Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ERNST LAN­GE EN DE PREDIKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ERNST LAN­GE EN DE PREDIKING

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jaap H. van der Laan, ERNST LAN­GE EN DE PREDIKING, 398 blz., ƒ 67, 50, Kok, Kampen 1989.

Ernst Lange's naam is bekend geworden door het experiment van de zogenaamde 'Laden-Kirche' in Berlijn en door zijn fundamentele bijdrage aan het project van de

'Predigtstudien'. Intussen is zijn naam meer bekend dan zijn theologie. In dit geval wil dat zeggen: dan zijn homiletiek. Ik heb de indnjk dat velen met Lange's homiletisch werk geen raad weten. Dat komt door heel specifiek, maar wel fijnzinnig taalgebruik, èn door de inhoud van zijn werk.

Tegen deze achtergrond is het belangrijk dat dr. Van der Laan (medewerker aan de theologische universiteit van (synodaal) Gereformeerd Kampen) zijn proefschrift aan hem heeft gewijd, onder promotorschap van prof. Runia.

Men voelt in de behandeling de weerbarstigheid van de stof. Eigenlijk heeft Van der Laan veel meer gedaan dan een inleiding in Lange's homiletische theorie gegeven. Hij heeft naar mijn oordeel drie dingen gedaan: Lange's werk in ontwikkeling en innerlijke samenhang opengelegd. Een groot stuk van het proefschrift is gewijd aan het verhelderen van Lange's moeilijke gedachtengang. Er komen om deze reden veel citaten in het proefschrift voor, en veel verklarende opmerkingen in de noten. Vervolgens heeft de schrijver getracht misvattingen en interpretaties van anderen recht te zetten, en aanvullende, nog onbekende gegevens (met name met betrekking tot biografie en bibliografie) aan de lezer voor te leggen. Daarin is hij stellig geslaagd. Hij put uit correspondentie met een zwager van Lange en met officiële instanties, bijvoorbeeld met het kantoor van de Wereldraad. Tenslotte heeft de schrijver Lange's homiletische grondlijnen geschetst. Zo omschrijf ik de ondertitel: een inleiding in zijn homiletische theorie. En dit alles niet in drie verschillende onderdelen, maar door elkaar heen. Dan heb ik nog niet eens herinnerd aan de zeven preken die in een appendix zijn opgenomen. In het derde deel (systematische samenvatting) zijn ook al verschillende preken in samenvatting weergegeven.

Dit derde deel is het substantiële deel. Eraan vooraf gaan 'Een inleiding' en 'Een kennismaking met Lange', waarin we een stuk levensgeschiedenis en een overzicht van zijn werk aantreffen. Deel vier bevat een intermezzo: 'Lange en de theologen' (van Niebergall tot Tillich). Deel vijf is de evaluatie, zes de reeds genoemde appendix en zeven de bibliografie.

Het boek bevat een ware introductie tot Lange, tot zijn werk als predikant en theoloog, tot zijn publicaties en tot zijn homiletiek.

De schrijver waardeert Lange, omdat deze de weg gebaand heeft voor een praktisch-theologische bezinning op de preek. Zo heeft hij de homiletiek bevrijd uit de bevoogding door de systematische theologie. Lange heeft aandacht gevraagd voor de homiletische situatie (de hoorder is zijn thema). Hij heeft die situatie theologisch geduid tot een situatie van aanvechting. Deze aldus geduide situatie is een constitutieve factor in het zoeken naar en vinden van wat hier en nu gezegd moet worden. Aanvechting èn belofte zijn de twee kernwoorden in Lange's homiletische theorie. Het gaat erom dat de prediker zowel de nood van de hoorder peilt als de Not-wende weet aan te brengen, het heil van God in Jezus' opstanding. De belofte staat haaks op de nood-situatie, maar mag toch als triumferend verkondigd worden. De preek is een procesgebeuren. Proces betekent hier het proces van de preekvoorbereiding, waarbij de homileet een aantal fasen doorloopt. Proces betekent ook het rechtsgeding tussen de taal van de belofte en de taal van de feiten. De hoorder is de rechter. Deze bepaalt of de preek gelukt is. De hoorder zit niet (meer) in de tekst, zoals in de na-oorlogse homiletiek werd gesteld. Neen, de hoorder is de beoordelende instantie, en dat naar mijn gedachte in tweeërlei opzicht: De preek moet van hem uitgaan. En: hij beoordeelt de preek. Hij velt vonnis, om het wat scherp te zeggen.

Hier ligt voor ons ook het probleem: Niet het Woord is uitgangspunt, maar de

hoorder. Er zit een merkwaardige spanning tussen Lange's positie en Van der Laans interpretatie. Men lean Lange's homiletiek als christologisch kwalificeren. De schrijver wil Lange pneumatoiogisch interpreteren. Dat wil zeggen, hem brengen in de buurt van Rudolf Bohren die een van de scherpste critici van Lange is geweest. Betekent deze verschuiving in de richting van de pneumatologie niet een ingrijpende verandering in Lange's theorie? Mijn moeite kan ik ook als volgt verwoorden. De schrijver .spreekt over een paradigma-wisseling. Er vindt een opschuiving plaats in de richting van een functionele communicatietheorie. Hiermee hangt samen de reeds vermelde bevrijding uit de bevoogding door de .systematische theologie.

Blijft er bij deze paradigma-wisseling nog wel ruimte over voor enige inbreng van de systematische theologie, voor enige inbreng van de dogmatiek? Van der Laan doet zijn best hiervoor een zekere ruimte bij Lange te reserveren. Er moet echter wel het een en ander geschaafd en verschoven worden (vooral blz. 303-315), voordat dit gelukt. De schrijver moet toegeven dat het kernwoord 'Anfechtung' al te generaliserend door Lange wordt gebruikt. Dit begrip wordt in diens eigen preken niet helemaal waar gemaakt. Als een auteur zijn eigen theorie niet in praktijk brengt, geeft dat op zijn minst te denken. Van der Laan onderkent dat ook, maar waardeert dat anders dan ik het zou doen.

Een andere vraag is of het resultaat van de overgang van Anfechtung naar Belofte (dus naar de verwerkelijking van het heil) niet zelf weer tot Anfechtung wordt.

Als de situatie constituerend is voor de preek, houdt het Woord dan wel zijn reformatorische prioriteit? Dat is de meest kritische vraag die aan Lange te stellen is. Deze vraag krijgt temeer klem, nu Van der Laan het pneumatologische kader zo scherp aanzet.

We krijgen geen informatie over de in­ vloed van Lange op hedendaagse homileten. Van der Laan schrijft wel over voorgangers en tijdgenoten ('de theologen'). Latere homileten blijven buiten het plaatje.

We hebben waardering voor deze uitvoerige introductie tot Ernst Lange in het Nederlandse taalgebied. In Postille 41 heeft Van der Laan een artikel geschreven, 'Hoe maakt men een preek? ' Daarin heeft hij Lange's inzichten in praktijk gebracht.

A.

W.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

Theologia Reformata | 374 Pagina's

ERNST LAN­GE EN DE PREDIKING

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

Theologia Reformata | 374 Pagina's