Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rachels tranen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rachels tranen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

M. ]. G. van der Velden

„Toen is vervuld geworden hetgeen gesproken is door de profeet Jeremia: en stem is in Rama gehoord, geklag, geween en veel gekerm; Rachel beweende haar kinderen en wilde niet vertroost wezen, omdat ze niet zijn." Mattheus2 : 17, 18.

Niet alleen licht schijnt er, als door de geboorte van Jezus Christus de Schriften en de tijden zich beginnen te vervullen. Engelen zongen in de velden van Efrata, herders en wijzen aanbaden, Simeons loflied klonk, maar ook is de wronderbare geboorte begeleid door het gekrijs van stervende kinderen en het bittere wenen van hun ontroostbare moeders. Het verhaal van de geboorte van Jezus Christus vertelt van de vervulling van de raad Gods, maar ook van de weerstand uit alle macht van de wereld tegen Gods plan, dat toch heilsplan is.

Herodes is slechts de exponent van deze macht, waarmee de mens, die zichzelf wil handhaven en niet in zijn zelfverzekerdheid gestoord wil worden, zich teweer stelt tegen God die komt om de zaak van de mens tot de Zijne te maken. Als Jezus komt is Herodes ter plaatse, want hij vermoedt: als deze Jezus gróót wordt is het met de heerlijkheid van menselijke macht gedaan. Dan verandert de wereld. Vallen de bouwsels, die menselijke macht, en overmoed gebouwd hebben. Daarom mag het kind niet groot worden, niet leven, is er geen plaats voor Hem, op de aarde, die de mens-zonder-God voor zich opeist. Alle middelen zijn dan gerechtvaardigd. Huiveringwekkende mogelijkheden heeft de van God losgemaakte wil tot macht. En de vrucht daarvan is het beeld, waarmee eeuwen van mensen-geschiedenis ons vertrouwd hebben gemaakt: de doodskreten van weerloze kinderen, moeders die hun klacht uitschreeuwen, en niet getroost willen worden.

Elke oppervlakkige beleving van het Kerstgebeuren is door dit Kerstverhaal geoordeeld. Een werkelijkheid wordt onthuld: van leed en strijd, van verzet en vijandschap, van afkeer en schuld, huiveringwekkend en niet meer te verbergen achter onze facades en schijnwerkelijkheden. Als God

gaat openbaren, onthullen, ontdekken in Zijn daden, slaan de kreten van de kinderen en het krijsen van de moeders op onze oren. En wee ons, als we in onze logica, filosofie, of wat het dan ook moge zijn, gaan proberen dit gebeuren te verklaren, als we het trachten in te passen in de kaders en schema's van ons denken over God en Zijn werk. Wee ons, als kinderlijkjes en wanhopige moeders ons niet meer zetten in het raadsel van de wereld, van het kwaad, als we erin berusten dat het is zoals het is en eraan voorbijleven. Wee ons als we Kerstfeest vieren zonder de „onnozele kinderen" van Bethlehem.

Want ook toen en daar - zegt Mattheus - werden de Schriften vervuld. Rachel is het die weent om haar kinderen naar het woord van de profeet. Rachel is de stammoeder van Israël, die stierf bij de geboorte van Benjamin. Haar ziel ging uit toen het kind zijn eerste kreten slaakte. Dood en leven, vreugde en verdriet waren toen bijéén. Zij werd begraven aan de weg naar Efrath, dat is Bethlehem (Genesis 35 : 18, 19).

Bij haar graf vinden we later Saul, Israels eerste koning, die uit de stam van Benjamin was (1 Samuel 10 : 2), de man van de belofte en de afval. En Jeremia de profeet, in Rama, de vergaarbak van hen, die in ballingschap gesleept worden, hoort de wenende stem van stammoeder Rachel, van kinderen beroofd, ontroostbaar omdat haar nageslacht er niet meer is (Jeremia 31 : 15).

