Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZELFVER­ WERKELIJKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZELFVER­ WERKELIJKING

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. R. Kranenborg, ZELFVER­ WERKELIJKING, Oosterse reli­ gies binnen een Westerse subkultuur, 322 blz., ing. ƒ 22, 50, J. H. Kok, Kampen, 1974.

De auteur van deze onlangs aan de Vrije Universiteit verdedigde dissertatie, Gereformeerd predikant van het Friese Terzool, beschrijft in dit boek de leefwereld van de buitenkerkelijke jeugd in Amsterdam.

Het gaat hem ten diepste om de religiositeit van die groep jongeren, die smalend „langharig, werkschuw tuig" wordt genoemd. Onder welke invloeden staat deze jeugd? Wat is de bezieling tot hun handelwijze?

Na afbakening van het terrein van onderzoek, geeft de schrijver een op het onderwerp toegespitst historisch onderzoek, waarbij hij zich vooral oriënteert op het Amsterdamse meditatiecentrum de Kosmos, kristallisatiepunt en centrum van de subcultuur in religieus opzicht. Achtereenvolgens behandelt hij in de hoofdstukken III-VII de psychedelische beweging (met als hoofdpersoon de hogepriester van de L.S.D., T. F. Leary), de makrobiotiek, de yoga volgens de Stichting Yoga Nederland (SYN) en de Healthy-Happy-Holy-Organisation (3 HO), de transcendente meditatie (TM) van Maharishi Mahesh Yogi en de Hare Krishna Beweging. Het is een gedegen stuk onderzoek, waarbij ook gesprekken met de aanhangers worden weergegeven.

De subcultuur van de jongeren wordt

vooral gekenmerkt door het gebruik van drugs. Daar deze geen blijvende bevrediging verschaften ging men het zoeken óf in het gebruik van onbespoten voedsel (makrobiotiek: de leer van het juiste eten en leven) óf in lichaams-en ademhalingsoefeningen (yoga) óf in meditatietechniek (TM) óf in de devotie voor de Hindoese verlossergestalte van Krishna.

Binnen deze bewegingen wordt de pseudo-religieuze drugervaring een echte religieuze ervaring, nauw verbonden met een duidelijke ethiek.

Het is een verheugende zaak, dat de schrijver van de uiterlijke verschijningsvorm van deze „underground-bewegingen" doorstoot naar de inhoud en zo kan wijzen op het vertekende beeld van de Oosterse religies, die deze religiositeit biedt (hoofdstuk VIII, De religie van de subkultuur). Een verklarende lijst van veel voorkomende termen en een literatuurlijst (helaas geen auteursregister) completeren het werk.

Deze godsdiensthistorische studie roept als het ware om een theologische evaluatie. Dr. K. kan zich daar soms moeilijk aan onttrekken. Een enkel voorbeeld. Op blz. 3 omschrijft hij religie als „het zich betrokken weten van de mens op een hogere, transcendente, niet tot deze werkelijkheid behorende macht". Maar op blz. 169 spreekt hij als waardeoordeel over de raja yoga uit: „Dit „geloof" in het Absolute is eigenlijk geen geloof".

Nog enkele kritische opmerkingen. Waarom een zo summiere bespreking van de relatie tussen popmuziek en religiositeit (blz. 20)? Valt er niet veel meer te zeggen van de interesse in Europa voor geestveranderende middelen (blz. 81)? Ik denk o.a. aan het woord „mekon" of melksap in de gedichten van Homerus, aan de kruidentuintjes bij de Middeleeuwse kloosters en het Cruyde Boeck van Rembert Dodoens uit 1554. Heeft de religie in het Westen te weinig gebruik gemaakt van hetgeen door de weten­ schappen werd ontdekt (blz. 303)? Het tegendeel is eerder het geval.

Bij de „religies van de subcultuur" domineert de kritiek op de kerken, maar Jezus Christus valt bepaald niet onder die kritiek. Zou deze bewondering van Jezus niet hierin liggen, dat men Jezus niet als de nieuwtestamentische Verlosser ziet?

Eén ding laat deze studie duidelijk uitkomen: de noodzaak van een bezinning op „de verborgen omgang met God". Naar we hopen komt deze bezinning, mede door dit boek, op gang.

Sch.

J.Br.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 1975

Theologia Reformata | 92 Pagina's

ZELFVER­ WERKELIJKING

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 1975

Theologia Reformata | 92 Pagina's