Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GOD ROEPT ONS TOT ZIJN DIENST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GOD ROEPT ONS TOT ZIJN DIENST

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

W.H.Th. Moehn, GOD ROEPT ONS TOT ZIJN DIENST. Een homilelisch onderzoek naar de verhouding tussen God en hoorder in Calvijns preken over Handelingen 4:1 - 6:7, 388 blz., ƒ 52-Kok-Kampen 1996.

Waarom het proefschrift van collega Moehn ons pas tweeënhalf jaar na verschijning werd aangeboden, weet ik niet. Excuus voor deze vertraging. In ieder geval kan er niet achter zitten dat dit boek slechts van geringe betekenis zou zijn. Het tegendeel is het geval. Het gaat om een rijke en rijpe studie, waarvan de prestatie te meer respect afdwingt als men bedenkt dat het een jeugdwerk betreft. De rijpheid van dit onderzoek komt aan het licht door de brede kennis van de vakliteratuur, maar evenzeer door de evenwichtige analyse en afgewogen conclusies. De rijkdom is gelegen in het niet alledaagse feit dat hier een praktisch-theologische studie wordt geboden die de grenzen van dit vakgebied weldadig verruimt door kerkhistorische nauwlettendheid en dogmatische feeling. Een (verlate) gelukwens is op zijn plaats, waarin we graag mede de promotor prof.dr. M.J.G. van der Velden alsook prof dr. W. Balke als begeleider betrekken. Met deze laatste had Moehn in 1994 het gigantische karwei al geklaard om de in manuscript bewaard gebleven 44 preken van Calvijn over Hand. I - 7 uit te geven in een voorname editie (Supplementa Calviniana 8).

De boeiende vraagstelling die de auteur als vertrekpunt kiest is de kwestie hoe Cal vijn in zijn prediking de brug slaat tussen God en hoorder. Voor de analyse van de stof wordt gebruikgemaakt van de befaamde Heidelberger methode, waaraan de naam van R. Bohren is verbonden. De zorgvuldigheid waarmee Calvijns homiletische oeuvre op deze manier wordt afgeluisterd levert menig verrassend doorkijkje op. De compositie van het boek ziet er als volgt uit: op de inleiding volgt in vier hoofdstukken het verslag van de analyse en de interpretatie van Calvijns onderzochte preken. Respectievelijk komen daarbij aan de orde de praxis van de ontmoeting tussen God en hoorder in de geselecteerde preken, de toepassing op de context waarin de hoorder verkeert (gezin, gemeente, samenleving), het religieuze spanningsveld waarin de preken (polemisch) opklinken en Calvijns homileti.sche bezinning. Hoofdstuk 6 sluit af met een evaluatie.

Het is zonder meer een leerzaam genot om Moehn op zijn ontdekkingstocht te volgen. Diep komt men onder de indruk van Calvijns homiletische bezieling en niet minder van zijn brede actieradius. Wat mij vooral weer heeft getroffen, is dat er ook in déze preken geen sprake is van enige predestinatiaanse insnoering, maar dat Calvijn het Woord van gebod en belofte onbekrompen verkondigt. Her en der komt dit aspect in Moehns studie helder uit de verf. Wel denk ik dat Calvijns gemeentebeschouwing er wat spanningsvoller uitziet dan dat de auteur voor waar houdt. Zwakt men (pneumatologisch) de spanning niet in optimistische zin af, wanneer men uit Calvijns formulering dat wij in de verkondiging 'door de vergeving der zonden deelgenoot worden gemaakt van al Gods weldaden", de conclusie trekt dat 'de gemeente leeft uit het verkondigde heir(99)? Zo'n zinnetje behoeft wel toelichting. Op diverse momenten, juist ook in deze studie, blijkt dat leven onderde, bediening van het heil nog geen leven uit het heil-zelf impliceert.

Een van de vele pluspunten van deze dissertatie is dat ons biereen gedetailleerd homiletisch portret wordt geboden van een man die enerzijds vanwege Gods erbarmen onbekommerd het Evangelie bedient en die anderzijds vanwege de menselijke erbarmelijkheid en weerbarstigheid bekommerd is om het effect van zijn prediking. Het is deze paradox van rustig Godsvertrouwen en gepassioneerde

vurigheid ('vehemence' noemt Cal vijn het) die de prediker Calvijn voor ons zo herkenbaar maakt en die het lezen van Moehns boek tot een inspirerende ervaring maakt.

D.

A. de R.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999

Theologia Reformata | 307 Pagina's

GOD ROEPT ONS TOT ZIJN DIENST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999

Theologia Reformata | 307 Pagina's