Men is het eens over: 1. De doop verzegelt niet aan elken doopeling: gij zijt een wedergeborene … - pagina 3
tl
.^,.1»
Wen IS het eens over: 1o Ue doop v e r z e g e l t n i e t aan eiken doopelxng: gij zijt oen wedergeborene, een geloovige. 2. De grond voor den doop i s : het bevel en de b e l o f t e Gods. 5o De genade moet genade blijven. Daarom i s a l l e Remonstrantisme af te vnjzcn. Ook in de toepassing van het door Christus verv/orven h e i l mogen v/e nooit zeggen: deze i s afhankelijk van den vrijen wil des menschen, dus van een u i t hemzelf voortkomende geloofsdaad. 4o De wedergeboorte en de afwasschmg der zonden zijn gaven, v/aarvan de doop beteekening en verzegeling geeft. bo Alleen de verkoornen worden zalig door het werk G-ods vóór hen en m hen. Verschil wordt openbaar t . a . v » de volgende punten: 1o Met wie i s het verbond opgericht, of v/ie zijn i n het verbond begrepen? Al zegt de Toelichting het n i e t met ronde v;oorden - i n het spreken van "Je onvoorwaardelijke h e i l s b e l o f t e aan de uitverkorenen^ die den s p e c i a l e n inhoud vormt van verbond en Sacrament" l i g t opgesloten: eigenlijk met de uitverkorenen. Dan zouden dus verbond en verkiezing moeten v/orden g e ï d e n t i f i c e e r d . Alleen aan de verkoornen komen de onvooi-v/aardeiljke beloften des verbonds t o e ; aan de niet-verkoornen, kan men zeggen, v/orden a l l e e n de co-nditi oneele beloften des verbonds beteelcend en verzegeld. - De anderen willen u i t g a a n van het h i s t o r i s c h verb ondswoord: Ik ben Uv/ G-od en de God van Uw zaad. Aan hen e l l e n komen de beloften des verbonds t o e , die e c h t e r n o o i t van de eischen mogen losgemaakt v;orden; g e ë i s c h t v/orden: geloof en bekeering van e l l e n . Deze kunnen genoemd worden: de voorv/aarden des verbonds, dJ e dus g e l den voor a l l e n , die in het verbond geboren zijn u Alleen zij, die de b e l o f t e n des verbonds geloovig aanvaarden en naai den eisch des verbonds leven^ worden z a l i g . 2a. Y/at doen de Sacramenten? Dus i n d i t geval: de doop? Volgens de Toelichting beteekenen en verzegelen de Sacramenten h e t eeuwige en onvergankelijke h e i l , dat aan Gods u i tv e rko renen wordt geschonken. De wedergeboorte en dus i n het algemeen de inv;endige genade i s een gave des v e r bonds. Deze v/ordt bezegeld. Nader gezegd: de wedergeboorte a l s ge r e a l i s eerde, reeds werkelijk geschonken gave wordt verzegeld. 2b. De anderen zeggen: de beloften Gods v/orden in de Sacramenten beteekend en verzegeld; omdat aan de kinderen der geloovigen óok de beloften toekomen,v/orden deze aan hen a l l e n verzegeld i n den doop. De doop is dus o b j e c t i e f voor a l l e n gelijk. Allen ontvangen i n den doop het pand der goedwilligheid en genade Gods. Voor a l l e n i s de doop teeken en zegel van de afv/assching der zonden. Er i s echter groot v e r s c h i l in de uitwerking, a l naar gelang e r geloof en geloof soefening bij den ontvanger van "het" "Sacr. i s , of n i e t . De doop v/erkt dan óf t e n h e i l óf t o t verzwaring van oordeel. Het Sacr., o n d e r s t e l t h e t geloof, doW.z. dat de ontvangst van den sacraments-zegen v e r e i s c h t het b e z i t en de oefening des g e l o o f s . 7,'ee dus dengene, die d i t teeken en zegel n i e t aanvaardt i n het geloof. Hij heeft het verbond verbroken en zal met vele slagen geslagen worden, a l s kind des Koninkrijks buitengeworpen worden. 3a. Op het standpunt der Toelichting zou men eigenlijk a l ] een de uitverkoornen, de? wedergeboornen mogen doopen. 'he v/eten e c h t e r n i e t v/ie dat zijn. En God bev e e l t ó l l e kinderen der geloovigen t e doopen. Er blijft dus n i e t s anders voor G^is over dan: het e r voor houden, dat a l l e n wedergeboren zijn, dat dus de v/edergeboorte g e r e a l i s e e r d i s in elk t e doopen kind, t o t d a t het tegendeel blijkt. Dit i s dan een oordeel dor l i e f d e . 5bc De bezv/aarden zeggen; v/e behoeven de vraag n i e t t e s t e l l e n of er al i e t s in dat h a r t j e van h e t kind heeft p l a a t s gehad. We hebben a l l e e n m het geloof Guds bevel op t e volgem: doop de kinderen van lAijn geloovigen en verzegel ook a m hen Mijn b e l o f t e n . Het i s dus absoluut o n j u i s t t e bev/eren, dat de bezv/aarden op het standpunt fo^aan: "dat God aan ai de kinderen der geloovigen de weldaden van hei verbond i^chenkt; n i e t t o e z e g t , maar werkelijk iipJienkt."" Die beloften die verzegeld zijn, mogen "ên'móeten bij het opgroeien voorgehouden worden: ze zi,jn voor U, ge hebt het pand ervan i n Uv/ doop • en het bevel moet klinken ven Godswege: geloof en bekeer U . . .
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900
Vrijmakingsbrochures | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900
Vrijmakingsbrochures | 6 Pagina's