Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DAS HYMNISCHE EVANGELIUM

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DAS HYMNISCHE EVANGELIUM

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Klaus-Peter Jörns, DAS HYMNISCHE EVANGELIUM, Untersuchungen zu Aufbau, Funktion und Herkunft der hymnischen Stücke in der Johannesoffenbarung, (Studiën zum Neuen Testament, Band 5), 206 S., DM 44.-. Gütersloher Verlagshaus Gerd Mohn, Gütersloh, 1971.

De auteur van deze uit 1966 daterende Göttingse dissertatie behandelt een onderwerp, dat in de commentaren doorgaans nogal verwaarloosd wordt. Al wordt er natuurlijk in artikelen en monografieën over de oer-christelijke eredienst wel aandacht geschonken aan de hymnische gedeelten uit de Apocalyps, terecht wijst de schrijver erop, dat men te vlot deze gedeelten beschouwt als afkomstig uit de oerchristelijke liturgie.

Wij mogen de auteur daarom dankbaar zijn dat hij in deze monografie, met de zo bekende Duitse grondigheid geschreven, de liederen en hymnen van het laatste bijbelboek aan een diepgaand vormhistorisch en exegetisch onderzoek onderwerpt.

Hoewel de schrijver grote aandacht schenkt aan opbouw en structuur van de hymnische gedeelten, worden de bijbelstheologische aspecten niet vergeten. Voortdurend wijst Jörns op de oudtestamentisch-joodse achtergrond van de liederen in de Openbaring. De veelvuldig terugkerende antifonische vorm kan reeds worden gezien als christelijk-liturgisch element. De auteur moet echter toegeven dat een bewijs voor deze stelling eerst aan het begin van de tweede eeuw te vinden is. Wat betreft de herkomst van de hymnen legt de auteur er nadruk op, dat de hymnen vaste bestanddelen van het boek zijn en afkomstig zijn van de schrijver van het boek zelf. Een belangrijke stelling m.i. ten aanzien van de zo vaak bestreden eenheid van de Apocalyps ten gunste van allerlei willekeurige bronnenscheidingen. Jörns wijst er voorts op, dat geen van de liederen der Apocalyps in de liturgieën van de vroege kerk ingang gevonden hebben. Vandaar dat de schrijver zeer kritisch staat ten opzichte van de visies van Cullmann en anderen over de liturgische structuur van het laatste bijbelboek. Men kan wel zeggen, aldus Jörns, dat de Openbaring van Johannes in de samenkomsten der gemeente gelezen is, maar dat is heel wat anders dan in dit boek de structuur terug te vinden van een (eucharistie)liturgie. De aardse eredienst is de plaats geweest waar de gemeente tot haar troost en vermaning het hymnische evangelie mocht horen.

Hymnisch evangelie: met deze benaming komen we aan de theologische betekenis van de hymnen. In het laatste bijbelboek gaat het om de verkondiging van het komen Gods als Rechter en Redder. De hymnen zijn de (proleptische) responsies op dit handelen van God en Zijn Christus. Temidden van de dreigingen en de oordelen, de crisis waarin de kerk verkeert ten gevolge van het woeden van het beest, spreken de liederen van het einde dat de overwinning van God en de bruiloft des Lams zal brengen. Zonder de hymnen zou

de Openbaring een donker torso zijn, meent de schrijver. M.i. een wat overtrokken kwalificatie, wat niet wegneemt dat we hem zeer dankbaar zijn voor het accent wat hij legt op de betekenis van de hymnen als evangelieverkondiging in het grote verband van dit bijbelboek.

Uiteraard zet men in een studie, waarin zovele details ter sprake komen, meermalen ook een vraagteken. Zo spreekt de •schrijver op blz. 17c), waar de verhouding tussen het komen Gods en het werk van Christus Ier sprake komt, van subordinatianisme, een term die m.i. meer misverstanden oproept dan dat ze verheldert. Dat in Openbaring , 5 het wenen van de ziener de hoop en de verwachting van de oudtestamentisch-joodse heilsgemeente zou representeren, wil er bij mij niet in. De verwijzing naar Openbaring 12 is toch wel een te smalle basis.

Klaus-Pcler Jörns schreef een boek, dat de literatuur over hel laatste bijbelboek verrijkt. Daarnaast zullen hymnologen en in het algemeen zij die zich bezig houden met de bestudering van de liturgiek met vrucht van dit boek gebruik kunnen maken.

Ede

A.N.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1972

Theologia Reformata | 92 Pagina's

DAS HYMNISCHE EVANGELIUM

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1972

Theologia Reformata | 92 Pagina's