Aan de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Geliefde Broeders in de Heere, Waar blijkens mij ter … - pagina 3

vvf-' Geliefde Broeders in den Heere,

AAN D E GENERALE S Y N O D E V A N DE G E R E F O R M E E R D E K E R K E N IN N E D E R L A N D .

W a a r blijkens mij ter kennis gebrachte berichten uit enkele plaatsen in Nederland door prae-adviseerende leden U w e r vergadering de voorstelling is gewekt, dat in onze kerken geleerd zou zijn, dat alle gedoopten wedergeboren Z I J N en dat er afval der heiligen zou wezen, en in dat verband mijn naam werd genoemd, stel ik er prijs op het volgende te verklaren, mede ter rehabihtatie van den R a a d der Geref. Kerk te Enschede, welke immers heeft toe te zien op w a t ik leer ( d e ) . 1. D a t alle gedoopten wedergeboren Z I J N en dat er afval der heiligen zou wezen is zóó door mij nooit geschreven of geleerd. In de door mij in Juli 1936 geschreven brochure ,,Verbondsmatige zelfbeproeving" heb ik gepoogd een positief antwoord te geven op de vraag n a a r de verhouding van verbond en verkiezing, de verantwoordelijkheid van den in-het-verbond-geboren-engeroepen-mensch en de causaliteit zooals die bepaald is door den verkiezenden God. Daarbij kwam ik tot de conclusie, dat die eenheid door ons denken niet kan gegrepen worden, w a a r deze in de Schrift niet zou zijn geopenbaard. E a in dat verband wees ik er op, dat de Schrift eenerzijds zou leeren, hoe alleen de uitverkorenen wedergeboren worden, en anderzijds hoe wij, die niet in Gods verkiezing kunnen doordringen, moeten uitgaan van de wedergeboorte-als-feit bij degenen, die in het verbond geboren zijn; evenzoo, dat er volharding der heiligen is in de uitverkorenen, zooals God hen kent, en anderzijds, dat er afval gevonden wordt onder hen, die n a a r onze kennis wedergeboren zijn. . 2. Intusschen heeft w a t ik als oplossing meende te zien, mijzelf nooit geheel bevredigd. In de eerste plaats w e r d al misverstand gewekt doordat ik zoowel van volharding als van afval der H E I L I G E N sprak, hoewel ik in die twee uitdrukkingen niet dezelfde personen bedoelde; in de éérste bedoelde ik dege • nen die werkelijk heiligen zijn, in de twééde dezulken die n a a r ónze kennis heiligen zijn, anders gezegd : ,.heiligen" tusschen aanhalingsteekcns. die dus als zoodanig zijn aan te merken Ik rectificeerde dit reeds in Pro Ecclesia van 2 April 1937 door een citaat van H . P. Scholte te laten afdrukken als zijnde ook mijn gevoelen. Vervolgens heb ik in Pro Ecclesia van 9 April 1937 geschreven, dat ik de brochure bedoelde als een proeve van oplossing en dat ik dankbaar w a s voor de uitgebrachte critiek die mij aanleiding gaf om mijn meening nader te toetsen. D a a r n a schreef ik in P r o Ecclesia in 1937 een aantal artikelen onder verschillende opschriften, waarin ik zooveel rectificeerde, dat ik feitelijk losliet wat ik in de haastig-geschreven brochure, als een dualisnTï had geponeerd. Het laatste artikel verscheen 10 Sept. 1937, dus ruim een jaar na het verschijnen van de brochure. Ten overvloede deel ik mede, dat ik in de Ensch. Kerkbode van 29 Mei 1939 de antinomie-gedachte ronduiL heb teruggenomen. En achteraf spijt het mij, dat ik, w a t ik nis proeve van oplossing had bedoeld, aanstonds, en zóó, in het publiek debat heb ingedragen. In dit verband moge ik nog doen opmerken, dat m.i, minder aandacht aan die brochure zou geschonken zijn en veel misverstand zou zijn voorkomen, als de vorige synode of hare deputaten-voor-de-meeningsgeschillen, mij persoonlijk hadden gehoord, of nader kennis hadden genomen van de door mijzelf gegeven rectificaties, aleer de voorgaande synode hare leerbeslissingen genomen had. 3. Gelet op bovenstaande, en gezien het feit, dat ik het gewraakte nooit in mijn prediking heb ingedragen, is te verklaren, dat de kerkcraad van Enschede mij nimmer ter verantwoording heeft geroepen. In de roetus v a n classispredikanten van 1 Oct. 1937 is door mij over hetzelfde onderwerp een referaat gegeven, waarin ik eveneens reeds van a n d e r gevoelen blijk gaf, en misverstanden wegnam. Toen de brochure dan ook ter sprake kwam bij de kerkvisitatie van 28 Juni 1938 namen de kerkvisitatoren genoegen met de belofte, dat ik de noodige rectificaties zou aanbrengen in een nieuwe uitgave, welke echter niet verschenen is door allerlei omstandigheden buiten mijn wil. En in het visitatierapport op de classicale vergadering werd gezegd, dat ,,door ds de Wolff zelf een inleiding is gehouden niet over zijn brochure, maar over hetzelfde onderwerp, waarbij wel verschil van gevoelen openbaar werd, maar geen verschil tegenover de belijdenis". Rapporteur w a s ds Milo. U de leiding des H. Geestes toebiddend. U w broeder in Christo • Enschede, 23 Mei 1944.

I. D E W O L F F , Pred. bij de Geref. Kerk te Enschede.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen