NEHEMIA

Gene A. Getz, NEHEMIA, 152 blz., ƒ24, 50, uitg. J. N. Voorhoeve, Den Haag, Kampen, 1986.

Dit deel van de serie Praktische Bijbelstudies bevat de uiteenzetting van de 'memoires' van Nehemia (st. vert. geschiedenissen; de woorden, h. 1 : Iv).

De talrijke lijsten, h. 7 : 4v komen nauwelijks ter sprake, evenmin als inleidingsvragen, bijv. het verband tussen Ezra 7-10 en Neh. 8-9. Het werk is afgestemd op de toepassing van de tekst op het eigen leven en op deze tijd. Vele malen wordt gewezen op het gebedsleven. Geen hoofdstuk van de twaalf waarin niet over gebed en gebedsverhoring geschreven wordt en over Gods betrokkenheid bij menselijke aangelegenheden.

Dat heeft Nehemia ervaren: e goede hand Gods was met hem h. 2 : 8. Het was koninklijke welwillendheid van Arthasasta, die Nehemia verlof gaf om naar Jerusalem terug te keren. Hij wist, dat hem een zwaar karwei wachtte: e bouw van de muren van Jerusalem. Sanballat zag met argusogen de activiteiten van Nehemia, bevreesd als hij was voor een hernieuwd 'judees' stadhouderschap. Sanballat werd geholpen door Tobia, Gesem e.a. Het komt zover, dat Nehemia oog in oog komt te staan met de vijand in een samenzwering: en schoof Nehemia hoogverraad in de schoenen. Maar het werk aan de muur van Jerusalem ging ondanks alle kuiperijen en tegennwerking door (Statenvertaling vertaalt: erbeteren; hebr. hzk, versterkenn). Ergens tijdens de herbouw van de muur werd Nehemia tot landvoogd benoemd (dit is niet zeker). Bij alle tegenkanting hadden zij houvast aan hun geloof: e God des hemels zal het ons doen gelukken, h. 2:18. De schrijver past op Nehemia's optreden het adagium toe: ij baden tot God en hielden hun kruit droog. Zeker is waar, dat zij onder de druk groeiden. De muur kwam gereed in 52 dagen, een enorme prestatie, die de vijanden bevreesd en verslagen maakte h. 6:6 'De vijand erkende dat dit met de hulp van onze God gedaan was' (meeth, Stv. van, NBG met de hulp van; vanwege). Het was een wonder in hun ogen.

Het is jaren later: a een interim in Susan is Nehemia weer terug in Jerusalem 'voor zijn zwaarste taak' (h. 13). Het valt tegen... Tobia is een geëerd man. De sabbath wordt ontheiligd, gemengde huwelijken zijn niet vreemd; de joodse taal (jehudith, judees) wordt verwaarloosd: sdodisch is modern. Het optreden van Nehemia is zeer heftig. De schr. wijst op Joh. 2 : 17. Bij de toepassingen komt o.a. ter sprake, dat wij God ook eren moeten met onze tijd, Hebr. 10 : 24 en gewaarschuwd worden we voor roofbouw op ons lichaam. In h. 13 wordt driemaal gesproken van Nehemia's gebed: edenk mijner, mijn God, ten goede.

Dit eenvoudige werk is zeer instructief, vermanend en bemoedigend.

H.

Bt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen