Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WOORD EN WERKELIJKHEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WOORD EN WERKELIJKHEID

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een bijdrage vanuit een Zuidafrikaans perspectief ter ere van prof. dr. H. Jonker

H. J. C. Pieterse (Pretoria)*

Een praktische theologie, die 'inteipolair' is en uitgaat van de 'dynamiek van het Woord Gods in en door de Heilige Schrift in de geschiedenis' , zo'n praktische theologie kan een bijdrage leveren tot een nieuwe 'modus vivendi', een nieuwe samenleving en een nieuwe maatschappij in Zuid-Afrika. Immers aldaar is sprake van een 'unieke situatie van samenleving met maatschappelijke en culturele verschillen van twaalf volkeren, zich uitstrekkend van het stenen tijdperk tot het atoom-en computertijdperk'.

1. Persoonlijke beïnvloeding

Toen ik mij in 1970 bij de theologische faculteit van de universiteit van Stellenbosch aanmeldde voor het doctoraal examen in de praktische theologie stonden daar op de boekenlijst ook de volgende voorgeschreven werken, werken van dr. H. Jonker: Liturgische Oriëntatie, Leve de Kerk en Actuele Prediking. Al spoedig is En toch preken er aan toegevoegd. Liturgische Oriëntatie beleefde een derde druk in Zuid-Afrika. Een feit is dat een heel geslacht theologische studenten in ons land Jonker's werken in zijn geheel moesten lezen. Wij waren vooral getroffen door zijn bijzondere manier van beoefening van de praktische theologie, waarin de existentiële situatie op dynamische wijze betrokken wordt bij de vertolking van de boodschap van de Heilige Schrift voor de eigen tijd. Voor Zuidafrikaners, die

uiteraard in een ander cultureel milieu leven dan het Europese, was zijn eruditie - die op elke bladzij van zijn boeken blijkt - een opvoeding van bijzondere waarde.

Hij heeft ons echter niet alleen door zijn boeken beïnvloed, maar ook door persoonlijke contacten. Alle Zuidafrikaners, die in Nederland gaan studeren, ondervinden de beruchte 'culturele schok'. Voor mij, komende uit een zgn. paria-land, was de ontmoeting met prof. Jonker in 1976 op de Uithof in Utrecht een weldadige ervaring. Hij heeft mij als mens en mede-theoloog aanvaard. Zoals ieder weet kijkt hij veel verder dan eenzijdige vooroordelen, verder dan de gangbare opvattingen. Het geheim van zijn veelzijdigheid en openheid heb ik later ontdekt - zijn reislust en zijn pastorale hart. Uitdaging en verwerking. Hij heeft driemaal ons land bezocht, in 1955, 1976 en 1981 en kon deze reizen in verband brengen met ervaringen op andere reizen opgedaan naar verschillende plaatsen in de wereld. Hij heeft niet alleen op het platte vlak van weilanden gestaan en waargenomen en verwerkt maar ook de hoogste bergen van vreemde landen beklommen - tegen de critiek in - om een beter uitzicht te verkrijgen. Hij heeft ook niet gereisd met de houding van 'je hoeft er niet geweest te zijn', maar met een echte wetenschappelijke openheid, 'reizen als wijsgerige houding'.

Bij al onze theologische faculteiten heeft hij lezingen gehouden - ook aan de zwarte 'universiteit van die Noorde' in Transvaal en aan de kleurlingenuniversiteit West-Kaapland, waar dr. Busak studentenpredikant is - hij heeft bij ons thuis gelogeerd en tot laat in de nacht gediscussieerd. Hij heeft ons 'nachtdenken' met ons meegemaakt. In kritische solidariteit. Maar zijn gezindheid heeft ons genoopt zijn kritiek te aanvaarden en daardoor in beweging te komen. In de praktische theologie zijn wij inderdaad in beweging gekomen met ideeën, die ook betrekking hebben op het sociale en politieke bestel. Henk Jonker heeft op een heel geslacht theologische studenten door zijn persoon invloed uitgeoefend.

Het feit dat er slechts één Zuidafiikaner bij hem gepromoveerd is (prof. dr. T.F.J. Dreyer) is te wijten aan een interessant stuk geschiedenis. Zuidafrikaners hebben traditioneel aan de Rijksuniversiteit van Utrecht gestudeerd, o.a. de grote Andrew Murray (1828-1917) en de stichter van de eerste theologische opleiding in ons land J.H. Neethling. In 1859 is hier de eerste theologische opleiding te Stellenbosch opgericht. Dit heeft een probleem veroorzaakt dat allerlei gevolgen zou hebben. De opleiding, die onze predikanten hier ontvangen hebben, was goed,

maar ze geschiedde natuurlijk niet aan een universiteit. Als gevolg daarvan konden onze dominees geen graden ontvangen en waren ze voor Nederlandse rijksuniversiteiten niet aanvaardbaar als postgraduele studenten. Toen gebeurde het volgende: opleidingen in Amerika (Princeton bijvoorbeeld) en Schotland waren bereid om de opleiding van onze studenten te erkennen. In dezelfde tijd heeft de jonge Vrije Universiteit van Amsterdam ook haar deuren geopend voor onze studenten. De Nederduits Gereformeerde Kerk (Ned. Geref.) is een loot van de Nederlandse Hervormde Kerk, die in 1652 hier geplant is. Theologisch en geestelijk was onze kerk door de eeuwen heen hervormd. Aan de V.U. werd toentertijd een veel intellectualistischer en engere theologie gedoceerd dan in Utrecht. In Amerika was het de tijd van de opkomst van het fundamentalisme. Deze invloeden zijn mede in de bagage van onze postgraduele studenten vanuit het buitenland ons land binnengekomen. Tot en met 1910 hebben bijvoorbeeld maar drie van onze predikanten aan de V.U. gestudeerd, maar tussen 1910 en 1920 studeerden daar niet minder dan zeventien Nederduits Gereformeerde theologiestudenten. En in de tijd na de Tweede Wereldoorlog tot en met 1970 stikte het van doctoraal studenten aan de V.U. Deze invloeden tijdens de eerste helft van deze eeuw hebben o.m. bijgedragen tot de geest van dogmatisme in ons land.

Ondertussen is het theologisch seminarium te Stellenbosch als theologische faculteit in de universiteit opgenomen en zijn er nog vier theologische faculteiten aan onze universiteiten bijgekomen. De postgraduele studenten, die in het buitenland wilden studeren zijn dus in een vreemde traditie terechtgekomen, nl. de studie aan de V.U., in Amerika en in Schotland. Persoonlijk betreur ik deze gang van zaken, maar deze is de belangrijkste reden waarom de stroom niet naar Utrecht gevloeid is.

2. Invloed van zijn theologisch denken

Het besef dat alle theologie een verstaan van de Schrift vanuit de eigentijdse situatie - de eigen context - inhoudt, heeft in de laatste decennia ook in de Zuidafrikaanse theologie een sterkere nadruk gekregen. Bij de uitwerking van theologische modellen gaan de wegen echter uiteen. Daar zijn vooral drie eenzijdige theologische tendenzen vandaag in ons land te bespeuren. De eerste kan onder de ene noemer van de zwarte bevrijdingstheologie ondergebracht worden. Vanuit één centraal begrip, nl. bevrijding - vooral op politiek, sociaal en economisch gebied - wordt de toegang tot de Bijbelse boodschap verkregen. Het neomarxistische model van sociale analyse wordt toegepast waarvan de uitslag al voorspelbaar is: ongenuanceerd wordt de mensheid verdeeld in onderdrukkers en onderdrukten. Hierbij functioneert een antropologie, waarin de onderdrukkers ge-

heel en al als boos en alle onderdrukten als goed beschouwd worden. De ware kerk is dan alleen de 'church of the oppressed'. In deze theologische benadering overheerst de context en de ervaring boven de boodschap van de Schrift. Jezus Christus is voor de extreme standpunten van deze benadering slechts exempel. Geweld als middel tot politieke overname wordt steeds meer geaccepteerd.

De tweede eenzijdige theologische tendens betreft de charismatische beweging. Alles in de Bijbel wordt dan op een spiritualistische manier op het werk van de Geest betrokken en dan zeer dikwijls op de buitengewone dingen. Dit alles betekent een eenzijdig verstaan van de Schrift, een eenzijdige prediking en een eenzijdige praxis. Deze beweging trekt grote groepen mensen aan. Sociaal-politiek gezien levert deze theologie en dit geestelijk leven slechts een vlucht op uit de barre werkelijkheid van onze politieke crisis.

