Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De "Verklaring van gevoelen" besproken en gehandhaafd (variant) - pagina 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De "Verklaring van gevoelen" besproken en gehandhaafd (variant) - pagina 4

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De behandeling van eenige punten der leer, door de Generale Synode onzer kerkca ter hand genomen in 1936, is oorzaak geworden van een conflict in den boezem onzer kerken. Die conflict heeft zich toegespitst op de kwesties inzake het genadeverbond, met name op de vraag, hoe gedacht moet worden over de plaats, die de kinderen der geloovigen innemen in dat verbond. De overzichtelijke behandeling van deze vraag en wat er mee samenhangt wordt zeer vergemakkelijkt, als we achtereenvolgens in bcsj)reking nemen de tien punten, die de broeders, welke een g r ^ a m e n hadden ingediend bij de Generale Synode van 1943, bij de desbetreffende commissie dezer Synode hebben kenbaar gemaakt als zijnde hun gevoelen over de in geding zijnde kwestie. I. Als eerste stelling poneeren zij: D A T A L L E K I N D E R E N I N Z O N D E O N T V A N G E N E N . G E B O R E N ZIJN E N D A A R O M A A N A L L E R H A N D E E L L E N D I G H E I D , JA A A N D E V E R D O E M E N I S Z E L V E O N D E R W O R P E N ZIJN U hoort onmiddellijk, dat hier gesproken wordt met de taal van het doopsformulier, zooals de bezwaarden zelf ook duidelijk aangeven. Eigenlijk hoeft Gvei' deze stelling niet lang gesproken te worden. Er wordt toch mee uitgesproken, dat alle kinderen, vanwege het feit, dat zij in Adam begrepen zijn, in zonde ontvangen en geboren worden, en daarom onbekwaam zijn tot eenig goed en geneigd tot alle kwaad. Over de inhoud dezer stelling zelf is geen verschil van mcening. Toch hadden de bezwaarde broeders goede reden om haar voorop te plaatsen Meermalen werd namelijk aan hun adres het verwijt gericht, dat hun opvatting over 'het genadeverbond tot remonstrantisme voert. U weet, dat de Remonstrant leert, dat elk mensch het goede kan doen als hij maar wil en gebruik maakt van de in hem aanwezige goede kwaliteiten. Ook zonder wederbarende genade is de mensch nog bekwaam tot iets goed, ook mzake zijn ecuwig heil. Ook het geloof kan dus volgens den Remonstrant in den mensch opbloeien uit het eigen onwedergeboren hart van den mensch, al moet hij daarbij dan geholpen worden door de aanradende werking *van de prediking en dergelijke. N u is den bezwaarden meermalen in de schoenen geschoven, dat zij iets dergelijks leeren, wanneer zij zoo sterken nadruk leggen op den eisch van geloof en bekeering. Zij zeggen toch, dat God in het genadeverbond wel tot den mensch komt met zijn beloften van eeuwig heil, maar dat die beloften 'alleen dan worden vervuld, als de mensch de eischen van het verbond, n.l. geloof en bekeering en leven in nieuwe gehoorzaamheid, zijnerzijds ook inwilligt. In het nadruk leggen nu op dien eisch v a n geloof en bekeering en leven in nieuwe gehoorzaamheid wordt door hen, die een andere opvatting van het verbond voorstaan een gevaar voor remonstrantisme gezien. Zij vreezen dus dat de leer der bezwaarden hierop neerkomt, dat de bondeling de eischen van het verbond uit eigen kracht moet volbrengen, als een werk, door den bondeling te leveren, en dan een werk, dat de bondeling kan doen, nu ja, wel cnder de aandrang der prediking, maar toch ten slotte uit eigen onwedergeboren kracht. In verband daarmee staat ook de beschuldiging, dat de bezwaarden eigenlijk van het genadeverbond een nieuw werkverbond maken. O p beide beschuldigingen kom ik nog terug. Maar om nu bij voorbaat de beschuldiging van reraonstrantisme af te snijden, hebben de bezwaarden er goed aan gedaan met die eerste stelling over het in zonde ontvangen en geboren worden der kinderen en dus hun zonder wedergeboorte onbekwaam zijn tot eenig goed en hun geneigdheid tot alle kwaad voorop te plaatsen. Het behoeft natuurlijk geen betoog, dat degenen, die de verbondsopvatting huldigen zooals die in de Toelichting 1942 en het Praeadvies 1943 aan het woord komt, het met deze eerste stelling der bezwaarden van harte eens zijn. • II. De tweede stelling der bezwaarden luidt als volgt: D A T G O D IN C H R I S T U S ZIJN G E N A D E V E R B O N D H E E F T O P G E R I C H T M E T D E G E L O O V I G E N E N H U N Z A A D . Voor die stelling beroepen ze zich op Genesis 17 : 7 en op Gal. 3 : 14, 29. De eerste tekst is bekend uit het doopsformulier: ,,En Ik zal mijn verbond oprichten tusschen mij en tusschen u, en tusschen uw Zaad na u in hun geslachten tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uwen zade na u." In dien tekst wordt voor geen enkel kind een uitzondering gemaakt. Ook beveelt God, het teeken des verbonds, de besnijdenis, toe, te dienen aan alle kinderen zonder onderscheid, wel te verstaan: aan al het mannelijk zaad. In Gal. 3 : 14 staat het volgende: ,,Opdat de zegening van Abraham tot de heiderven komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Kampen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1944

Vrijmakingsbrochures | 18 Pagina's

De

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1944

Vrijmakingsbrochures | 18 Pagina's