Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jezus als Gastheer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus als Gastheer

Lukas 14 : 1-24

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na afloop is er een hapje en een drankje. Het staat vaak onder een uitnodiging voor een bijeenkomst over één of ander belangrijk onderwerp. Zelf heb ik al heel wat van die bijeenkomsten meegemaakt. En meestal was dat hapje en drankje niet alleen na afloop maar ook al halverwege de dag bij de lunch. En bij meerdaagse bijeenkomsten betrof dat hapje en drankje ook nog een deel van de nacht. Blijkbaar is dat nodig om een bijeenkomst aantrekkelijk te maken en de gesprekken wat vlot te trekken. Een lokkertje. En goed voor het netwerk en de onderlinge contacten.

Er is niets nieuwe onder de zon. 400 honderd jaar voor Christus – ten tijde van Plato bestond het ook al – men organiseerde bijeenkomsten met eten en drinken om ondertussen elkaar te ontmoeten, te discussiëren en om op die manier wat wijzer te worden. Het Griekse woord dat Plato ervoor gebruikte – Symposion – gebruiken we nog steeds: een symposium. Letterlijk betekent het 'samen drinken'.

Lukas laat in zijn Evangelie zien dat één van de meest gebruikte manieren van Jezus om met de mensen te spreken en in contact te komen juist het middel van een maaltijd was: met elkaar in gesprek zijn, met elkaar naar Gods Woord luisteren tijdens het eten en drinken. Maaltijden organiseren in de gemeente om anderen uit te nodigen is een bijbels gegeven dat Lukas doorgeeft aan zijn lezers om te laten zien dat juist een maaltijd een plaats is waar gasten uitgenodigd kunnen worden in het huis van de gastheer om elkaar werkelijk te ontmoeten. De maaltijd in het dagelijks leven als plaats om gastvrij te zijn.

Lukas leert ons in zijn Evangelie een les in gastvrijheid van Jezus zelf. We vinden deze les in Lukas 14:1-24. Maar in feite staat heel het Evangelie van Lukas er vol mee: voorbeelden en lessen van Jezus in gastvrijheid. De lezers van het Lukasevangelie zijn met name christenen met een Griekse achtergrond aan wie Lukas zijn Evangelie en ook het boek Handelingen heeft geschreven. Daarom is het ook niet vreemd dat Lukas de bijeenkomst van het symposium ook opvoert in zijn Evangelie om de boodschap van Jezus te vertellen aan zijn lezers. Niet alleen om dicht bij zijn Griekse lezer te komen, maar ook om te laten zien dat Jezus op deze manier daadwerkelijk met de mensen omging. Op deze manier liet Jezus zien wat werkelijke gastvrijheid was. In totaal komen er zes van die bijeenkomsten met een maaltijd voor in het Lukasevangelie. Het is een rode draad door het Evangelie van Lukas. Een ontmoeting onder de maaltijd waarin werd gesproken en gelijktijdig werd gegeten en gedronken.

In deze zes maaltijden krijgen we een eerste indruk van wat Jezus onder gastvrijheid verstaat:
• In Lukas 5 (27–39) wordt Levi de tollenaar door Jezus geroepen en vervolgens organiseert deze Levi een maaltijd met vele tollenaars. En Jezus is hierbij aanwezig terwijl de farizeeërs en de schriftgeleerden morrend staan toe te kijken.
• Vervolgens zijn er drie maaltijden op rij georganiseerd door een farizeeër en de maaltijd uit Lukas 14 is de derde in deze rij. En op al deze maaltijden gebeurt er wel iets: tijdens de eerste maaltijd (7:36–50) laat Jezus zich in met een vrouw die niet op de gastenlijst stond – een vrouw die bekend stond als een zondares – Jezus laat het toe dat deze vrouw zijn voeten zalft met olie. Tijdens de tweede maaltijd (11:37–54) gaat Jezus ongewassen aan tafel en spot Hij met de reinheidswetten die van toepassing waren om daarmee te zeggen dat gastvrijheid betekent dat je ook openstaat voor hen die onrein zijn in onze ogen. En tijdens de maaltijd die we vanmorgen hebben gelezen geneest Jezus een zieke – nota bene op de sabbat.
• In hoofdstuk 15 laat Lukas zien dat er vele tollenaars en zondaars zijn die naar Jezus toekomen en met Hem de maaltijd gebruiken. Volledig tegen het zere been van de farizeeërs en de schriftgeleerden.
• En de zesde bijeenkomst is in het huis van Zacheüs, opnieuw een tollenaar.

Zes maaltijden laat Lukas zien in zijn Evangelie. Drie met de farizeeërs en drie met tollenaars en zondaren. En in die drie met de farizeeërs is er steeds sprake van een duidelijk statement, een duidelijke verklaring die Jezus maakt: gastvrijheid betekent: openstaan voor hen die het werkelijk nodig hebben: zondaren, tollenaars en onreinen.

