Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DIE ESCHATOLOGISCHEN GEGENSPIELER IN DEN SCHRIFTEN DES NEUEN TESTAMENTS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DIE ESCHATOLOGISCHEN GEGENSPIELER IN DEN SCHRIFTEN DES NEUEN TESTAMENTS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Josef Ernst, DIE ESCHATOLOGISCHEN GEGENSPIELER IN DEN SCHRIFTEN DES NEUEN TESTAMENTS, BibliscJie Untersuchungen herausgegeben von Otto Kuss, Band 3, XII + 337 S., kart. DM 48.-, Friedrich Pustet Verlag, Regensburg, 1967.

Het onderwerp, dat in deze r.-k. dissertatie aan de orde wordt gesteld, krijgt in de grote handboeken en theologieën van het Nieuwe Testament vaak minimale aandacht. Daarom zijn wij bijzonder blij met dit boek, dat door zijn veelheid van gegevens een „Fundgrube" is voor de iiieuwtestameiiticus en tegelijk een schat van materiaal biedt voor de prediking over dit - helaas vaak verwaarloosde - thema.

De auteur poogt de vele gegevens die geleid hebben tot het spreken over dè Antichrist tot zijn recht te laten komen en met name de geleidelijke groei van de Antichrist-voorstelling uit zeer verschillende motieven aan te tonen. Hij spreekt van een „Genealogie der Endzeitgestalten".

Het boek is in vier delen verdeeld. In het eerste hoofdstuk komen de nieuwtestamentische gegevens ter sprake, n.l. de synoptische apocalyps; 2 Thess. 2:1-12; Openb. 12, 13, 17; de brieven van Johannes.

In een tweede deel gaat Ernst de bronnen na (Daniël; Qog en Magog bij Ezechiël; de vijand uit het Noorden; de tegenstand der volkeren in het O.T.; de slang in het scheppingsverhaal, de laatjoodse apocalyptiek en gestalten van Bahab, Leviathan, Behemoth, de Draak).

De delen III en IV behandelen de satansfiguur en de visies van Bousset en Charles. De auteur heeft zich terdege in-

gewerkt in de materie. Daarvan legt de uitvoerige literatuurlijst getuigenis af, alsmede de vele verwijzingen naar de patristische literatuur.

Ook in kerkhistorisch opzicht verdient zijn boek daarom een brede belangstelling. En ondanks de veelheid van stof die verwerkt moest worden, is de schrijver er toch in geslaagd z\jn boek leesbaar te houden. Uiteraard rijzen er vi-agen. De schrijver kiest menigmaal voor een bepaalde exegese, waarbij de lezer aan een andere de voorkeur zou geven.

Op S. 13 schrijft hij dat Lucas tot zijn conceptie gekomen is vanwege het uitblijven van de parousie. De auteur werkt dit niet verder uit, maar we menen toch dat men met deze bewering voorzichtig moet zijn.

Moeilijk blijft altijd weer de verhouding tot het joods-apocalyptisch materiaal. Natuurlijk mogen we dit bij het lezen van b.v. Marcus 1? , niet verwaarlozen. Maar we zouden toch, sterker dan de schrijver dit doet, willen beklemtonen dat ook dit hoofdstuk niet los te maken is uit het geheel van Jezus' prediking over het nabijgekomen Koninkrijk.

Uiteraard krijgt de bekende passage over de „wederhouder" grote aandacht. De schrijver heeft tegen de op zichzelf aantrekkelijke exegese van Cullmann (de wederhouder is de apostel Paulus zelf) bezwaren. Ernst zelf denkt eerder aan liet heilsplan van God. Ook dan blijft toch de vraag, waarom Paulus zich zo omzichtig uitdrukt. We menen dat het een hier het ander niet behoeft uit te sluiten.

Ook de godsdiensthistorische gegevens worden in het onderzoek betrokken. De schrijver spreekt hier meerdere malen van „traditionsgeschichtliche Forschung". Een m.i. wat verwarrende terminologie, omdat Ernst bij deze traditie toch met name denkt aan de gegevens uit de buitenbijbelse religies. Hoewel de schrijver stellig geen slaafse volgeling is van Gunkel e.3. en zich meerdere malen kritisch op­ stelt tegen de godsdiensthistorische school, houdt hij toch vast aan een mythische achtergrond van de Apocalyps.

\V e achten het een manco dat de schrijver niet ingaat op het verschil in tijdsopvatting (cyclisch of lineair). Het heilshistorisch aspect, dat met de geboorte van de Messias de beslissende strijd is begonnen, en de eindtijd een aanvang heeft genomen, verbiedt m.i. hier zo argeloos en achteloos van een mythische achtergrond te spreken.

Wanneer de schrijver op 8. 114 f zegt: „Sie (n.l. de godsdiensthistorische parallellen, A.N.) beweisen, dasz der Apokalyptiker nicht „mechanisch" eine Of f enbarung von Gott erlialt, sondern aus dem, was ihm vorgegeben ist, sehöpft, um es nuf die „absolute" Ebene der göttlichen Offenbarung zu erheben", verraadt dit m.i. een typisch rooms-katholieke visie op do openbaring.

Interessante bladzijden schrijft de auteur over Genesis 3. De schryver neemt hier een gematigd kritisch standpunt in, waarbij we overigens met dankbaarheid constateren hoe Ernst erkent dat de gelijkstelling die we in Openb. 12 : 9 aantreffen tussen slang en duivel zakelijk in Genesis 3 besloten ligt.

De schrijver heeft niet veel goede woorden voor de kerkhistorische interpretatie van gedeelten als 2 Thess. 2 en Openb. 12, 13. In dat verband memoreert hij Luthers visie op het pausdom, en spreekt dan van een „tendenziöse Deutung" die geleidelijk aan verdween uit de theologische leerboeken. Wij menen dat hier aan Luther geen recht gedaan wordt. Hier is meer in het geding dan het hanteren van een bepaalde tendentieuze kerkhistorische methode. Ten onzent heeft prof. dr. J. T. Bakker erop gewezen hoe Luthers visie op de Antichrist samenhangt met zijn verstaan van de evangelie-prediking als eschatologisch gebeuren.

Wij volstaan met deze opmerkingen. Graag bevelen we dit instructieve boek

ter lezing en bestudering aan. Men kan er in velerlei opzicht zijn winst mee doen.

E.

A.N.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1969

Theologia Reformata | 84 Pagina's

DIE ESCHATOLOGISCHEN GEGENSPIELER IN DEN SCHRIFTEN DES NEUEN TESTAMENTS

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1969

Theologia Reformata | 84 Pagina's