Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BEVINDING IN DE PREDIKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BEVINDING IN DE PREDIKING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. V. Brummelen, DE BEVINDING IN DE PREDIKING, 40 blz., ƒ7, 50, 1982. M. de Klijn, DE INVLOED VAN HET CAL­ VINISME OP DE NOORD-NE­ DERLANDSE LANDSCHAP­ SCHILDERKUNST 1570-1630, 64 blz., ƒ 8, 50; 1982. - J. Hoek, DE DOOD HOORT ER NIET BIJ!, 62 blz., ƒ8, 50, Willem de Zwijgerstichting, postbus 642, Apeldoorn, 1983.

De Willem de Zwijgerstichting wil met haar regelmatig verschijnende uitgaven een bijdrage leveren aan 'verdieping en versterking van de reformatorische beginselen'. Ook de bovengenoemde uitgaven bevatten populaire verhandelingen over onderwerpen van grote draagwijdte.

Schrijvende over voorwerpelijke en onderwerpelij ke prediking wijst Van Brummelen er op dat voorwerpelijke prediking alléén wel verheft, maar dat zij de behoeften der ziel niet bevredigt. Wanneer van het bevindelijke leven gezwegen wordt verzwakt het leven der gemeente. Het voorwerpelijke mag het onderwerpelij ke niet overwoekeren, maar daarin evenmin verschrompelen. Gewaarschuwd wordt voor verstarring van de levende verkondiging. De auteur herinnert aan Calvijns Istitutie (voorn. Bk. 3), aan Bunyans Christenreise, aan W. A. Brakel, aan Van Andel; voor de onderwerpelijke prediking zijn de Leerr. van Dordt van bijzondere waarde. De leerschool van de praxis pietatis blijft lectio, meditatio, tentatio, oratio. Prediking is een zielszorgelijk werk. In een aanhangsel wordt het verschil getekend met de moderne ervaringstheologie (Sölle e.a.).

Wijzende op de radicale veranderingen die zich in het begin van de 17e eeuw in de uitbeelding van het Nederlandse landschap voltrokken vraagt De Klijn zich af, waar dit vandaan kwam. Hij bestrijdt de opvatting van de wijd verbreide uitspraak, dat de schilderkunst van de Gouden Eeuw hoogstens ondanks het Calvinisme heeft gebloeid (Huizinga e.a.). Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen het Calvinisme vóór en na de Nadere Reformatie; vandaar de beperking tot de jaren 1570-1630. In De ontdekking van het landschap wordt het ontstaan van de nieuwe empirische wetenschap (Francis Bacon) en de grote invloed daarvan op wetenschap en cultuur getekend. De waarde van het landschap (bij Carel van Mander e.a. als genre in de kunst) is ook van betekenis op pedagogisch gebied (Comenius). Vanuit de religie heeft de nieuwe beleving van het land (onttovering) een sterke impuls gekregen. Het Calvinisme in de Nederlanden maakte ernst met de toepassing van het Woord op alle levensgebieden. Ter sprake komt ook de opvatting van Calvijn. In een hoofdstuk over Ontwikkelingen in de landschapsschilderkunst komt ter sprake het werk van Gilles van Coninxloo, Karel van Mander, Esaias van de Velde. Vergeleken wordt de ontwikkeling van de schilderkunst met die in de literatuur. Voor ons land wordt daarbij gewezen op Van Borsselen, Petrus Hondius, Jacob Cats e.a. — Het gebied van mens en wereld heeft een nieuwe dimensie gekregen, een nieuwe betekenis: het landschap is openbaring van Gods schepping.

Hoek schrijft over 'verschillen in de waardering van de dood en enkele ethische konsekwenties daarvan'.

De schrijver geeft enige visies uit de grijze oudheid. Ook toen was de dood een kwellend raadsel (o.a. Gilgamesj epos) tot die van het humanisme in onze tijd met zijn ontkerstening van het denken en leven. Het huidige parool is: durf te leven. Men zoekt de dood te verdringen. Bij de bespreking van theologische

beschouwingen in deze tijd wordt stilgestaan bij de opvattingen van Kuitert, Barth, Berkhof, Bavinck over de oorsprong van de dood. Het O.T. tekent de dood in samenhang met de zonde 'De dood is geen goede vriend. Hij is een indringer'. Het Oude Testament heeft weet van het licht dat de doodschaduwen verdrijft. Dwars door de dood heen is er een blijvende verbondenheid in Gods hand. — Uitvoerig is de bespreking over de vraag, wat in dit verband de prediking van het Nieuwe Testament is. Geen christelijk triomfalisme, maar wel een andere waardering in bijv. Rom. 14 : 7v. — Het verschil in het oordeel over de dood heeft konsekwenties voor de ethiek. De schr. herinnert hierbij aan de opvattingen van Kuitert over de euthanasie en abortus, ook over suicide. Ten aanzien van de stervensbegeleiding van Kübler-Ross wordt er op gewezen, dat het proces van aanvaarding van de dood een soort psychische training betekent, waarbij de mens op zichzelf wordt teruggewezen. Geëindigd wordt met de gefundeerde triomf van Rom. 8:37.

In deze serie Reformatorische Stemmen wordt degelijke lectuur op de markt gebracht, populair, maar dit betekent niet oppervlakkig.

H.

Bt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

Theologia Reformata | 370 Pagina's

DE BEVINDING IN DE PREDIKING

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

Theologia Reformata | 370 Pagina's