Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ANTITHETIK NEUZEITLICHER VERNUNFT, 'AUTO­NOMIE - HETERONOMIE' UND 'RATIONAL - IRRATIONAL'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ANTITHETIK NEUZEITLICHER VERNUNFT, 'AUTO­NOMIE - HETERONOMIE' UND 'RATIONAL - IRRATIONAL'

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

E. Feil, ANTITHETIK NEUZEITLICHER VERNUNFT, 'AUTO­NOMIE - HETERONOMIE' UND 'RATIONAL - IRRATIONAL'. 208 S., DM 52, —, Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen 1987.

Dit boek is te beschouwen als een parallel van en tegelijk als een vervolg op het onderzoek over religio. Het is opgezet als het zojuist genoemd boek. Neuzeitliche Vernunft is een term die gepresenteerd wordt in de antithese: autonomie-heteronomie. Vanwege deze termen wordt bij Kant begonnen. Diepgravend in de onderscheiden publicaties van Kant, uit opeenvolgende periodes wordt het begrippenpaar ontleed. Historisch gezien gaat de term terug op Thycidides, en heeft hij een staatkundige betekenis. Zo ook nog in de tijd na de Reformatie. Kant heeft de term in zijn huidige betekenis gestempeld. Autonomie gaat terug op het zijn van de mens. Autonomie ziet niet zozeer op onafhankelijkheid ten opzichte van morele wetten. Het ziet op de mens als moreel wezen. Bij dat wezen past heel goed het geloof in God. Autonomie is, om het met mijn eigen woorden te zeggen, het primaat van de anthropologie boven de theologie.

Dit begrippenpaar wordt dan verder onderzocht bij Fichte, Schelling, Schlegel, Reinhold, Baader en in de 19e eeuw. De tegenstelling rationeel-irrationeel blijkt niet samen te vallen met die van autonomie-heteronomie, ofschoon zij vaak als identiek wordt beschouwd. Schleiermacher is daarvan de kroongetuige. Bij de neo-Kantiaanse school (Windelband en Rickert), maar ook bij Max Weber en Propper, wordt dit tweede begrippenpaar onderzocht. De opvallende conclusie is dat men geloof en ir-

rationaliteit niet zondermeer gelijk mag stellen. Na een analyse van de beschouwingen van Rudolf Otto wordt duidelijk gemaakt, dat men alleen van irrationaliteit en geloof kan spreken, als men evenzeer van rationaliteit spreekt (192-200, vooral 197). Weten en geloven is niet zonder meer gelijk aan rationeelirrationeel. Rationeel-irrationeel gaat terug op het Griekse rètos (uitspreekbaar)-a-logos (niet uitspreekbaar). De conclusie van de auteur is boeiend. De vraag is of zij hout snijdt, gezien de dogmatisch-wijsgerige achtergrond van de probleemstelling. We stuiten hier op dezelfde methodische moeilijkheid, dat het gebruik van de term diep wordt uitgegraven, maar dat de samenhangen, waarbinnen de termen functioneren, niet duidelijk uit de verf komen, behalve bij Kant. De behandeling van zijn filosofie beslaat dan ook ongeveer 40 bladzijden.

Ook nu waardering, maar niet zonder de wens tot het aanbrengen van bredere verbanden.

A.

W.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1988

Theologia Reformata | 84 Pagina's

ANTITHETIK NEUZEITLICHER VERNUNFT, 'AUTO­NOMIE - HETERONOMIE' UND 'RATIONAL - IRRATIONAL'

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1988

Theologia Reformata | 84 Pagina's