Jeruzalem of Babylon - pagina 99
komt tot zichzelf en wederkeer tot den HEERE. Immers het kan niet ontkend worden: de ongerechtigheid bij het volk des HEEREN was zeer groot Wij hadden God op 't hoogst misdaan Wij waren van 't heilspoor afgegaan, J a wij, en onze vaad'ren tevens. In onze vorige schetsen hebben we — zij het onvolledig — getracht iets van die steeds maar groeiende ongerechtigheid bij het volk des HEEREN te laten zien. Voor die ongerechtigheid zullen we eerst oog moeten hebben, willen we bereid zijn toe te geven, dat een Schriftuurlijk bepaalde nationale houding zich geopenbaar zou hebben in een zich bekeren van de zonden, die bij ons gevonden werden, in het aantrekken van de geestelijke wapenrusting, in een getuigen van de rechten des HEEREN tegenover eigen volk en bezettende macht. Dan ware er een Schriftuurlijk Geestelijk verzet gegroeid. Pas dan zou er uitzicht zijn geweest. Wie bij de Schrift leeft, kan weten dat de oordelen des HEEREN nooit los staan van de zonden van Zijn volk. Die gaat in al de ellenden, die wij en onze kinderen hebben moeten meemaken, allereerst zien Gods grote, concrete toom over onze afval. Zijn concrete Verbondswraak over een zelfgenoegzaam, onboetvaardig kerkgeslacht. Helaas, de overgrote meerderheid van het Geref. volk (waren wij daar ook niet bij ?) was niet bereid de roede te kussen, waarmee de HEERE sloeg. Hebben we ons niet liever vastgebeten is een afgodisch nationalisme en hebben we onze krachten niet verteerd in een zelotische verzetshouding ? . . . . Het was dan ook niet om onzentwil, dat de HEERE geen einde met ons maakte en Zich in Zijn toorn des ontfermens gedacht en Zijn trouw niet krenkte jegens een overblijfsel, dat Hij voor Zich behouden wilde. Vrijwel terstond na de capitulatie begint prof. dr. K. Schilder in „De Reformatie" zijn kernachtige artikelen te schrijven. Later verzameld in „Bezet Bezit". Twee maanden lang werd „De Reformatie" door velen binnen en buiten de kerk gelezen, en gevoelden velen zich een hart onder de riem gestoken. In de nu komende maanden doen de Duitsers twee huiszoekingen bij prof. Schilder. Betreffende de leergeschillen, nemen de Duitsers alle commissoriale en eigen rapporten mee. 6 Augustus 1940. Synode opnieuw bijeen. Twee Particuliere'Synoden (Noord-Holland en Gelderland) verzoeken de Generale Synode de meningsverschillen niet te behandelen. 7 Augustus. 1940. De Commissie van Advies deelt de synode mee: 1 September a.s. zijn wij met ons rapport klaa('r. Daarop besluit de synode het verzoek van de twee Particuliere Synoden te verwerpen en stelt ze vast op 24 September 1940 een aanvang te maken met de behandeling der „leergoschillen". Tevens stelt zij vast, dat die behandeling zal geschieden „onder stipte geheimhouding". Opm. Dit laatste is radicaal fout. Zeer ernstige tuchtzaken moeten soms in comité-generaal behandeld worden. Maar deze zaak, die alle kerken raakte, was een publieke zaak en moest publiek — open on eerlijk voor de kerken — behandeld worden. 22 Augustus 1940. Prof. Schilder gearresteerd en naar Arnhem vervoerd. Zijn blad „De Reformatie" verboden. Wat had de HEERE daarin tot ons te zeggen ? Opmi.
Wat had de synode dus nu moeten besluiten, als zo eerlijk wilde 93
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951
Vrijmakingsbrochures | 175 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951
Vrijmakingsbrochures | 175 Pagina's