Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HER­MANN FRIEDRICH KOHLBRUGGE (1803-1875)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HER­MANN FRIEDRICH KOHLBRUGGE (1803-1875)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

W. Aalders, D. van Heyst, HER­MANN FRIEDRICH KOHLBRUGGE (1803-1875), 292 blz. geb. ƒ39.50, Uitg. J. N. Voorhoeve, Den Haag, 1976.

Het is vijftig jaar geleden, dat ik door vriendenhand in het bezit kwam van enige werken van Kohlbrugge en van de complete serie van twaalf jaargangen Amsterdamsch Zondagsblad, waarin vele stukken van Kohlbrugge zijn opgenomen. Het was in die tijd, dat ik de dissertatie van Van Lonkhuyzen bestudeerde en Toelichting en Verweer van Locher. Sindsdien heb ik mij vele malen in het werk van Kohlbrugge verdiept en mij met deze uitzonderlijk begaafde theoloog beziggehouden, waarbij de levensbeschrijving van Klugkist Hesse nog altijd boeiende lectuur voor mij is. Vandaar mijn interesse voor

dit boek, een bundel studies met als ondertitel Zijn leven, zijn prediking, zijn geschriften.

In een inleiding en verantwoording wijzen de samenstellers van deze bundel erop, dat in deze tijd met Kohlbrugges naam, verleden en geestelijke erfenis een oneerlijk en onoorbaar spel gespeeld wordt. Door dit gedenkboek wil men nu Kohlbrugge, de diepe Schriftuitlegger, de rijke prediker, de begenadigde zielszorger dichter bij de gemeente van de 20ste eeuw brengen. Kohlbrugge schreef niet uit de tijd voor de tijd, maar uit de eeuwigheid voor de eeuwigheid. — In zijn dagen was Kohlbrugge een verketterd en uitgebannen theoloog en met schaaamte lezen wij hoe de hervormde kerk hem het lidmaatschap weigerde; maar Kohlbrugge spreekt een eeuw na zijn heengaan nog van de gerechtigheid van Christus en van vrije genade. —• De Quervain (overleden 1968 ) geeft een korte tekening van de gemeente van Elberfeld. K. Groot schrijft over de eerste preek van Kohlbrugge in de Herv. Kerk (te Vianen, 1856) met de vele verwikkelingen daaraan voorafgaande; ook over Kohlbrugge te Halle, 1858, kort na de dood van Wichelhaus. D. Kalmijn schrijft over Kohlbrugge's preek in de Zuiderkerk te Amsterdam; hij geeft ook een artikel over Kohlbrugges Elberfeldse levensperiode. Inderdaad is er een tijd, waarvan Klugkist Hesse zegt: e van alle kansels verjaagde preekt op alle kanseis. Wat heeft Kohlbrugge daarin de trouw Gods gezien! Ds. V. Ginkel geeft Utrechtse herinneringen aan Kohlbrugge, die zeer waard zijn te worden vastgelegd. Hier lezen wij over de diaken Kol, Bemadi, Wulfert Floor. — In het tweede deel wordt in een tiental artikelen geschreven over Kohlbrugges prediking en theologie. Heibig (overleden 1967) eindigt in Hoe is Kohlbrugges theologie ontstaan? met woorden waarin Kohlbrugge een stuk levenservaring samenvat: ude zonden, nieuwe zonden en toch bij dat alles een getrouwe God. Bij het artikel (De Quervain) over het boek van K. over Rom. 7 is een afdruk opgenomen van het handschrift van de preekschets over Rom. 7:14. Diep trof mij ook het artikel over Kohlbrugge, een bezochte en aangevochtene. Aalders schrijft over Het beeld Gods in Kohlbrugges Theologie en over Kohlbrugge en het Neo-Calvinisme. De gedachten over het beeld Gods bij Kohlbrugge kan ik wel waarderen, als een reactie, maar thetisch is althans voor mij dat niet het sterkste element in Kohlbrugges verkondiging. Scheers (overleden 1962) schreef over Kohlbrugge en Calvijn en over Kohlbrugge en Hoedemaker. Ook de politiekkerkelijke gedachten van Kohlbrugge komen ter sprake (J. van Heyst).

In het derde deel zijn (vrij) onbekende stukken van Kohlbrugge opgenomen. Over de Opstanding van Jezus Christus, over het Pinksterfeest, over De dag van de eeuwige bruiloft en Aantekeningen over Joh. 1 : 1 v.

Kohlbrugge was ook een mens van zijn tijd en wie zijn preken leest merkt hoe wij in allerlei vragen bijvoorbeeld over de verhouding tot de overheid andere gedachten hebben en de schrijvers wijzen daar ook op. Maar het gehele boek ademt een geest, die ingaat tegen de geest van deze tijd, waarbij Kohlbrugge een levend getuige blijft van hetgeen de Here doen zal aan wie Hem verwacht.

Met dankbaarheid nam ik van de inhoud van dit werk kennis.

H.

Bt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1976

Theologia Reformata | 100 Pagina's

HER­MANN FRIEDRICH KOHLBRUGGE (1803-1875)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1976

Theologia Reformata | 100 Pagina's