Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DER WUNDERBEGRIFF IM NEUEN TESTAMENT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DER WUNDERBEGRIFF IM NEUEN TESTAMENT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

DER WUNDERBEGRIFF IM NEUEN TESTAMENT, herausgegeben von Alfred Suhl (Wege der Forschung, Band CCXCV), 524 S., DM 102, — (für Mitglieder DM 63, —), Wissenschaftliche Buchgesellschaft, Darmstadt 1980.

De thematiek van het wonder in het N.T. is een veelomstreden onderwerp in de theologische wetenschap, met name sinds de Aufklarung en de kritische visie op de Schrift. Vragen naar de historiciteit, de mogelijkheid en de feitelijkheid van het wonder verbinden zich met de vraag naar de betekenis van het wonder, alsmede de relatie tussen het wonder en het geloof. En duidelijk is ook dat de visie op Jezus Christus in dit alles een grote rol speelt, alsmede de verhouding tot het wonderbegrip in de joodse en hellenistische wereld.

Wie zich in deze door A. Suhl geredigeerde verzamelbundel verdiept ontdekt, hoe exegese, hermeneutiek, dogmatiek en prediking hier elkaar raken, en de gehele theologie in beweging komt.

Suhl wijst in zijn inleiding op de complexe problematiek, waarbij sinds 1970 vooral gediscussieerd is over de methodische problemen inzake de vraag naar het historisch gebeurde, terwijl voorts de kwestie van de theologische relevantie de discussie beheerst. Van godsdiensthistorische zijde is daarbij vooral de vraag aan de orde gesteld in hoeverre de Jezus van de wonderverhalen getekend is naar het beeld van de antieke theios-anèr, een vraag die zeer verschillend beantwoord is. O.a. O. Betz heeft het aannemen van een dergelijk christologisch ontwerp fel bestreden.

De bijdragen in deze bundel omvatten een tijdvak dat loopt van 1895-1970. Opvallend is hoe reeds in een opstel uit 1905/1907 verwerping van de feitelijkheid van het wonder en afweer van het mirakuleuze gepaard gaan met een haast allegorisch aandoende symbolisering in de uitleg.

Verschillende opstellen gaan in op de godsdiensthistorische vergelijking. Dan blijkt hoe voorzichtig men moet zijn met het spreken over parallellen. Menoud en Delling leggen in hun onderzoekingen grote nadruk op het tekenkarakter van het wonder in verband met de komst van het Koninkrijk Gods. De wonderen van het N.T. zijn tekenen en machtsdaden die verwijzen naar het komende Rijk. Merkwaardig is het dat Menoud voor Matth. 17 : 24-27 en Hand. 28 : 1-10 een

wonderbegrip aanneemt dat te vergelijken zou zijn met het heidense wonderbegrip, en dat we ook in de apokriefen van het N.T. terug zouden vinden. Het wil er bij mij niet in dat Hand. 28 ons in een andere atmosfeer zou brengen dan b.v. hoofdstuk 13 of 16.

Het opstel van G. Delling uit zijn bundel Studiën zum N.T. und zum hellenistischen Judentum bevat een voortreffelijke uiteenzetting over de betekenis van de wonderen en de relatie tot het geloof.

De wonderen van Christus hangen samen met Gods eschatologisch-heilshistorisch handelen in de Messias. Het wonder als gebeuren is niet van het geloof afhankelijk, wel het rechte verstaan ervan. Bijzonder geboeid ben ik door het artikel van Rudolf en Martin Hengel, Die Heilungen Jesu. De auteurs geven belangrijke gegevens door inzake de artsen en het medisch bedrijf in Palestina ten tijde van Jezus, gaan de vraag na in hoeverre er vanuit een medische diagnose iets over de genezingen te zeggen is, en concluderen dat Jezus' werk in daden van genezing niet gezien mag worden naar analogie van dat van de arts. De genezingen krijgen uit de messiaanse zending van Jezus hun zin. Heil en genezing hangen samen. Terzake van de vraag naar de historiciteit en de vermeende of feitelijke tegenspraak tot de natuurwetten, wijzen de auteurs op de andere dimensie van het geloof dat op een ander vlak ligt dan het weten. Weldadig is de verbinding die zij leggen tussen de betekenis van het geloof ook voor het werken van de medicus binnen de horizont van het Rijk. H. D. Betz en A. Suhl gaan — zeer kritisch — in op de vragen rondom wonder en Christologie. Ik verschil met Suhl van mening in zijn stelling dat de eerste gemeente aan de feitelijkheid van de gebeurtenissen wel niet getwijfeld heeft, maar dat de wonderverhalen in de evangelie-overlevering niet terwille van de feitelijkheid vermeld zijn, maar vanwege parenetische motieven. We kunnen feit en bedoeling niet uiteen rukken.

Ik bespeur bij Suhl toch een kloof tussen feit en boodschap. Het verstaan van het wonder raakt direkt ook de Christologie van het N.T. Dat laten de opstellen van Betz en Becker zien. De wijze waarop Betz Lucas interpreteert als zou Lucas Jezus' dood niet als verlossingsdaad gezien hebben is m.i. in het licht van Luc. 22 : 14 vv niet vol te houden.

Bestudering van deze bundel plaatst voor vele vragen, doet ook veel vraagtekens zetten. Tegelijk ben ik dankbaar voor die bijdragen die het verstaan van de Schrift bevorderen.

Ook deze bundel in de reeks Wege der Forschung handhaaft het hoge niveau van deze serie, en vormt onmisbare literatuur voor wie op de hoogte wil blijven van de wetenschappelijke discussie.

E.

A.N.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

Theologia Reformata | 338 Pagina's

DER WUNDERBEGRIFF IM NEUEN TESTAMENT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

Theologia Reformata | 338 Pagina's