De wedergeboorte - pagina 176
170
De wedergeboorte
is een reële verandering
van het hart
dunkende minachting voor zijn kruis. Dan kan hun belijden nooit meer zijn dan een ,,geveinsdelijk zich onderwerpen", want in dat behjden kan het weerbarstige hart niet meespreken. Dan kan er bij zulk een mens nooit sprake zijn v a n persoonlijk geloof. Dan is het niet alleen onmogelijk, dat het geloof hem als hebbelijkheid of vermogen geschonken is, maar nog veel onmogelijker, dat hij door de kracht van de Heilige Geest dat geloof daadwerkelijk oefent. Die mens is dan als het op de daad des geloofs aankomt alleen maar een negatieve en remmende en storende factor. Men kan dan hoogstens zeggen, dat de Heilige Geest voor hem gelooft en hoopt en hefheeft en worstelt en bidt, maar men moet er dadelijk aan toevoegen, dat hij zelf met al de krachten van zijn radicaal boze natuur in bittere vijandschap zich daartegen verzet. D a n is van de zijde van die mens op die werking van de Heilige Geest eigenlijk maar één antwoord mogelijk: het huiveringwekkend antwoord van de lastering des Heiligen Geestes, de zonde, die niet wordt vergeven noch in deze eeuw noch in de toekomende ^^*). Er is dan ook eigenlijk niemand, die langs deze lijn consequent durft door te denken. M e n heeft boze woorden genoeg over de „ingestorte qualiteiten" en de ,,inklevende heiligheid", maar is als het er op aankomt niet weinig verlegen als men de leer, dat de mens geen ander bestaan heeft dan in zonde en ellende en niets anders dan zondig vlees is, met de werkelijkheid van het nieuwe leven verbinden moet. D a n krabbelen zowel Barth als Kohlbrügge terug. Ook Kohlbrügge komt een enkele maal tot de uitspraak, dat de Heilige Geest ,,ons verstand verlicht en de wil liefelijk buigt om die woorden voor onszelven te geloven, dat wij met de Here één worden" •^''^). Barth zegt, dat de nieuwtestamentische christenen zich zelf nu en hier in de wortel van hun creatuurlijk zijn door de existentie van Jezus Christus weten gedragen, bepaald en in beslag genomen^''). En reeds eerder betuigde i'^*) Mattheüs 12 : 32; Markus 3 : 29; Lukas 12 : 10, ^''^) Eenige vragen en antwoorden tot zelfonderzoek en zelfoefening of hij het doen van belijdenis des geloofs, Utrecht, 1861, vr. 83. Vgl. ook de door ons genoemde uitspraken van Kohlbrügge op pag. 124, alsmede zijn antwoorden gegeven in de bespreking, die in 1846 met hem te Elberfeld gehouden is. Vgl. ook Kreek, a.w., pag. 106 en Berkouwer, Geloof en heiliging, pag. 88. ^''^) Die Wirklichkeit des neuen Menschen, pag. 20. „Hier mussen wir einsetzen: bei der Klarheit des Selbstverstandnisses, in welchem die neutestamentlichen Menschen sich selbst nicht mehr für sich, abstrakt, von der Existenz Jesu Christi gelost und entfernt, nicht in irgend einer besseren Zukünftigkeit, sondem als jetzt und hier in der Wurzel ihres geschöpflichen Seins durch die Existenz Jesu Christi getragen, bestimmt und in Anspruch genommen wissen: In Ihm s i n d wir gekreuzigt, gestorben, begraben, der alte Weltzeit, der Macht der Finstemis, der Herrschaft des Chaos entrissen (Röm. 6, 2 f.. Kol. 1, 13). Mehr noch, in Ihm s i n d wir auferstanden (Kol. 3, 1); lebendig gemacht (Eph. 2, 5 f.), s i n d wir gerechtfertigt, geheiligt und erlöst (1 Kor. 1, 30), h a b e n wir Frieden (Röm. 5, 8; Eph. 2, 14), i s t unser Leben verborgen in Gott (Kol. 3, 3), h a b e n wir Anteil an der göttlichen Natur (2 Petr. 1, 4)."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's