De wedergeboorte - pagina 76
70
D e historische
grond: het verlossingswerk
van God de
Zoon
met het schild des geloofs, dat Hij al de vurige pijlen van de boze heeft uitgeblust. In de diepte der godverlatenheid hield Hij gelovig vast aan de belofte, die Hij ontvangen had van de Vader en in de kracht van dat geloof heeft Hij de verschrikkingen van de eeuwige dood ondergaan. Subject van dit geloof, van zijn actieve en passieve gehoorzaamheid is de Middelaar naar zijn beide naturen. N a a r de voorstelling van Kohlbrügge kan zijn vlees zijn geloof alleen maar hinderen en tegenstaan, en dient het in zijn middelaarswerk alleen om tot stof te worden vermalen onder Gods toorn. D a t is echter nooit de leer der gereformeerde kerk geweest en dat is ook niet de leer der Schrift. De Here Jezus zegt, dat de Zoon des mensen is gekomen om te dienen en om zijn leven te geven tot een losprijs voor velen. Welbewust en met volle overtuiging en overgave des harten heeft Hij ook naar zijn mensheid God gehoorzaamd tot de dood. Dit betekent echter ook niet, dat zijn geloof en gehoorzaamheid zuivere prestaties van zijn reine menselijkheid zijn geweest. Dat geloof en die gehoorzaamheid, die Hem in zulke nameloze verschrikkingen standvastig deden blijven, gaan ver uit boven het vermogen van een menselijke natuur, die in zich zelf rechtvaardig was. Tot de betoning van dit geloof en deze gehoorzaamheid was de zoon des mensen in staat doordat hij in de eenheid des persoons gedragen werd door de onuitputtelijke kracht van de Zoon van God, en geleid en gesterkt werd door de Heilige Geest, die God Hem gaf niet met m a t e " ^ ) . De Heidelbergse Catechismus zegt, dat Hij „uit kracht zijner godheid de last van de toorn Gods aan zijn mensheid" heeft kunnen dragen •^*). En de Schrift verzekert, dat Hij ,,door de eeuwige Geest" zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft •^*). Het was te danken aan Gods almacht en genade, dat zijn Zoon als een onschuldig en zondeloos kind uit Maria werd geboren. En die zelfde almacht en genade hebben teweeggebracht, dat Hij zijn tot een volkomen man gerijpte mensheid, nadat zij onder de toorn van God en in duivelse verzoeking en angst der hel beproefd was bevonden, in ongeschonden gebleven smetteloosheid mocht wegdragen als zijn rechtmatige buit. De Christus heeft niet alleen in een leven van verzoeking en strijd zijn zondeloosheid bewaard, maar Hij heeft ook dat leven zelf gered uit de vreselijkste crisis des doods. Mens geworden in gelijkheid des zondigen vleses bestond voor Hem niet alleen de mogelijkheid om verzocht te worden en in de zonde te vallen, maar ook om de dood te sterven, zonder dat deze over Hem kwam als bezoldiging van zijn 138) Johannes 3 : 34. 139) V r a a g 17.
i«) Hebreeën 9 : 14.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's