Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DAS LIEBESGEBOT IM JOHANNESEVANGELIUM UND IN DEN JOHANNESBRIEFEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DAS LIEBESGEBOT IM JOHANNESEVANGELIUM UND IN DEN JOHANNESBRIEFEN

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jörg Augenstein, DAS LIEBESGEBOT IM JOHANNESEVANGELIUM UND IN DEN JOHANNESBRIEFEN (Beitrage zur Wissenschaft vom Alten und Neuen Testament, Siebente Folge, Heft 14), 207 S., DM 79-, Kohihammer Verlag, Stuttgart-Berlin-Köln 1993.

Na een beknopte inleiding, waarin onder andere de stand van zaken met betrekking tot het exegetisch onderzoek wordt weergegeven, onderzoekt de schrijver de teksten in de Johanneïsche geschriften over het gebod tot liefhebben (agapaoo). Ter sprake komen passages uit Johannes 13, 14, 15, 17, I Johannes 2 : 7-11, 3 : 11-18, 4:7-5 : 5 en de gegevens uit II en in Johannes. Het voorlaatste hoofdstuk probeert de traditiehistorische samenhangen in kaart te brengen.

De schrijver komt tot de conclusie, dat het gebod om elkaar lief te hebben een interpretatie is van het bijbelse liefdesgebod uit Leviticus 19 : 17-18 in het hcht van de met Christus' komst ingetreden heilstijd. Jezus' liefde is grond en model voor de onderlinge liefde van de discipelen. De liefde tot de ander vormt een eenheid met de liefde tot God.

Binnen de Johanneïsche geschriften is er sprake van een uniform begrip 'liefde' zij het ook dat in de verschillende geschriften verschillende aspecten ontvouwd worden.

Van 'conventikelvroomheid' is geen sprake. Het gebod tot broederliefde staat in de context van de uitzending van de leerlingen in de kosmos.

In de Johanneïsche geschriften wordt teruggekeken op de scheiding tussen gemeente en synagoge. Deze scheiding roept binnen het messiaanse volk van God vragen op. Het heil is toch uit de Joden. Daarom juist is er het vermaan tot belijden van Jezus als de Messias en tot de beoefening van de liefdesgemeenschap. Bij de haat der wereld is niet alleen aan vijandschap van de kant van de Joden te denken, maar ook aan bedreiging door de Romeinse overheid. In de eerste brief van Johannes worden de tegenstellingen getekend in het licht van de eindtijd.

Hoewel de conclusies niet verrassend zijn te noemen, neemt dit toch de waarde van deze studie niet weg. Zij is gelegen in een grondige exegese met veel aandacht voor details. De verbinding van het gebod der liefde met Leviticus 19 is van belang met het oog op de eenheid tussen Oude en Nieuwe Testament.

Ede

A.N.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

Theologia Reformata | 334 Pagina's

DAS LIEBESGEBOT IM JOHANNESEVANGELIUM UND IN DEN JOHANNESBRIEFEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

Theologia Reformata | 334 Pagina's