Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aantekeningen bij het Hoogllied

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aantekeningen bij het Hoogllied

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hooglied 7 .70-/5

/. van Eek

De tegenstelling tussen letterlijke en geestelijke uitleg is vals. Ook voor het Hooglied geldt het reformatorische uitlegprincipe: e letterlijke betekenis IS de geestelijke. De liefde die Salomo en zijn bruid verbindt IS 'een vlam van de HEERE' (Hooglied 8 : 6)

'Lied der liederen' (1:1). Het lied dat alle liederen overtreft. Het lied ook waar alle liederen heenwijzen, dat alle liederen samenvat. Het deelt van zijn gloed mee aan de andere liederen in de Schrift. Het maakt in hen de grondtoon van de liefde hoorbaar. In dat opzicht is het wat 1 Korinthe 13 voor de brieven van Paulus is.

Het 'lied der liederen' heeft zijn uitstraling tot ver buiten de Schrift. Het heeft niet alleen een constante stroom herdichtingen van de nieuwe liederen geïnspireerd (waarvan de Hooglied-berijming van Jacobus Revius één van de mooiste is), het is maatstaf voor alle zingen en brengt ook de diepste intentie ervan aan het licht. Sinds de mens - man en vrouw - geschapen is, is de grondtoon van alle zingen die van het liefdeslied.

'Dat van/over Salomo is' (1 : 1). Het Hooglied beschrijft niet de liefde van de man en vrouw in het algemeen, maar die tussen Salomo en een jonge bruid uit Israël. De koning van Israël was geroepen in zijn leven en handelen de liefde van God voor zijn volk te weerspiegelen.

'Er zijn zestig koninginnen en tachtig bijvrouwen, en meisjes zonder tal' (6 : 8). In 1 Koningen 11 worden nog veel grotere aantallen genoemd. De liefde die in het Hooglied wordt beschreven, licht op tegen de donkere achtergrond van het ooster-

se haremwezen. De vrouw in dienst van het mannelijk machtsvertoon. Maar 'enig is zij, mijn duif, mijn volmaakte' (6 : 9). In DEZE liefde weerspiegelt Gods liefde zich.

Ook de gestalte van de bruid staat tegen een donkere achtergrond. Ze wordt hard behandeld door haar broers en moet in de brandende zon een wijngaard bewaken (1 : 6). Ze wordt uit de 'woestijn' (3 : 6) naar Jeruzalem gebracht. Dat woord roept het beeld op van een dorre aarde waar men voor het pure overleven op God aangewezen is. Zij wordt pas door de liefde van de koning 'ah één die vrede vindt' (8 : 10). Sjaloom in de diepste zin van het woord: en leven waarin tastbaar heil ervaren wordt.

Het Hooglied wil als een gedicht gelezen worden. Het is in beeldende taal geschreven. De beelden die de dichter gebruikt, willen niet zozeer uitgelegd worden, alswel iets oproepen. De liefde van Salomo en zijn bruid wordt in beelden en gebeurtenissen zo voor onze ogen uitgetekend. Al deze beelden en gebeurtenissen verwijzen naar dezelfde kern: de gloed en de vreugde van de liefde die in hen brandt. Zo laat zich iedere perikoop van het Hooglied bepreken zonder dat men zijn toevlucht hoeft te nemen tot toepassingen waaraan de dichter naar alle waarschijnlijkheid nooit heeft gedacht. Of zou men de gemeente nog serieus willen voorhouden dat de borsten van de bruid het Oude en Nieuwe Testament of het Woord en de sacramenten zijn? (Zo de statenvertalers bij hoofdstuk 4, vers 5).

De beweging van de liefde die Salomo uit zijn paleis naar zijn geliefde drijft, is dezelfde als die zichtbaar wordt in Christus 'die om ons mensen en om onze zaligheid is neergekomen uit de hemel' (Geloofsbelijdenis van Nicea/Constantinopel). Een lichte verwijzing is genoeg om te laten zien dat de liefde die in Salomo brandde, in Jezus volkomen gestalte kreeg.

De liefde van man en vrouw in Christus, vertoont dezelfde beweging: en 'zich geven' van de man, van de kant van de vrouw een 'zich stellen onder (zijn) bescherming' (Ef. 5 : 25, 22). Deze beweging wordt in het Hoogüed levendig getekend.

In het ontwaken van de natuur in de lente (2 : 10-13) en de bloeiende landschappen weerspiegelt zich de liefde van de Schepper die het paar van alle kant omringt.

