Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waar leeft een mens voor?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waar leeft een mens voor?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van al het gehoorde is het slotwoord: rees God en onderhoud zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen. Want God zal elke daad doen komen in het gericht over al het verborgene, hetzij goed, hetzij kwaad. Pred. 12 : 13 en 14

Daarom stellen wij er een eer in, hetzij thuis, hetzij in den vreemde, Hem welgevallig te zijn. Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. 2 Cor. 5 : 9 en 10

K. Boersma

Het is niet altijd hiaalbaar, liet laatste nummer van de jaargang vóór het Kerstfeest uit te brengen. Daarom leek het me niet ondienstig, eens aandacht te geven aan iets, dat rondom de jaarwisseling onze aandacht kan vragen.

Een boek als Prediker kunnen we pas goed lezen met het Oude en het Nieuwe Testament naast elkaar.

Het Oude Testament is nodig om het probleem scherp te stellen; het Nieuwe om tot het antwoord te kunnen komen, zouden we wat schematisch kunnen zeggen, al is daar wel wat op af te dingen.

Prediker heeft, zo vertelde hij, van alles geprobeerd. Soms heeft hij als een vorst geleefd; soms heeft hij getracht om in allerlei wijsheid te leven. Is het niet allemaal leeg en ijdel geweest? En doet het er werkelijk iets toe hoe we leven? Het zijn geen afgedane problemen waarmee hij zich bezig houdt. De vraag naar de zin van het leven wordt luider en scherper dan ooit gesteld.

Prediker heeft gezocht naar een sluitrede, een slotsom. Er moet toch een houdbare conclusie te trekken zijn? Zijn hart was erop uit om kennis te verkrijgen, onderzoek te doen en een wijze slotsom te zoeken, en om goddeloosheid als dwaasheid en onverstand als verdwaasdheid te leren verstaan.

Waar leeft een mens tenslotte voor?

Het is de vraag van de filosofen; het is ook de vraag van de man op straat en van het meisje op jouw catechisatie.

We zien uit naar het slotwoord. Komt er een climax? Zal het geheel uiteindelijk zwaar teleurstellen? Het is bij zovelen zo, dat het antwoord tenslotte tegenvalt. Dat lijkt hier ook wel een beetje zo te zijn.

Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en houd zijn geboden.

Is dat niet wat vreemd? Hoe moet ik dat lezen in het totale bijbelse getuigenis? Het kan zelfs de indruk maken van een sterk wettische inslag. Kan het geen voedsel geven aan de ongereformeerde gedachte, dat het Oude Testament de wet predikt en het Nieuwe het evangelie?

Anderen zien in dit antwoord weinig, omdat ze een diepzinniger slot verwacht zouden hebben. En weer anderen gaan een heel andere richting uit, als ze over de vraag nadenken: Waar leeft een mens voor?

We weten welke variaties er in de Griekse filosofie bestonden om tot een antwoord te komen op de vraag: Waar leef je voor? Ook in de Schrift komen we de Epicureeërs en de Stoïcijnen tegen. De Epicureeër zegt: het hoogste geluk ligt in het genieten. Voor de een is dat dan een grof plukken van wat het leven te bieden heeft, en voor de ander een verfijnder genieten van een goed gesprek en van muziek. De Stoïcijn zegt: Het gaat er maar om, dat een mens zo matig mogelijk van zijn genoegens profiteert en zo goed mogelijk de narigheid de baas blijft. Het gedichtje, dat een oom vele jaren geleden eens in het poëziealbum van mijn zusje schreef, was een zeer stoïcijns versje, al wist hij dat niet: Geniet met verstand wat het leven u biedt, en ontbeer zonder leed wat een ander geniet.

Moet een christen niet weer tot een heel ander antwoord komen? Waar leef je voor? Om eenmaal zalig te mogen worden. Als ik eens zover zou mogen komen, dat ik het zeker wist: een kind van God te mogen zijn, een toekomst te hebben.

Zonder nu te zeggen, dat Prediker dit niet bedoelt, is het toch duidelijk, dat hij met ons een andere kant op wil. Zeker geeft de Here het eeuwige leven aan hen die Hem liefhebben. Maar, zo lezen we hier, daar lééf je niet voor.

Waar je voor leeft, dat is: naar God luisteren, met je gezicht naar Hem toe staan, met je hele bestaan op Hem gericht zijn; Hem eerbiedig vrezen. Hem dienen en liefhebben; zijn geboden bewaren en onderhouden. Ik heb u vrienden genoemd. Mijn vrienden zijt gij, als gij doet, wat Ik u gebied.

Het is de laatste tijd wel vaker onderstreept, maar hier komt dat ook zo heel duidelijk naar voren: waar een mens voor geschapen is, waar een gelovige weer voor mag leven, dat is het beantwoorden aan Gods grote bedoeling met zijn schepping. Wie God heeft leren liefhebben, wie van Gods genade heeft leren leven, die mag gaan vragen: Here, wat wilt Gij dat ik doen zal?

Zo is de slotsom van Prediker, maar zo is ook het onderwijs van het Nieuwe Testament. O, ondanks alle schijn van het tegendeel, God is er wèl! Er is een tweede 'laag', een niveau 2 in het onderwijs van Prediker.

God heeft recht op ons leven! Gaf ik Hem dat? Gods hand is er wel, al kan ik die niet besturen. God is veel méér en Hij is heel anders dan wij ons Hem wel kunnen voorstellen. Zijn bestuur gaat ook over het aardse leven. Maar hoe?

En over ons persoonlijke leven, waarin ik met zoveel vragen blijf zitten, ook en misschien juist als gelovige.

