De wedergeboorte - pagina 146
140
De wedergeboorte
is een reële verandering
van het hart
aan haar getuigenis wordt toegekend in de kringen van hen, die de wedergeboorte als innerlijke en werkelijke verandering van de mens verwerpen. Het is immers bekend genoeg, dat niet het minst deze uitspraak er de oorzaak van is, dat zij voor deze grootste van alle gereformeerde synodes niet veel meer waardering hebben dan voor de dogmatiek der 17de en 18de eeuw. Volgens hen markeren haar uitspraken over de wedergeboorte de overgang van het ,,reformatorische" naar het piëtistische tijdvak, waarin het zwaartepunt verlegd werd van de rechtvaardiging door het geloof naar het nieuwe leven van de vrome mens. H e t zal ons verder in dit hoofdstuk blijken, dat deze beschuldiging al te lichtvaardig uitgesproken en nagesproken wordt. Hier merken wij voorlopig alleen op, dat men goed zal doen met zich nauwkeurig rekenschap te geven van de bedoeling, w^elke de Dordtse synode met haar leeruitspraken heeft gehad. Zij bedoelde allerminst om daarmee een bijdrage te leveren tot het gesprek over dit punt van de leer. Zij heeft welbewust van dit dogma een verklaring gegeven, die in de kerk met confessioneel gezag moet gelden. W i j hebben hier niet te doen met de particuliere mening van een aantal willekeurig bijeengebrachte theologen, maar met een belijdenis, die door de kerk met gezag is voorgedragen en waaraan zij in de naam van Christus de gelovigen heeft gebonden. W i e werkelijk confessioneel denkt, kan zich van deze leeruitspraak niet zo maar losmaken en nog veel minder daarover ten rechter gaan zitten. Het is zeker mogelijk, dat zij bij nadere toetsing aan Gods W o o r d hier of daar correctie zou blijken te behoeven. Z u l k onderzoek en eventueel zulke revisie komt echter niet toe aan de een of andere theoloog of richting op theologisch gebied, maar alleen aan de kerken zelf, wanneer zij onder aanroeping van de Naam des Heren en onder voortdurend gebed om zijn Geest, die in alle waarheid leidt, uit Gods W o o r d over tegen haar ingebrachte bezwaren oordelen. Zolang er echter niets van die aard geschied is, behouden de Dordtse leerregels hun onverzwakt kerkelijk gezag. Dat geldt ook van de passage in de verwerping der dwalingen, waarin zij zijdelings met haar oordeel de opvattingen treft van hen, die thans met zo grote vrijmoedigheid zich als haar critici opwerpen. Zij verklaarde immers in het 4de artikel van de verwerping der dwalingen bij het derde en vierde hoofdstuk behorende, dat zij ,,de dwalingen verwerpt van hen, die leren: Dat in de ware bekering des mensen geen nieuwe hoedanigheden, krachten of gaven in de wil door God kunnen worden ingestort en dat overzulks het geloof, waardoor wij eerst bekeerd worden, en waarvan wij gelovigen genoemd worden, niet is een hoedanigheid of een gave, van God ingestort, maar alleen een daad des mensen, en dat het niet anders kan gezegd worden een gave te zijn dan ten aanzien van de macht om daartoe te komen."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's