Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ziet, een zaaier ging uit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziet, een zaaier ging uit

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

… Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien. Gij dan, hoort de gelijkenis van de zaaier. Mattheüs 13 : 1 – 9; 18 – 23

“Dat Bilderbuch Gottes”, onder deze titel schreef Helmut Thielicke zijn bekende boek over de gelijkenissen van Jezus. Is het zo dat de werkelijkheid om ons heen ons als vanzelf de beelden aanreikt voor het Koninkrijk der hemelen? Dat de werkelijkheid een gelijkenis vormt die ons de geheimen van Gods koninkrijk uitlegt? Dat zou niet alleen al te gemakkelijk te zijn, maar keert de rollen ook om. Juist in de prediking van Zijn koninkrijk gebruikt de Heere beelden uit de werkelijkheid om ons de geheimen uit te leggen. Gelijkenissen vormen dus een deel van Gods openbaring. Niet de werkelijkheid slaat de brug, maar Gods openbaring zoekt de weg naar ons hart. Het kan er zomaar toe leiden dat we de gelijkenis wel horen maar niet verstaan. Jezus gaat nog een stap verder in Zijn onderwijs aan Zijn discipelen als Hij spreekt over opzettelijke verharding. Blijkbaar kan het ook, gebeurt het juist bij de gelijkenis dat ons “de pointe” ontgaat. Gelijkenissen blijven verborgenheden. We blijven steken in de aardse werkelijkheid. In de waan van de dag. Terwijl het spreken van Jezus ons juist uit die waan wil bevrijden.

Jezus’ spreken in gelijkenissen sluit aan bij de gebeurtenissen van de dag. Jezus’ hoorders zagen keer op keer de wonderen van de Heiland. Maar men bleef doof en blind, merkte ze niet op. Nu vertelt Hij deze gelijkenis. Het is horen of doof blijven. De gelijkenis roept spanning op. De spanning die er voortdurend is in de ontmoeting met Jezus. Die ontmoeting is immers nooit vrijblijvend. “Wie oren heeft om te horen, die hore”.
Wie leert de gelijkenis te horen en te lezen vanuit Gods openbaring, vanuit Jezus Zelf, gaat horen en verstaan. In Zijn genade waarin Hij Zich neerbuigt gebruikt Hij beelden uit onze wereld. Beelden die vertroostend zijn en helpen en de dingen buitengewoon dichtbij brengen. De gelijkenis als een zelfopenbaring van Christus, een openbaring van Zijn koninkrijk, werkt onthullend naar de discipelen en tegelijk verhullend naar de schare die Hem niet kent. De gelijkenissen kennen dus een diepe christologische spits. Juist in de verbondenheid met Hem, waar m’n oren zijn geopend, ga ik horen en verstaan.

De Zaaier

Het is te simpel om op grond van de overeenkomst tussen vs. 19 en vs. 37 te concluderen dat de Zaaier Jezus Zelf is. Toch wijst de hele structuur van de gelijkenis, en het kader waarin de gelijkenis staat, ons wel die weg. We denken bij de Zaaier aan Hem Zelf. Hij brengt het Woord van het Koninkrijk.
Ik zie het ook gebeuren. “Tot Hem vergaderden vele scharen…En Hij sprak tot hen vele dingen…”. Hij is de Zaaier die het zaad Gods, de woorden van God, uitstrooit. En dan stuiten op het raadselachtige, de harde grond, doornen en distels, versteende grond. We stuiten op de bitterheid van het ongeloof. De weerstanden komen aan het licht in allerlei vorm. In alle hevigheid worden we er mee geconfronteerd in de gelijkenis. Jezus leert ons die hindernissen en weerstanden te zien en ernstig te nemen. Overigens, ook weer niet zo ernstig dat de Zaaier ophoudt met zaaien. Want, de laatste tekst van de uitleg van de Koning gaat over vrucht. Hoe bitter de weerstanden, hoe hard de grond, er is ook goede aarde. Waar de Zaaier zaait komt vrucht.

