Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wanneer Gij door het vuur zult gaan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wanneer Gij door het vuur zult gaan

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Toen de HEERE zag, dat Hij zich daarheen wendde, om te bezien, zo riep God tot Hem uit het midden van het braambos.' (Exodus 3:4)

W. Verboom

Dit is een meditatie voor predikanten en allen die leiding geven in de christelijke gemeente. Wij zijn herders, die net als Mozes de schapen weiden, die aan onze zorg zijn toevertrouwd. God komt tot ons. Daarvan getuigt de tijd van advent, die ons heenleidt naar het heilsfeit van Kerst. God komt, zoals Hij eenmaal kwam tot Mozes. Ongedacht en overrompelend. Vreeswekkend en vertroostend.

Het licht valt in dit bijbelgedeelte op Mozes. Hij woont sinds zijn vlucht uit Egypte in Midian. Hij is getrouwd met Zippora, de dochter van de priester Jethro. Hij is ondertussen vader geworden van een zoon, Gersom, en is nu al jaren de herder van de kudde van zijn schoonvader.

Op het moment dat het verhaal in Exodus 3 begint loopt Mozes voor zijn kudde schapen uit, achter de woestijn, op zoek naar weidegrond. Zo komt hij bij de berg Gods. (vers. 1) Het is de berg Sinaï, waar de HEERE God zich later zal openbaren aan Zijn volk.

Daarom noemt de schrijver die berg nu al de berg Gods.

Dan gebeurt het. Ik probeer het te zien door de ogen van Mozes.

Er staat een doornstruik in brand. Gebeurde dat misschien wel eens meer door de hitte van de brandende zon, nu is er iets bijzonders aan de hand. De doornstruik staat wel in brand, maar hij verbrandt niet. Dat is het wat Mozes fascineert.

Er zijn heel wat theorieën over de betekenis van die brandende doornstruik. Ik kies op gezag van verschillende rabbijnen' voor de volgende optie. De doornstruik is hier een beeld voor het volk Israël. Nu kent het Oude Testament verschillende beelden uit de natuur voor Israël. Zoals de edele wijnstok, de vruchtbare wijngaard en de sierlijke ceder. Maar hier is het volk Israël als een doornstruik. Waarom? Omdat de doornstruik

de meest verachtelijke struik is die men zich maar voor kan stellen. In Richteren 9 wordt er de spot mee gedreven als mensen een leider kiezen die met een doornstruik te vergelijken valt.

Het volk Israël is in de situatie van Exodus 3 temidden van alle andere volken het meest verachtelijke volk. Omdat het in Egypte zucht en schreeuwt van pijn. (Ex. 2:23)

De doornstruik staat ook nog in brand. Mozes moet daar meer van weten. Is het laaiend vuur in de doornstruik niet een extra beeld van de hitte van de verdrukking, die het volk Israël ondergaat? Sommige uitleggers bedenken de vreemdste theorieën om aannemelijk te maken dat er geen sprake kan zijn van echt vuur. Sinds Bultmann kunnen we dat immers als weldenkende mensen niet meer geloven?

Maar is het nu juist niet het belangrijkste punt in deze geschiedenis, dat dit vuur echt vuur is? Het is volstrekt menens met de verschrikkelijke werkelijkheid van het lijden van Israël in Egypte. Niets daarvan af. Het is de realiteit van Psalm 66:12: Wij waren in het vuur.'

De spanning loopt op. Want de auteur vertelt nu dat de Engel des HEEREN aan Mozes verschijnt uit het midden van het vuur van de brandende doornstruik. De Engel des HEEREN is geen gewone hemelbode. De Mal'ak JHWH is de personificatie van de HEERE zelf, zoals uit vele voorbeelden uit het Oude Testament kan worden aangetoond.^ In dit gedeelte blijkt ook duidelijk dat de Engel des HEEREN geïdentificeerd moet worden met de HEERE zelf. In vers 4 lezen we van de HEERE dat Hij ziet dat Mozes naar de doornstruik toeloopt en dan roept Hij uit het midden van de doornstruik: ozes, Mozes. Ik kan hieruit alleen maar concluderen dat de HEERE zelf zich bevindt in het vuur van de doornstruik. Met andere woorden: e HEERE bevindt zich midden in de hitte van de verdrukking van zijn volk. Straks zegt Hij dat ook met zoveel woorden: Ik ben neergekomen.'(vers 8) De HEERE is dus van Zijn hoge troon in de hemel neergedaald in de lage staat van zijn volk. In de diepte openbaart Hij zich aan Mozes. Dat is voor mij het schokkende wonder dat ons wordt verteld in het fenomeen van de brandende doornstruik. Zeker kan het vuur ook geassocieerd worden met de heiligheid van God.^ De plaats waarop Mozes staat is niet voor niets heilig. Hij trekt zijn sandalen uit en verbergt zijn aangezicht. Er is een eerbiedige distantie tussen de HEERE, Die zich openbaart en de mens Mozes, maar tegelijk met die distantie, ja in die distantie is er een heel bijzondere nabijheid. De HEERE is geen vuur-god, zoals sommige exegeten beweren", maar Hij is de God die neerdaalt in het vuur. Zoals later de engel van God neerdaalt in de vurige oven in Babel waar zich de vrienden van Daniël bevinden. (Dan. 3:28) Hij zoekt Zijn volk op temidden van dood en verderf. In het laaiende vuur hoor ik de HEERE met Zijn volk mee zuchten (2:23).