De ontmoeting in Lukas 14 is een heel spannende ontmoeting. De vorige maaltijd was echt uit de hand gelopen. Woedend waren ze geweest op Jezus. Jezus was uitgenodigd bij een maaltijd van een vooraanstaande farizeeër te midden van allerlei andere prominenten van de partij van de farizeeërs en vervolgens had Jezus frontaal de aanval op hen geopend. Ongewassen zat Jezus daar aan tafel en toen daar een vraag over werd gesteld, gaf Jezus als antwoord dat Hij van de buitenkant dan misschien wel onrein was, maar dat de farizeeërs dat vanbinnen waren. Uitzinnig van woede waren ze, lezen we dan. En vanaf dat moment begonnen ze Hem in de gaten te houden om Hem te betrappen. En nu in Lukas 14 is er weer voor het eerst een maaltijd bij een farizeeër waar Jezus voor is uitgenodigd.

De spanning is om te snijden. Iedereen zwijgt. Ze voelen aan dat er wat gaat gebeuren. Eén van de gasten heeft een duidelijk zichtbare aandoening: waterzucht, een opeenhoping van vocht waardoor zijn lichaam op diverse plaatsen is opgezwollen. Iedereen kijkt naar Jezus en vervolgens naar die man met waterzucht. En iedereen weet: het is de sabbat... wat zal Jezus gaan doen... en we kunnen het lezen: Jezus is werkelijk gastvrij. Hij kent de nood en de behoefte van deze man en geneest Hem. En de tafel zwijgt.

Juist tijdens deze maaltijd bepaalt Jezus het onderwerp van gesprek van deze ontmoeting. Het gaat over wie je uitnodigt als je gastvrij bent en hoe je dat dan doet. In vers 12 tot en met 14 lezen we hoe Jezus dat zegt tegen degene die Hem had uitgenodigd. Deze man die zijn gastvrijheid had misbruikt om te kijken wat er zou gebeuren als Jezus op de sabbat naast een zieke man zou gaan zitten. Gastvrijheid met een enorm slechte bijbedoeling. Zo kunnen er meer bijbedoelingen zijn: iemand uitnodigen in de verwachting iets terug te krijgen. Je netwerk onderhouden omdat je nooit weet wat je er zelf aan kunt hebben. Nee, zegt Jezus: als je dan toch iemand uit je eigen kring en netwerk uitnodigt, doe dat dan zonder enig eigenbelang. Maar wat nog veel beter is: nodig hen uit die het werkelijk nodig hebben: armen, verminkten, kreupelen, blinden. Laat daar onze gastvrijheid op gericht zijn.

Dat is ook het thema dat Lukas in zijn hele Evangelie wil laten zien door deze serie van zes maaltijden in zijn Evangelie op te nemen. En elke keer zit daar die spanning tussen enerzijds de farizeeërs en de schriftgeleerden en anderzijds de zondaren en de tollenaren. De farizeeërs en schriftgeleerden die het zo goed bedoelden met hun godsdienstige intenties, maar die zo’n moeite hadden met het begrijpen van de werkelijk boodschap van Jezus: dat Hij gekomen is om zondaren zalig te maken. Als Jezus dan een gelijkenis vertelt over het uitnodigingsbeleid van ‘een zeker mens’ zien we hoe ver de gastvrijheid van Jezus reikt. Eerst wordt de eerste kring uitgenodigd, en als die met allerlei redenen te kennen geven dat ze niet op de uitnodiging in kunnen gaan, worden de armen, verminkten, kreupelen en blinden uit de straten en de wijken van de hele stad uitgenodigd. En indien de tafel dan nog niet vol is wordt de kring nog verder uitgebreid tot buiten de stad zelfs – in de wegen en de heggen.

Een spannende vraag is nu natuurlijk hoe we deze gelijkenis van Jezus kunnen toepassen op onze eigen situatie en dan heel concreet in relatie tot de mensen om ons heen. We hebben zojuist geleerd dat de vraag hoe gastvrij wij zijn eigenlijk betekent: kennen wij werkelijk de noden en behoeften van de mensen in onze omgeving? Zien we hen als armen, verminkten, kreupelen en blinden, zowel lichamelijk alsook geestelijk? Als we daar oog voor krijgen, dan zullen we toch onze buren, onze stads- en dorpsgenoten met mededogen en door de ogen van Jezus gaan zien. En dan in alle kringen die Jezus ons hier ook leert: onze directe omgeving: vrienden, collega’s, buren en noem maar op, maar ook hen die zo hard het evangelie van Jezus Christus nodig hebben in heel de stad en zelfs daarbuiten. En dat zal niet eenvoudig zijn. Er zullen zoveel redenen gegeven worden om maar niet op die uitnodiging in te gaan: zakelijke redenen, familieredenen, vaak een nette afwijzing en soms een botte reactie terug. Maar zoals de dienstknecht in de gelijkenis wordt uitgezonden door zijn heer, worden ook wij uitgezonden om te blijven nodigen.