De aard van het Koninkrijk

Met deze gelijkenis geeft de Heere ook iets aan van de grondstructuur van het Koninkrijk. Het wordt verwezenlijkt op de wijze van het zaad. Dat is een kwetsbare manier, een wijze van “eenvoud”. Zo gaat het met heel de weg van het Koninkrijk der hemelen. Het openbaart zich niet via de weg van geweld en dwang, het is geen geforceerde doorbraak. Zie maar naar de Koning Zelf. In vernedering is Hij gekomen. Nu trekt Hij als een Zaaier rond. Straks zal Hij op de wijze van het zaad sterven en in de aarde worden gelegd. Niet met uiterlijk gelaat en vertoon komt het koninkrijk Gods. Zoals de Koning kwam komt ook Zijn koninkrijk. Dat kan niet anders. Het Koninkrijk is ten nauwste verbonden aan de Koning. In deze kwetsbare manier weerspiegelt zich de hele wijze waarop de Heere God in deze wereld werkt. “Niet door kracht, noch door geweld zal het geschieden, maar door Mijn Geest” (Zacharia 4 : 6). Zo anders dan de machten in deze wereld, de trend die gangbaar is. Daarin toont Jezus ons ook dat het Koninkrijk van totaal andere orde is, dus van de overzijde, Gods zijde, komt.
Het is een vreemde eend in de bijt van deze wereld in aard en werkwijze. Kwetsbaarheid tegenover macht en grootheid. Zaad tegenover geweld. Weerloosheid tegenover bittere hardheid. Maar, dat zaad heeft uiteindelijk toch een wonderlijke werkkracht die doorgaat ondanks grootheidswaanzin en het wapengekletter.

Echter niet alleen de kwetsbaarheid wordt ons hier geïllustreerd, evenzeer de werkwijze. Er is in het zaaien en al dan niet vrucht dragen een proces gaande. Tussen het moment van zaaien en groei voltrekt zich in de donkere aarde een proces van sterven en ontkiemen. In die zin zit er in deze gelijkenis ook iets van een lengtedoorsnede. Na het zaaien ziet de zaaier uit naar groei en vrucht. Dat moet hij ook overlaten. Er is ruimte voor het werk van de Geest in de aarde van het hart. Maar, evenzeer valt op deze manier voluit de nadruk op de weerstanden van het mensenhart. Er is het wonder van het geloof dat er niet van de ene op de andere dag is. Er is de taaiheid van het bittere ongeloof dat zich uitermate veelkleurig uit. Maar in de goede aarde doet het uitgestrooide zaad toch zijn stille werk. Hoe kwetsbaar het ook is, we worden geroepen geduld te oefenen om de vrucht te ontdekken.

Doel

Waarom vertelt Jezus deze gelijkenis en geeft Hij vervolgens de uitleg aan Zijn discipelen? Laat Hij ons kennismaken met de factoren die de doorbraak van het Koninkrijk remmen? Laat Hij ons de verstikkende machten zien zodat we er kennis van nemen en het vervolgens weten? Een soort kille analyse waarvan het goed is dat we er kennis mee maken? Hier is veel meer aan de hand. De Heere geeft ons geen rekenmachine of statistiek in de hand. Hier worden we veeleer voor een spiegel gezet.
Met als bedoeling dat deze woorden van de Heere ons zouden raken. Ook de taal van Jezus is immers geen neutraal voertuig. Hier valt uiteindelijk een klemmende nadruk op de verantwoordelijkheid van de hoorder. De Zaaier confronteert de hoorder en de lezer met zichzelf. Er is een diepe vermaning in verborgen tot horen en verstaan. Er is een nadrukkelijke notie van ontdekking en ontmaskering. Hoorders worden geconfronteerd met de wijze waarop ze het zaad ontvangen. Om vervolgens te zeggen: hoor en versta! Wijs het Koninkrijk der hemelen, wijs de Koning niet af. Er is meer dan één antwoord op de vraag naar de bitterheid van het ongeloof. Jezus legt het ons hier uit. Omdat Hij als geen ander de schuilhoeken van ons hart kent. Ten diepste omdat Hij als geen ander intens bewogen is om de zaligheid van Zijn hoorders. Hij wil hen juist binnen in het koninkrijk van Zijn Vader. De geheimen van het Koninkrijk hun uitleggen. Analyse? Nee. Zielzorg? Ja. Zodat de harde bodem wordt losgewoeld, de woorden van het Koninkrijk niet aan de oppervlakte blijven, de doornen worden uitgetrokken.

Op deze manier biedt deze gelijkenis eveneens een fundamentele spiegel voor iedere verkondiging.
Deze gelijkenis legt de weerstanden bloot. Verkondiging moet daar niet omheen gaan en omheen draaien. Rechte verkondiging roept weerstanden op. Rechte verkondiging benoemt die weerstanden ook. Oproepen en benoemen zijn echter geen doel op zichzelf. De hardheid komt aan het licht, de stenen komen boven. Daar kan de prediking nooit omheen. Ze ontmaskert, ze ontdekt, ze brengt de onderste steen boven, ze confronteert en laat diepten zien die ik nooit had geweten en beseft. Daarom moet iedere zaaier voortdurend in de leer bij de Zaaier. Zaaien doen we slechts in Zijn gevolg. Horend naar Zijn stem.