De derde eenzijdige theologische tendens, waartegen in gereformeerde kring gewaakt moet worden, is het dorre dogmatisme. De geschiedenis van de theologie bewijst, dat het mogelijk is om aan de geloofsartikelen een schijnbaar rechtzinnige uitleg te geven en een kennis van God te preken, die opgaat in dorre regels en zo vervalt tot wetticisme. Als Calvijn de scopus van de Schrift zoekt in de 'kennis van God', die er op gericht is de mens te brengen tot de verering van Zijn Naam, dan is 'kennis' in de betekenis van vóór de Aufklaiung bedoeld. Na de Verlichting is het begrip 'kennis' in rationalistische zin omgezet. Calvijn bedoelt niet alleen een intellectuele kennis van leerstellingen aangaande God, maar ook een persoonlijke en existentiële kennis, die ontstaat in het gebeuren van de ontmoeting met God Zelf. Bijbelse theologie in de vorm van een Woord-theologie is een kostbare erfenis van de Nederduitse Gereformeerde Kerk. Het gevaar is echter dat deze zo beoefend gaat worden dat ze weinig betrekking op de werkelijkheid van de existentiële situatie meer heeft.

In verantwoordelijke theologische kringen in de Ned. Geref. Kerk wordt er thans naar gestreefd een relevante Woord-theologie uit te oefenen, die de boodschap van het Evangelie duidelijker in onze context kan laten spreken. Tot deze ontwikkeling heeft het theologisch denken van H. Jonker beslist een bijdrage geleverd. Zijn theologie heeft ons overtuigd dat daar een praktisch-theologische bemiddeling tussen Woord-theologie enerzijds en ervaringstheologie anderzijds kan Q plaats hebben , zonder dat de dynamiek en de gang van het Woord door de ervaring overschaduwd wordt.

Het bijeenbrengen en op elkaar betrekken van Woord en existentie. Woord en

situatie heeft bij ons ingang gevonden. Jonker's begrip van 'existentiële Waarheid', waarin de uitgangspunten niet in de menselijke existentie maar in het Woord liggen , is uiterst waardevol gebleken. Vanuit deze beschouwing kan de 'Waarheidsverwerkelijking van de heilsopenbaring' plaatsvinden, waarin de Waarheid van het levende Woord door de prediking en het leven heen concreet verwerkelijkt wordt. Het was juist deze theologische winst die in ons land de weg gebaand heeft voor de sterke beïnvloeding van zijn gedachten in de liturgiek en de homiletiek.

Vreemd genoeg hebben de gedachten, die in de postacademiale leergang in de pastorale psychologie te Utrecht ontwikkeld zijn, hier niet zoveel ingang gevonden. Misschien heeft ons pastoraat hier te veel onder Amerikaanse invloed gestaan. Het was voor ons ook moeilijk om twee jaar lang twee dagen in de veertien dagen de leergang in Utrecht te volgen. Toch zijn de dissertaties over het pastoraat en de pastorale psychologie van W. Zijlstra, J.S. Hielema, J.J. Rebel en E.S. Klein Kranenburg, die onder leiding van Jonker tot stand kwamen, ook hier nauwkeurig bestudeerd. Maar zijn theologische benadering en zijn gedachten hebben voor de homiletiek en de liturgiek de grootste indruk gemaakt.

3. Het Woord in de werkelijkheid

Persoonlijk kom ik op voor een praktisch-theologisch ontwerp waarin het bovenstaande opschrift het kernbegrip is. Daartoe hebben de gedachten van H. Jonker, G. Ebeling en J. Firet een invloed op mijn denken uitgeoefend. Het is onmogelijk om binnen het bestek van deze paragraaf daarover iets zinnigs te zeggen. Dat heb ik elders gedaan. Hier geef ik slechts enkele gedachten weer ter erkenning van Jonker's invloed op mijn denken. Uiteraard is het een benadering die past in de Zuidafrikaanse situatie. 'Theologia viatorum', theologie van mensen onderweg, heeft immers oog voor historische, eigentijdse en geografische situaties.ll

Het doel van de praktisch-theologische bemoeienis is volgens mij om het ontmoetingsgebeuren tussen God en mens, mens en God en tussen mensen onderling te dienen. Dit gebeuren, dat wezenlijk communicatief is en gericht op heilsgebeuren, wordt op gang gebracht door de verschillende diensten of handelingen van de gemeente in dienst van het Evangelie. De verschillende handelingen, zoals de prediking, de catechese, het diakonaat, het pastoraat enz. moeten naar hun oorsprong,

opdracht en doel theologisch doordacht worden en het concrete gebeuren moet tijdens de handelingen theologisch-empirisch onderzocht worden.

