Ikabod. Een woord over de huidige toestand - pagina 17
(Om de dwaasheid van dit zeggen te tonen, even een opmerking tussen haakjes; Dat kan een mooie boel worden, als de vereniging eens ontbonden wordt, en elk van deze kerken op grond van art. 13 haar eigendommen en bezittingen aan zich wil trekken !) Dit zeggen van den Voorz. werd door heel het Bestuur en door al de aanwezige leden gehoord. Ik attendeerde ter vergadering op hetzelfde, wat ik hierna schrijf. Maar ieder liet het zo het was. Doch zo kiest men de onwaarachtigheid tot levensvorm. Bij dit recept van den voorzitter dienen woorden niet meer om iets te openbaren, maar om iets te verbergen. Hier geeft men een papiertje uit (het woord „kerk") en zegt: houdt U het maar voor een gulden, en denkt U maar dat het een tientje is, en meent U daarginds maar dat het een rijksdaalder is. Maar intussen krijgt niemand wat hij meent te krijgen en wordt ieder bedrogen. Onder kleine kinderen of zotten kan men op deze manier misschien vrede bewaren. Maar in Israël noemt men d i t : elkaar bedotten en bedriegen. En deze onwaarachtigheid werd ons door den Voorzitter als levensvorm voor onze vereniging aangeprezen en . . . bestuur en leden slikten dit verderfelijk advies, en hielden zich doof als een adder voor de waarschuwende bezwering ! W i e aarzelt hier met de verklaring, dat de vereniging zich door dit spreken van haar voorzitter en door het onweersproken te laten te schande maakt voor Hem, Die het recht bemint en Die de Waarachtige is ? Ik bid, dat men opschrikke van dit alles, en herstelle wat misdaan werd. W a n t als het op dezen weg voortgaat, dan is het einde zeker. Doch welke zekerheid blijft ons bij de aanvaarding van deze onwaarachtigheid over, omtrent het onderwijs, dat niet wij, maar dat het Bestuur controleert ? W i e kan nog zeker zijn, dat dit is „in de voorzeide leer"? D e huidige situatie Terecht concludeerde br. Geerts in zijn brief IV, dat het Bestuur zich onmachtig toonde, de inhoud van de Statuten der vereniging uit te leggen. Zij, die deze Statuten behoren te handhaven, hadden gaarne bereid moeten zijn, haar zin te verklaren. Maar in plaats daarvan gooide de Voorz. die ter ledenvergadering in de wind, toen hij zei : Ieder leze er in wat hij lezen wil. En . . . de ledenvergadering vond dit goed !
15
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951
Vrijmakingsbrochures | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951
Vrijmakingsbrochures | 22 Pagina's