Dit werpt een nieuw licht op de Naam, waarmee God zich openbaart in vers 14. Hij zegt tegen Mozes: Ik ben, Die ik ben. Ik ben er bij. Ik ben er ook in, in het vuur van de ver-

drukking. Dat bedoelde Ik toen Ik aan Abraham, Izak en Jakob beloofde om met hun nageslacht te zijn. Om met hen te zijn overal waar zij zouden heengaan. Tot in die diepte reikt de liefde en de trouw van Mijn verbond. Ik zal u niet begeven. Ik zal u niet verlaten. De HEERE toont Zijn mede - lijden met Zijn volk. Maar niet als een Machteloze. ' Ik ben neergekomen, dat Ik het verlosse uit de hand van de Egyptenaren.'(vers 8) De HEERE is reddend in het vuur gekomen. Daarom verbrandt de doornstruik niet. (vers 2 en 3) Daarom verteert het volk Israël niet.

Zo is de HEERE, de God van Israël. Hij, Die zeer hoog woont, daalt zeer laag neer. Dat is wat D.C.Chantepie de zelfonüediging van God noemde.'' Zijn hoogheid verbergt zich in zijn vernedering. Zijn macht is niet te zien, maar slechts te horen en te geloven, (vers 6) Hij gedenkt aan Zijn verbond.

Ik trek nu in gedachten de lijn door. Wat hier gebeurt bij de berg Gods wijst heen naar wat God heeft gedaan in de volheid des tijds. Dan wordt het op een heel bijzondere wijze advent. Dan daalt God op een heel bijzondere manier neer. Dan wordt God mens. Dan wordt het Woord (de Logos) vlees. God daalt in Zijn Zoon neer in de diepte van ons verdorven, schuldige bestaan. In de slavernij van onze zonden. Hij heeft geen gedaante noch heerlijkheid. Hij is veracht en de onwaardigste onder de mensen. (Jes. 53:1 en 3) Zo is onze God! Geen verre onbewogen God, maar een God Die onze ellende tot de Zijne maakt. Die benauwd is in onze benauwdheid. (Jes. 63:9) In de kribbe van Gods Zoon zie ik het hout van de doornstruik terug en het kruis van Golgotha is op zijn beurt - naar een woord van Luther-gemaakt van het hout van de kribbe. Uit hetzelfde hout gesneden is de doornenkroon die Hij draagt als het symbool van de verachtelijkheid, de vloek die wij ons op de hals hebben gehaald. Jezus, de Zoon van God, hangt op Golgotha in het vuur van Gods toom. De lijdende is nu niet alleen de mede - lijdende, maar de alleen - lijdende. Als de alleen - lijdende lijdt Hij voor ons. Hij draagt het gericht van God op onze zonden. Hij is de Doornstruik, Die wel wordt verteerd. In mijn plaats, in onze plaats. Deze plaats is heilig voor mij, onheilige. Ik aanschouw uw heerlijkheid met vrees en beven. (Joh. 1:14) Ik verberg mijn gezicht in ootmoed. Ik aanbid U.

Wij moeten ais herders deze adventsboodschap met Mozes leren en opnieuw leren om te weten wat ons te doen staat. Om te verkondigen wie God in onze tijd is.

De HEERE is neergekomen om Zijn volk uit de laaiende vuurbrand te brengen tot de exodus, de uittocht uit Egypte. De brandende doornstruik en de exodus horen bijeen. Zoals het kruis en de opstanding van de Zoon van God bijeen horen. Terwijl het alles lijkt dood te lopen met Jezus, overwint Hij satan, hel en dood. Jezus zegt: En dat de doden opgewekt zullen worden, heeft ook Mozes aangewezen bij het doomenbos, als hij de HEERE noemt de God van Abraham en de God van Izak en de God van Jakob.' (Luk. 20:37) In de verte zie ik achter de brandende doornstruik het perspectief van het komende Koninkrijk van God.

Dit is een geloofswerkelijkheid. Je ziet het niet. Sterker nog: je ziet nog zo vaak het tegenovergestelde in de wereld van vandaag. Je ziet slechts het vuur van de doornstruik. Soms voel je zelf heel persoonlijk iets van het vuur. Er is pijn in je lichaam, pijn in je ziel. Je voelt je machteloos, weerloos.

Maar de doornstruik wordt niet verteerd. Daar zorgt God voor. Het is zelfs zo dat eenmaal voor de doornstruik een dennenboom zal op gaan (Jes. 55:13).

Dit is een meditatie voor herders.

Ik hoor een krachtig appèl. De HEERE roept ons te verkondigen wat wij horen en zien en geloven van de brandende doornstruik. Laten we niet tegenspartelen als Mozes, maar aan het zuchtende volk vertellen dat er bij de HEERE uitkomsten zijn tegen de dood. 'Wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden en de vlam zal u niet aansteken.'(Jes. 43:2)

Ik hoor ook een bemoediging. Het is niet tevergeefs wat we als herders doen. Het Koninkrijk van God zal komen. Maran - atha.


1 C. Houtman, Exodus, deel I, Kampen 1986, 325-326.

2 G. von Rad, Theologie des Alten Testaments, I, Miinchen 1992, 299-300.

3 C. Houtman, Ibidem, 321.

4 W. Schmidt in Biblischer Kommentar Altes Testaments, II 2, Neukirchen 1977, 117-118.

5 Duitse theologen als Alexander van Oettingen spreken over de 'Selbstentauserung Gottes.'

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000

Theologia Reformata | 283 Pagina's

Wanneer Gij door het vuur zult gaan

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000

Theologia Reformata | 283 Pagina's