Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Open brief aan de leden der Geref. Kerk te Huizum. Broeders en Zusters, U zult er vreemd van hebben opgekeken toe u hoorde, dat ik heb opgehouden … - pagina 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Open brief aan de leden der Geref. Kerk te Huizum. Broeders en Zusters, U zult er vreemd van hebben opgekeken toe u hoorde, dat ik heb opgehouden … - pagina 4

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

wachten. Maar zeker bleef de leer, zooals deze door Prof. Lindeboom werd beleden, en met hem door de Kerken uit de Afscheiding, toegestaan. Wat wel hieruit blijkt, dat op die Synode van 1905 tegen den Doop op grond van de Veronderstelde Wedergeboorte ernstige bezwaren waren ingebracht, maar legen die andere opvatting in het geheel niet. Dus nog eens: Na 1905 mochten beide opvattingen in de Kerk geleerd worden. Dat is in 1942 door het optreden der Gen. Synode opgehouden. Er zijn nu niet meer twee meeningen, die allebei recht van bestaan hebben in onze Kerken. Voortaan is alleen maar toelaatbaar de opvatting, dat de doop moet worden toegediend op grond van de veronderstelde wedergeboorte. De opvatting der vroegere A.-broeders, zooals die geleerd werd door Prof. Helenius de Cock, door Prof. Lindeboom, Prof. Bavinck, Ds. T. Bos enz., is vanaf 1942 in onze Kerken feitelijk verboden. Voortaan kan geen candidaat meer tot het ambt van Dienaar des Woords worden toegelaten, of hij moet met de leer (door deze Synode vastgesteld) instemming betuigen; voortaan mag geen Predikant, geen Ouderling of Diaken meer iets leeren, wat met deze opvatting niet volkomen overeenstemt; voortaan kan feitelijk geen ouder meer zijn kind laten doopen, kan niemand meer tot het Heilig Avondmaal worden toegelaten, of hij moet het met deze leer eens zijn. Ik wijs nog op een ander punt. Op grond van Gods Woord leert onze Belijdenis, dat de Sacramenten (en dus ook de Doop) de b e l o f t e n des Verbonds verzegelen. Als ons kind dus wordt gedoopt, wordt hem verzegeld, dat het rectit heefi op al Gods heilsbeloften; het mag dus, ja het is zelfs verplicht, die beloften geloovig aan te nemen en moet in nieuwe gehoorzaamheid voor Gods aangezicht wandelen: alleen in dat geval zal hij het beloofde heil deelachtig worden. En nu zullen er zijn, die in ongeloof deze belofte verwerpen, en daarmee het verbond, dat God met hen oprichtte, verbreken; maar dan zal aan deze verbonds-brekers de vervulling der beloften ontgaan, en zullen zij door de bondswraak worden getroffen. Maar deze Synode leert, dat de doop verzegelt, dat de verbondsbelofte reeds aan het kind i s v e r v u l d , d.w.z.: Als een kind wordt gedoopt, wordt het hem verzegeld, dat het de genade Gods reeds deelachtig is. Toch blijkt het later wei, dat er gedoopten zijn, die in hun ongeloof sterven. ,,Maar", zegt de Synode dan, ,,zulke kinderen zijn dan ook niet echt gedoopt; eigenlijk hebben ze maar een ,,schijndoop" ontvangen', niet den ,,vollen" doop." Hoe wil nu een ouder weten of hun kind e c h t gedoopt is? En een gedoopt kind zelf? Hoe kunnen we ons zelven troosten met onzen doop, als we niet eens weten, of onze doop wel echt was? Want daarvoor zouden we moeten weten, dat wij wedergeboren zijn! En nu wat het V e r b o n d betreft. De Schrift leert, dat de Heere Ztj.i Verbond oprichtte met Abraham en zijn zaad; met de geloovigen en him kinderen. Daarom zegt de Catechi:;mus (in vr. 74), dat de kinderen, zoowel als de volwassenen in het Verbond begrepen zijn; en in ons Doopsformulier staat, dat de kinderen der gemeente erfgenamen van het Rijk Gods en van Zijn Verbond zijn. Maar de Synode zegt, dat sommigen van onze kinderen (namelijk die niet uitverkoren zijn) behooren tot de uitwendige zijde van het Verbond en dat deze geen echte bundelingen zijn en dat aan hen de beloften des

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Kampen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1945

Vrijmakingsbrochures | 6 Pagina's

Open brief aan de leden der Geref. Kerk te Huizum. Broeders en Zusters, U zult er vreemd van hebben opgekeken toe u hoorde, dat ik heb opgehouden … - pagina 4

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1945

Vrijmakingsbrochures | 6 Pagina's