tussentijd, een genadetijd. - De auteur wil niet weten van een tijdloze Umdeutung van de eschatologie, maar ook niet van apocalyptische speculaties. In de geschiedenis voltrekt zich de heilsgeschiedenis Gods. Het gedeelte: schatologie vangt aan met een artikel uit 1936 over J xaxévoiV ("^^^ weerhoudt), 2 Thess. 2 : 6, 7, waarin op het eschatologische karakter van de zendingsopdracht gewezen wordt en op het apostolische zelfbewustzijn van Paulus. De prediking onder de heidenen is voorwaarde voor de wederkomst van Christus (Cullmann acht het volkomen verantwoord van wederkomst te spreken) ; zending is een eschatologisch voorteken. Hij identificeert de katechoon met Paulus. In een ander artikel (Wann kommt das Beich Gottes? ) wijst hij eveneens op deze zin van de zending.

Van de overige artikelen (in totaal zijn er 44) noem ik: Das Wort der Kirehe f ür die Welt nach dem Neuen Testament; Die Pluralitat der Evangeliën als theologisehes Problem im Altertum.

Enige stukken zijn samengevoegd onder hiet hoofd: Zuim Gesprach zwischen den Konfessionen, waarin o.a. een antwoord voorkomt aan Père Bavaud waarin hij vasthoudt aan een zuiver functionele christologie tegenover kritiek van r.-k. zijde (ook Ridderbos gaat hierop in; Pcmlus, blz. 69).

Het initiatief tot uitgave van deze bundel stamt van leerlingen en vrienden van Cullmann, en dat twee bekende uitgeversmaatschappijen, die verscheidene werken van Cullmann uitgaven, zich hierachter wilden stellen is niet minder lofwaardig.

Een verzorgd werk met uitnemend studiemateriaal.

U.

Bt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1967

Theologia Reformata | 92 Pagina's

VORTRÄGE UND AUFSÄTZE 1925-1962

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1967

Theologia Reformata | 92 Pagina's