Deze Schrift wordt vervuld als Herodes' soldaten de kinderen van Bethlehem doden en leed en rouw zaaien terwille van de bedreigde menselijke macht, nu een andere Koning op aarde verschenen is. Hoor, zegt de profeet. Rachels smart! Het is de stem van de ganse schepping, die in haar roept, het schepsel, dat in barensnood is tot nu (Romeinen 8 : 22).

En Rachel weet van het verband tussen barensnood en dood. Zij is ons aller moeder, zij weigert zich te laten troosten. Alle goedkope troost en goedkope genade breekt stuk op de harde realiteit van Rachels weeklacht. Juist daar waar de kerstboodschap klinkt, waar de hemel op aarde komt, daar klinkt het wenen van Rachel luid, onverdraaglijk luid.

Wordt Rachels klacht gehoord? Door God? Hóórt Hij de schreeuw vanaf de aarde tot de hemel om gerechtigheid en verlossing? Is er een teken, dat Rachel kan troosten en met haar alle ontroostbare Rachelmoeders. Is dit het teken, dat voor de kindermoord Maria en Joseph met het kind uitwijken naar Egypte? Maria, die ook zal weten van het zwaard door de ziel, van de moeder, staande bij het kruis? En het Kind, bewaard voor Herodes moordenaars om straks in de handen van anderen te vallen, als een lam ter slachting geleid? Is Hij het teken? Hij is het teken!

Gods antwoord aan Rachel is de dood en de opstanding van Jezus Christus. Haar klacht, haar schreeuw is overgenomen door de Verlatene aan het kruis: mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij! Zijn kruis en op-

standing is de overwinning op alle naar-de-macht-grijpers van deze wereld. Zijn Geest kan in overmacht boze, ruwe vergiftigde mensen, die denken dat er geen andere mogelijkheid is dan de daemonische strijd om macht en bezit, vernieuwen en tot kinderen maken, het hart van een kind geven. Het kruis en het lege graf zeggen: God hoort. Rachel roept niet in de leegte. God springt in. God redt.

Wordt Rachels klacht gehoord? Door ons? Ook tot ons komt de stem van het geween. Zien we de tranen? Horen we het zuchten van de ganse schepping? Ze verwacht de openbaarwording der kinderen Gods. Midden in de creatuur stond het kruis, het open graf. Pijnstillende middelen troosten niet, verzoening troost, verwachting doet herleven. Het weten daarvan doet ons Rachels weeklacht verstaan in alle diepte en geladenheid en verbondenheid.

Kerstfeest is: ook déze Schrift wordt vervuld. De laatste tijd is aangebroken. De dag gaat aanbreken! Hoe lichter de dag wordt, des te donkerder is de nacht. Hoe helderder de belofte, des te zwarter de zonde. Hoe sterker het verlangen, des te onverdraaglijker de stem van geklag, geween en gekerm. Hoe sterker de gemeenschap met de hemel, des te aangrijpender de eenzaamheid van het verdriet op deze aarde. En horen zullen we alleen werkelijk, als we Rachel vlees van ons weten, omdat het Woord vleesgeworden is en de hoop doet opleven.

De traditie der kerk heeft de geschiedenis van de kindermoord verbonden met Psalm 8: uit de mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, om uwer tegenpartijen wil, om de vijand en wraakgierige te doen ophouden. Is het niet bijna duivelse hoon dit woord juist hier te doen klinken? Of . . . is dit verband soms van zulk een peilloze diepte, dat we het nooit met woorden beredeneren kunnen, slechts tasten in grootse verwondering, in gespannen verwachting: Hij zal de weeklacht veranderen in een rei!

En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde ... en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch gekrijt ... en God zal alle tranen van de ogen afwissen.

Alle tranen, ook Rachels tranen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Theologia Reformata | 307 Pagina's

Rachels tranen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Theologia Reformata | 307 Pagina's