De Franse predikant Marc-Fran5ois Gonin, die ook aan de onder ons bekende faculteit van Aix-en-Provence heeft gedoceerd, schreef vorig jaar een boek, getiteld Le mystère du tétragramme sacré, over de heilige Godsnaam van Exodus 3. De lijnen van de openbaring van het Oude Testament trekt hij door naar het Nieuwe Testament. Hij laat zien, dat in de Naam en de Persoon van Jezus de openbaring van Jahweh wordt geconcentreerd, hoe Hij de waarachtige God is en het eeuwige leven. En in een bepaald verband schrijft hij dan: Terwijl de mensen in de duisternis leven, niet in staat om de diepe zin te vatten van de gebeurtenissen, moeten de gelovigen getuigen dat de Heilige regeert, dat zijn onveranderlijk plan volvoerd wordt en dat Hij de enige Rots van redding is, de enige schuilplaats. Gonin schrijft dat als hij het in verband met Jesaja heeft over de Heilige Israels, maar het is alsof we het over het koningschap van Christus vandaag hebben, in de wereld, en in ons eigen leven. En zo is het ook.

Prediker zei: Dan maar net doen, alsof het toch allemaal niets geeft of hindert? Neen. Het is nèt niet ijdel, niet zinloos.

Zó veel begrijp ik er van, dat het niet zinloos is.

Zó weinig begrijp ik er van, dat ik het niet kan narekenen.

Maar ik behoef er niet door in de duisternis te blijven! Het waarachtige licht schijnt nu.

Een christen is mens voor Gods Aangezicht. Prediker had gevraagd: Waartoe? Het Nieuwe Testament zegt: Het is een nog niet verloste wereld. Een christen is iemand, in wiens leven Gods bedoelingen weer duidelijk mogen worden. En die liggen onmiskenbaar uitgesproken in zijn geboden. Een christen is niet: een gewoon mens plus nog iets meer. Een christen is een nieuwe schepping. Nog wel onderworpen aan de ijdelheid volgens Romeinen 8. Maar wiens leven en arbeid niet ijdel is volgens 1 Corinthiërs 15.

En in Oud èn Nieuw Testament staat, dat God over ons leven oordeelt. Als de apostel schrijft over zijn hoop en uitzien in 2 Cor. 5, schrijft hij juist in datzelfde verband over zijn inspanning om Hem, dat is Christus, welgevallig te zijn, hier op aarde, in dit gedeelte 'in den vreemde' genoemd. IJverig, trouw en Godvrezend leven. Daar stellen we een eer in, zegt de apostel, ook al leggen we er geen eer mee in.

Verwacht van Prediker geen afgewogen dogmatisch hanteerbare formuleringen. Lees in zijn slotsom wel een zodanige levenswijsheid, dat wij daar nog mee voort kunnen. Want laten wij nooit vergeten, dat dat ook voor ons wel degelijk de bedoeling van ons leven is: Vrees God en onderhoud zijn geboden. Het is een oudtestamentische formulering voor wat Paulus later zal schrijven: Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.

Vrees God. De eerbiedige en tere en vertrouwensvolle verhouding, waarin we weer mogen staan tot Hem, die onze Schepper is en onze Herschepper wilde zijn.

Onderhoud zijn geboden. Luister in alles naar zijn stem, opdat uw leven er steeds meer mee in overeenstemming mag worden.

Zijn geboden, dat is toch de uitdrukking van de manier, waarop wij tot Hem in relatie mogen staan. Hij bepaalde die relatie, niet wij. Hij blijft die relatie bepalen, niet wij. Alle christelijke vrijheid beweegt zich met verwondering en vreugde, met de wijsheid van Prediker, binnen die relatie en wil daar niet graag meer buiten gaan.

Voor de apostel is er zelfs geen wezenlijk verschil in, om Hem weibehaaglijk te zijn, of we nu thuis (bij de Here) of in den vreemde (hier op aarde) zijn. Wat het moet zijn, om in het eeuwige leven Hem weibehaaglijk te zijn, dat is voor ons nog niet te zeggen. Maar, hoe dan ook, we zuUen er hier op aarde, in ons tijdelijke leven, reeds mee beginnen. Dan zal het ook straks om zo te zeggen geen vreemd werk zijn. Ja zelfs, als de apostel zegt, dat wij allen voor de rechterstoel van Christus openbaar moeten worden, bedoelt hij óók te zeggen, dat de christen hier al zo zal leven, alsof hij nu reeds voor die rechterstoel staat. En in feite leven wij immers voor Christus' Aangezicht.

In een oud jaar maken wij de balans op: Hoe heb ik geleefd? Als ik alle franje eraf haal, hoe was het in feite? In een nieuw jaar gaan we geen goede voornemens uiten, maar wel vragen: Hoe moet het zijn? Hoe mag het zijn? Hoe mag het vanuit Christus?

Hoewel wij op de korte termijn vaak geen antwoord hebben op veel van wat wij meemaken, mag toch met Gonin gezegd worden met het oog op déze tijd: Laat ons getuigen, dat de Heilige regeert, dat zijn onveranderlijk plan volvoerd wordt en dat Hij de enige Rots ter redding is, de enige schuilplaats.

Prediker is een evangelist, evengoed als de apostel Paulus. Als hij zegt: dit betaamt alle mensen, dan is hij niet humanistisch bezig, maar dan laat hij wèl zien, dat er een blijvende scheppingsbedoeling is, of men dat nu gelooft of niet. En ook, dat wie een gelovige mocht worden, een nieuwe schepping is, wiens leven weer tot zijn recht komt en wiens God weer eer ontvangt, die zijn Heiland welgevallig wU zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1987

Theologia Reformata | 124 Pagina's

Waar leeft een mens voor?

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1987

Theologia Reformata | 124 Pagina's