De weg

Waar het zaad met milde wordt gestrooid valt een deel op de weg. De Zaaier Zelf heeft het ervaren. Keer op keer. Dat platgetreden pad waar het zaad niet naar binnen kon dringen.
Het leven is daar afgeplat tot een harde laag. Paden van traditionalisme waar ieder al weet hoe het is en hoe het gaan moet. Paden van modernisme waar geen ruimte meer is voor het zaad dat verborgen omgang wil werken. Nu even niet! De hardheid van het bestaan, van het hart, van het leven heerst hier. We horen wel. Daar gaat de gelijkenis immers over. De harde weerstand, vandaag verborgen in zachte woorden, blokkeert het ontvangen van de woorden van het Koninkrijk. Het zaad wordt weggepikt door de zwarte vogel van de dood. Hij “rukt” het weg. Doet er blijkbaar moeite voor. Maar, het is wel weg.

De steenachtige plaatsen

Geopende deuren voor het Woord van het Koninkrijk. Mensen worden getroffen tot in “het diepst van hun ziel”, verrukt over het Woord van het Koninkrijk. Het veroorzaakt diepe emoties. Ineens wordt van alles teweeggebracht in het gevoelsleven. Snel geraakt, snel in beweging gezet. Maar, er is in dat hart geen diepte, geen stilte, geen rust waardoor het zaad niet echt wortel schiet. Het blijft steken in de emotie. En emotie is nog geen geloof! Emotie is nog geen bekering. Als er dan verdrukking of vervolging komt, als het op volharding aankomt, blijkt er geen wortel te zijn. Er is geen diepgang, geen stilte in het leven met de Heere God, geen onvoorwaardelijk vertrouwen, geen aanvaarding van de consequenties. Het zaad vindt geen verdieping en volharding. Het oude leven wint. De weerstand zit diep.

De doornen

Hier schijnt het zaad ook op de goede weg. Er komt beweging maar al snel verstikt het. Het komt door “de zorgvuldigheid van de wereld en de verleiding van de rijkdom”, zegt Jezus. De wortels van die doornen blijken juist heel diep te zitten en een enorme veerkracht te hebben. Bindingen die hoorders blijven boeien. Bindingen die we niet bereid zijn op te geven. Doornen die de hoorders totaal overwoekeren. De druk en de spanning van het leven, de overheersing door m’n eigen agenda. Mijn agenda heerst. Een verborgen as waar het leven omdraait, die mijn gedachten beheerst. De Zaaier ontmaskert ook deze diepe verborgenheid van ons hart, de structuur van mijn leven, de weerstand tegen het zaad.

De vrucht

We zijn geneigd te gaan tellen. Driekwart van het zaad is gestrooid. Vrucht is er niet te zien. Is het dan totaal vruchteloos? Toch niet. Tellen moeten we afleren. We worden meegenomen naar het onverwachte en verrassende slot van de gelijkenis. Naar het laatste woord. Er is goede, schone aarde. Waar zit dat in? In de aard van de hoorder? Aangelegd om te horen en te verstaan, meer geschikt? Dat is totaal niet in lijn met het getuigenis van de hele Schrift! Het is er zelfs strijdig mee. Het is de kracht van het zaad zelf. Het is het geheim van de Zaaier. Hoorders worden opnieuw geboren uit onvergankelijk zaad. Door het levende en eeuwig blijvende Woord van God. Wat diep in het zand is neergedaald sterft, sterft in de akker van het hart. Iedere aar op de akker wordt voorafgegaan door een stervende graankorrel. Zo horen we. Zo gaan we verstaan. Dit zaad dat wordt gestrooid is Gods zaad. Daarom heeft het kiemkracht. De voetstappen van de Zaaier gaan over de akker van de wereld, de akker van de gemeente, de akker van mijn leven. En de Zaaier Zelf is Degene Die straks als het tarwegraan in de aarde wordt gelegd. Zo gaat het met de Koning. Neergelegd in de donkere aarde. Maar Hij staat op en Hij leeft. Hij draagt de vrucht van het leven. Daarom is het zaaien in Zijn Naam niet zin- en vruchteloos. Het draagt vrucht in en door Hem. Door de weerstanden heen breekt het Koninkrijk door. De diepste weerstand is doorbroken, de steen weggerold.

De weerstanden in het mensenhart worden hier bloedernstig genomen. Krachtiger is echter de kiemkracht van het zaad. De Zaaier, en ook de zaaier achter Hem aan, neemt deze kiemkracht volkomen ernstig. Daarom zaaien we voort. Het Zaad bij uitstek is gezaaid, gestorven en is ontkiemd en draagt rijke vrucht. Zaaien is in Hem, de Levende, niet tevergeefs.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 2006

Theologia Reformata | 101 Pagina's

Ziet, een zaaier ging uit

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 2006

Theologia Reformata | 101 Pagina's