Acta van de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland, gehouden te Kampen - pagina 141
135 Drie en dertigste Vergadering, Donderdag 18 October 1951. Artikel
174.
Ten vervolge op het hoofd ,,Rondvraag" stelt D s F. A. den Boeft voor, dat Informatie aan br. C. C. de Vries v/ordt belast met vertaling in het Maleisch van de besluiten Oost-Soemba/ der synode, die betrekking hebben op de zendingsaangelegenheden en de ver- ^^"^o^houding tot de kerken op Oost-Soemba/Savoe, zulks ten behoeve van deze kerken. Dienovereenkomstig besluit de synode. Br. De Vries aanvaardt deze opdracht met blijdschap. Artikel
175.
Ds F . A. den Boeft vraagt vervolgens, of de synode niet, alvorens uiteen te ^*ï^^9 ,^'"*- ^^ gaan, moet verduidelijken haar besluit, vermeld in art. 13 van de Acta, met oogleeraren ter name sub a, waarvan blijkens art. 68 de vergadering zelf heeft geconstateerd, dat de tekst aanleiding geeft tot verschillenden uitleg. D e vergadering oordeelt, dat zulks dient te geschieden: aan commissie I wordt opgedragen over deze vraag een rapport aan de synode uit te brengen. Artikel
176.
Hierna rapporteert D s F. A. den Boeft namens commissie II over punt 23 n Quaestio van het agendum (de zoogenaamde quastio van de classis Rotterdam in een '^^^^^'^ Rotterdam, controversia betreffende kerkrechtelijke behandeling naar de artt. 30 en 31 en 46 K.O,). De vergadering aanvaardt een eerste desbetreffend voorstel van de commissie (geamendeerd op suggesties uit de vergadering), luidende als volgt:
D e generale s y n o d e enz., kennis g e n o m e n
hebbende
van een schrijven van de classis Rotterdam, waarin gevraagd wordt ,,Of het kerkrechtelijk juist was, dat de particuliere synode van Zuid-Holland 1949 bij besluit van 18 Januari 1950 heeft uitgesproken, dat br. D . v. d. Dool overeenkomstig art. 30 en 31 K.O. zich terecht op de classis Rotterdam had beroepen"; overwegende 1. dat de kerkeraad van Rotterdam-Delf shaven op 13 October 1947 een uitspraak heeft gedaan inzake de ongeldigverklaring van de verkiezing en benoeming van br. B. in het ambt van ouderling; 2. dat volgens art. 31 K.O. br. D. v. d. Dool het recht had, tegen deze uitspraak in appèl te gaan bij de classis Rotterdam; rechtsprekende in het twistgeding (controversia) binen de classis Rotterdam en tusschen de classis Rotterdam en de particuliere synode van Zuid-Holland; spreekt
uit
1. dat de particuliere synode van Zuid-Holland 1949 terecht heeft uitgesproken, dat de classis Rotterdam ten onrechte het bezwaarschrift van br. D . v. d. Dool heeft teruggewezen naar den raad van D e Gereformeerde Kerk van Rotterdam-Delfshaven;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 234 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 234 Pagina's