Het is soms al zo moeilijk om anderen uit te nodigen voor een dienst of voor een bijeenkomst van onze gemeente. Maar ziet u wat er in dit bijbelgedeelte gebeurt? Jezus wordt uitgenodigd als gast bij een maaltijd en vervolgens neemt Jezus zelf het heft in handen. Daar waar alle andere gasten en zelfs de gastheer zwijgen, gaat Jezus spreken. En daar waar Jezus gaat spreken worden de rollen omgedraaid. Dan wordt Jezus zelf de gastheer. Jezus is de heer die ons uitnodigt aan zijn tafel om met Hem de maaltijd te delen. Jezus zendt zijn dienaren om gasten te nodigen.

En dan komt die vraag ook heel persoonlijk naar ons: waar zitten wij in dit verhaal? Zijn wij een farizeeër? Zijn wij die dienstknecht in dienst van de heer die steeds weer de opdracht krijgt om andere mensen uit te nodigen? Is dat niet vaak het gevoel dat we hebben bij het missionaire werk: we moeten eropuit, we moeten anderen uitnodigen, we moeten dit en we moeten dat. Nee dat is zeker niet de weg. Laten we dat steeds tegen elkaar blijven zeggen. Daar kun je zo moe van worden.

De enige weg om anderen uit te nodigen om gast te zijn aan de tafel van Jezus is door te erkennen dat wij als armen, verminkten, kreupelen en blinden zelf helemaal niets hebben om in te brengen aan de maaltijd, door te erkennen dat wij Jezus aan het hoofd van de tafel plaats moeten laten nemen en zelf onze rol van gastheer moeten opgeven. Dan valt alles op zijn plaats en zullen we merken dat onze werkelijke behoeften door Jezus zelf zijn vervuld. Dan willen we vervolgens ook niets liever dan dat delen met anderen. Niet omdat ik anderen zo nodig moet uitnodigen voor een maaltijd die wij organiseren en waarvan wij de gastheer zijn. Nee, omdat Jezus zelf de gastheer wil zijn van ons leven.

De oude Grieken en de Joden kwamen graag bij elkaar om onder het genot van een hapje en een drankje met elkaar te debatteren. De hedendaagse Nederlander komt graag bij elkaar om onder het genot van een hapje en een drankje te netwerken en contacten te leggen. Lukas laat zien dat Jezus deze vormen ook toepaste om mensen te bereiken. Maar dan wel vanuit het besef dat het niet onze maaltijd is waar wij aan deelnemen, maar een maaltijd met Jezus zelf als Gastheer.

Lukas heeft ons laten zien dat Jezus in totaal zes keer als gast aanwezig was bij een maaltijd. In Lukas 14 heeft Hij aan de hand van een gelijkenis laten zien wie werkelijk de Gastheer is en dat Hij gekomen is om de rollen om te draaien. Aan het slot van zijn Evangelie tekent Lukas dat ook op, wanneer hij voor de zevende maal over een maaltijd vertelt in zijn Evangelie. De laatste maaltijd van Jezus voor zijn lijden en sterven. Het laatste avondmaal, waar de ware aard van Jezus zichtbaar wordt. De Gastheer die gekomen is om zijn leven te geven voor zondaren en tollenaren, voor armen, verminkten, kreupelen en blinden zoals wij. Die laatste maaltijd is een verwijzing naar dit offer: het lichaam dat wordt gebroken en het bloed dat vloeit.

Vanuit deze diepe overtuiging mogen wij als leden van de christelijke gemeente dit rijke evangelie verkondigen aan hen die samen met ons de maaltijd willen gebruiken met Jezus als Gastheer. En dat kan op verschillende plaatsen. In een zaaltje bij de kerk. Ergens bij iemand thuis op de Alpha-cursus. Met een stel jongeren samen wat eten. Maar ook gewoon bij u thuis aan tafel, door eens iemand uit te nodigen. Op al die momenten wil Jezus ook zelf de Gastheer zijn. In wat wij het gewone leven noemen. Door onze gastvrijheid wil Jezus zijn evangelie laten schijnen in deze wereld. Door onze gesprekken, door onze werkelijke belangstelling voor de ander.

En als herinnering daaraan dat Jezus de Gastheer van ons leven is, mag de christelijke gemeente het Heilig Avondmaal vieren. Als een teken en zegel naar de Gastheer zelf. Om gesterkt te worden. Om bemoedigd te worden. Om te vieren dat Jezus zelf de Gastheer is. In het midden van de gemeente en in het midden van ons dagelijks leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2013

Theologia Reformata | 100 Pagina's

Jezus als Gastheer

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2013

Theologia Reformata | 100 Pagina's