Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oud of nieuw kerkrecht? - pagina 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oud of nieuw kerkrecht? - pagina 13

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoo komen wij tot de principieele vraag, waarover het nu eigenlijk gaat. Het gaat dunkt mij over de drie principia n.l.: van het recht, het karakter en het gezag der synoden.

1. Over het Recht der Synoden. Wij staan met dat synodaal recht in tusschen de hiërarchie van Rome en de autonomie der Independenten. Bij Rome heeft de synode alles en hebben de plaatselijke kerken niets te zeggen. En bij de Independenten hebben omgekeerd de plaatselijke kerken alles en heeft de synode rechtens niets te zeggen. Beide staan lijnrecht tegenover elkander. De Gereformeerden houden beide vast èn het recht der plaatselijke kerken èn het recht der synoden; en dat doen wij door de stelling, dat synoden zijn samenkomsten van kerken, door middel van de ambtsdragers, die haar vertegenwoordigen. Dat is principieel het juiste, maar in de practijk menigmaal het moeilijkste standpunt. Komt het gevaar van den kant der hiërarchie dan neigen wij vaak te ver naar den kant der autonomie; en komt omgekeerd het gevaar van den kant der autonomie, dan hellen wij vaak al te ver naar de hiërarchie over. Steeds tusschen scylla en charibdis door te zeilen, zonder op een van beide klippen te stooten gaat bij stille wind soms als moeilijk, maar bij stormgetij eischt het ervaren stuurmanskunst! De vraag is dan ook op welken grond het instituut der synode rust. Antwoord: Op tweeërlei grondslag: 1. Op de wederzijdsche vrijwillige toestemming der kerken, of zooals Voetius zegt: de consensus mutuus ecclesiarum; en 2. Op het positief Goddelijk recht der synoden, of zooals Voetius zegt: het jus divinum positivum, door God ons voorgeschreven. Dat eerste n.l. de vrijwillige toestemming der kerken is de naaste, dichtstbijzijnde grond. Dat blijkt duidelijk uit Hand. 15. Het samenkomen van die beide kerken, van Antiochië en van Jeruzalem, is uit behoefte en wederzijdsche toestemming voortgekomen De nood drong er toe. Het geschil in de kerk te Antiochië over de besnijdenis der heiden-christenen was van zoo verstrekkende beteekenis, dat zij de hulp der kerk van Jeruzalem inriep en het geschil aan de apostelen en ouderlingen voorlegde. Dat was vriiwillig, d.w.z. vrijwillig ten opzichte der andere kerk. Jeruzalem drong er Antiochië niet toe en Antiochië Jeruzalem niet;

9

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Kampen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1938

Vrijmakingsbrochures | 38 Pagina's

Oud of nieuw kerkrecht? - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1938

Vrijmakingsbrochures | 38 Pagina's