De twee componenten, nl. de theologische (Woord-theologie) en de concrete handelingen in de levenssituatie van de gemeente (werkelijkheid) waarbij de existentiële, intermenselijke en maatschappelijke elementen ingesloten zijn, kunnen alleen zinvol op elkaar betrokken worden en tot praktisch-theologische inzichten leiden langs de weg van een spanningsvolle interpolaire dialoog. Wij moeten de interpolaire relatie niet dualistisch gescheiden zien, maar de dynamiek van het Woord in de werkelijkheid van het bestaan van de gemeente verbondsmatig samenvatten en vertolken.

Bovenstaande praktisch-theologische bemoeienis vindt haar oorsprong en 12 grond in de 'missio Dei'. Bij het lezen van de Bijbel als Woord van God communiceert de Schrift van de eerste tot de laatste bladzij één grote zaak aan ons: nl. de komst van God Drie-enig naar de mensen toe. De gehele Schrift getuigt van Gods woorden en daden tot heil van de mens. Elke heilshandeling van God, zoals de bladzijden van de Schrift ons ontvouwen tot op Christus toe, laat één ding op ons afkomen - God die naar ons toekomt in de wereld. En deze komst is heilbrengend. Vooral in de prediking, maar ook in de goede momenten van het pastorale gesprek, gaat het maar niet theoretisch over verhandelingen en beschouwingen 'de Deo', over God, zoals bijvoorbeeld bij de Groene Coccejanen (+ 1700 in Holland), maar er is een Adventus Dei aan de gang, de (aan)komst van God Zelf. Hij komt er aan in de gestalte van menselijke woorden. Hij komt naar ons toe. Hij ontmoet ons, en Zijn tegenwoordigheid schenkt ons het rijke heil. In het licht hiervan kunnen wij het begrip 'missio Dei' in dienst nemen als fundering van ons nadenken en onze handelingen in de communicering van het Evangelie. Wij bedoelen met 'missio Dei' het begrip in zijn oorspronkelijke trinitarische betekenis. In de vroege christelijke kerk heeft 'missio' betrekking op de zending van de Zoon door de Vader en na de uitstorting van de Heilige Geest door de Vader èn de Zoon naar de mensheid toe. Dit drukt de beweging van de Drie-enige God naar de wereld toe uit. Wij verstaan het begrip binnen de ruimte van het koninkrijk van God als het 'komen' van God in Zijn Woord naar de wereld met het pastorale optreden van Christus-gelovigen als intermediair. De communicatie van het Evangelie is dus ten diepste de praxis van God. Hij zelf spreekt Zijn Woord op de eerste plaats en Hij zelf biedt Zijn heil voor de wereld aan. In het proces neemt Hij mensen als medewerkers in dienst door het werk van de Heilige Geest.

Wanneer wij in dienst van het Evangelie optreden in getuigenis en dienst aan elkaar en aan de bijzondere samenleving, waarin wij leven, dan werken wij aan een levende ontmoeting met Jezus Christus. Dit is het waarop het aankomt in onze wetenschappelijke arbeid en dienstactiviteiten ten behoeve van het Evangelie van Jezus Christus. De sluit mij dus graag aan bij H. Jonker ten opzichte van de noodzaak van een persoonlijk geloof in Jezus Christus, van daaruit ontstaat weer de intermenselijke en de maatschappij-kritische bemoeienis en zorg.

Iedereen worstelt in Zuid-Afrika om verandering op politiek, sociaal en economisch gebied. De vraag is echter of de methodes tot verandering en de uiteindelijke visie op een nieuwe samenleving overeenkomen met de boodschap van het Evangelie en het koninkrijk van God. Ons getuigenis en onze dienst in de samenleving moet de ideologieën doorbreken en een verandering en bevrijding aanbrengen, die naar het ideaal van de waarden van het Koninkrijk zijn gevormd, zoals wij die in de Schrift vinden. Deze visie (tegenover het geweld, de verpolitiekte kerken, het activisme en de kreet 'vox populi vox Dei') moet meen ik door onze praktisch-theologische arbeid aan de kerk voorgehouden worden. Wij verwachten onze bevrijding en een zinvol bestaan alleen van de doorwerking van het Evangelie van Jezus Christus. Politieke ideologieën, van welke aard ook, hebben ons al te veel ontgoocheld.