Proeve van een uitleg bij hoofdstuk 7, vers 10 t/m 13. De bruid spreekt:

Ik ben van mijn liefste. En zijn begeerte gaat tot mij. Kom, mijn liefste. Laat ons uitgaan het veld in. Laat ons overnachten in de dorpen. Laat ons in de vroegte naar de wijngaarden gaan, Laat ons kijken of de wijnstok gaat ontbotten. Of de bloesem ontspringt. De granaatappels uitlopen. Daar zal ik jou mijn liefde geven. De liefdesappelen geven reuk af. Bij onze deuren ligt allerlei kostelijke vrucht. Vers en oud. Voor jou mijn liefste, heb ik ze weggelegd.

In de eerste zin geeft de bruid aan dat ze er geheel voor haar geliefde is en dat van de andere zijde zijn begeerte uitgaat tot haar. De liefde in het Hooglied is fundamenteel wederzijds. Zij gaat van beide kanten uit tot de ander. Een gedachte die steeds in het Hooglied wordt herhaald (2:16; 6:3). De liefde die hier getekend wordt, is een weerspiegeling van de goddelijke liefde die de mens tot vrije moederliefde herschept. Wie zich zo door God bemind weet, heeft de ander op dezelfde wijze lief.

De tekst roept het landschap op waarin de geliefden zich bewegen: het open veld, de nacht in de dorpen, de morgen in de uitlopende natuur. De bruid wil met haar geliefde 'uitgaan' (uit de dicht bevolkte wereld van de stad namelijk), de vrije natuur in, waar de overvloed brengende liefde van de Schepper zich meer direct, meer tastbaar aan ons voordoet. Het Hooglied leert ons die genieten. Het veld in, met God en met de ander. Aandacht geven aan de dingen. Zien.

De manifestatie van goddelijke overvloed verlevendigt de liefde van de bruid tot haar geliefde. 'Daar', aan alle kanten omringd door de overvloedige liefde van de Schepper, wist zij hem haar liefde geven, een doorgeven wat God haar eerst gegeven heeft. Hoe machtig concreet is de wederzijdse overgave van man en vrouw in Christus die Paulus ons leert (zie de boven aangehaalde woorden uit de brief aan de Efeziërs).

De liefde doet de schepping met nieuwe ogen zien. Zonder die liefde weet men haar slechts te plunderen. DE bruid leerde de schepselen te ontvangen en door te geven als een geschenk: 'Voor jou, mijn liefste, heb ik ze weggelegd'. Kan het tederder?

Jammer dat het Hooglied uit valse schaamte ver uit het bewustzijn van de gemeente is gedrongen. Zonder het Hooglied is het beeld van Gods brandende liefde tot ons mensen dat de Schrift ons tekent, niet compleet. Revius wist dat en gaf de Hooglied-berijming een centrale plaats in zijn dichterlijke oeuvre. Geloof zonder een vleug eros dreigt zijn spontaniteit te verliezen. Ook ons beeld van de liefde tussen man en vrouw is zonder het Hooglied niet compleet. Overdenking van het Hooglied behoedt die liefde voor verdorren. Jammer ook omdat het Hooglied ons een taal leert waarin men zonder schaamte over de liefde kan spreken en ook zonder haar te verlagen. Nodig, juist in deze tijd.

Veel van de rijkdom van het Hooglied laat ik liggen. Ik wijs alleen nog op de vrienden van de bruidegom en vooral de vriendinnen van de bruid. Met hen deelt zij haar verlangen en haar vreugde. Zij tonen ons de ware vriendschap die zich in het geluk van de ander verheugt.

Tot slot een herinnering. Zagreb, winter '95/'96. Pleso, de kazerne waar VN-militairen uit alle delen van de wereld gelegerd zijn. De meeste nationaliteiten hebben eigen bars. Kleine ruimten, stampende muziek, drinkende en dansende mensen. Sommigen hangen tegen elkaar om een beetje warmte te voelen, ver van huis in de besneeuwde kazerne met zijn fantasieloze bebouwing. Andere spelen dansend het spel van uitdaging en afstoting. Straks begeven zij zich naar hun slaapplaatsen met een duf hoofd van de muziek en de alcohol. Ik vraag me af: Wat zoeken ze iedere avond zonder het te vinden? Zouden ze het zelf wel weten?

Laat de gemeente het Hooglied aanheffen in een wereld waarin de liefde in verkilling overgaat. Wie weet hoeveel instemming het zal vinden. Immers, de grondtoon van alle zingen is het liefdeslied.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

Theologia Reformata | 353 Pagina's

Aantekeningen bij het Hoogllied

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

Theologia Reformata | 353 Pagina's