4. Dialogisch denken

De praktisch theoloog heeft de taak om theoretisch te reflecteren over het gebeuren tussen God en mens, mens en God en tussen mensen onderling aangaande het christelijk geloof en de geloofspraxis binnen de context van de gemeente, de gemeente in de samenleving en het koninkrijk van God. Deze theoretische reflectie loopt uit op formulering, herformulering of herziening van theologische theorieën voor de praxis. Echte praktisch-theologische theorieën zullen het gevolg zijn van een reflectie waarin Woord en werkelijkheid op elkaar betrokken zijn. Ik wil het nadenken over dit gebeuren, dat het object van ons vak is, graag in een totaliteitsvisie beschouwen. De kom graag op voor een holistische benadering in de filosofische traditie van Jan Christiaan Smuts, Zuidafrikaans staatsman en filosoof. De kom ook graag op voor dialoog tussen de verschillende elementen die in een totaliteitsvisie worden samengehouden. Zo heeft in het praktisch-theologisch denken een dialoog plaats tussen Woord en werkelijkheid, theologie en filosofie, psychologie, sociologie en communicatie-kunde. Zo is er een dialoog tussen

gemeenteleden onderling, gemeente en samenleving, tussen de culturen en het levensgevoel van onderscheidene groepen en rassen.

Om dat gebeuren, die interacties en die dialoog, die soms op een bedrijvig mierennest lijken binnen het object van ons vak, in een relevante theologische totaalvisie te verstaan hebben wij de theologische 'Vemunft' als orgaan van de praktische theologie nodig, zoals Jonker deze in zijn afscheidscollege heeft ontwikkeld.'^

De theorieën, die voor de praktijk in de praktisch-theologische reflectie uitgewerkt worden hebben de volgende doelstellingen: het opwekken tot het geloof in Jezus Christus, de opbouw van het geloof (gemeente-opbouw), getuigenis en dienst aan de samenleving (apostolaat) en een maatschappij-visie, die de hoop levend houdt voor ons land en zijn inwoners in de hedendaagse crisissituatie.

De ontmoetingen met prof. Jonker en het lezen van zijn oeuvre wekken bij mij als Zuidafrikaner steeds hoop - al is het soms hoop tegen beter weten in. Misschien hebben wij de hoop het meeste nodig in ons land met zijn complexe problematiek.


* Prof. dr. H.J.C. Pieterse heeft als predikant vier gemeenten gediend in de Ned. Geref. Kerk en is thans professor en directeur van het departement praktische theologie aan de Universiteit van Zuid-Afrika (Unisa) te Pretoria. De redactie ontving zijn artikel in het Afrikaans en heeft het in het Nederlands laten vertalen. De schrijver is een vooruitstrevende Afrikaner wat blijkt uit dit artikel en al eerder uit zijn publicatie Nadenke van ' n Afrikaner, Gedagtes oor die bestaan nd die omwenteling, Gnosisboeken, Pretoria 1986, o.m. over het lijden van de zwarte Zuidafrikaner (red.).

' H. Jonker, En toch preken, Nijkerk 1973, 44-71.

^ H. Jonker, Theologische Praxis, Nijkerk 1983, 74.

H. Jonker, aangehaald door J.H. van de Bank in Ervaren Waarheid, Nijkerk 1984, 22.

J.H. van de Bank, Ervaren Waarheid, 10.

Vgl. CA. van Peursen, Michel de Montaigne, het reizen als wijsgerige houding.

Theologische Praxis, 183 e.v., uitgewerkt in Sporen van een slag, een pelgrimage na Verdun 1916, Fibula-Van Dishoeck, Haarlem 1981, 121 e.v.

Vgl. F.E. Deist, Kan ons die Bybel dan nog glo? Onderweg na 'n gereformeerde Sk skouing. Pretoria 1986, 35-36.

J.H. van de Bank, Ervaren Waarheid, 20.

Q Jonker in Ervaren Waarheid, 50 en in Woord en Existentie (oratio inauguralis), Wageningen 1959.

H.J.C. Pieterse, Die Woord in die Weridikheid, 'n teologie van die prediking, Pretoria 1988.

Theologische Praxis, \6. •

Theologische Praxis, 55.

J. Firet, Het agogisch moment in het pastorale optreden. Kampen 1977.

Dit 'denken in dialoog' is uitgewerkt door de Zuidafrikaanse dichter en filosoof N.P. van Wijk Louw (ook een tijd hoogleraar geweest aan de Universiteit van Amsterdam), vgl. J. Biezen (red.). Voortbestaan in Gerechtigheid: dichten en denken van N.P. van Wijle Lou Leiden 1985, 57 e.v.

Ervaren Waarheid, \19 t

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1988

Theologia Reformata | 170 Pagina's

WOORD EN WERKELIJKHEID

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1988

Theologia Reformata | 170 Pagina's