Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor het Paaschfeest.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor het Paaschfeest.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar de Engel antwoordende, zeide tot de vrouwen: vreest gijlieden niet, want ik weet dat gij zoekt Jezus, die gekruisigd was. Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft. Matth. 28 : 5, 6a.

Vreest gijlieden niet.

Dat de jongeren dien nacht den slaap niet konden vatten liet zich verstaan. Ze misten Hem, dien hunne ziele lief had. Na zooveel treurige ervaringen konden zij niet rusten.

Maar wat zou toch de reden wel zijn, dat Kajafas zoo onrustig deed woelen op zijn legerstede? Zou het soms zijn, dat zijn geweten ging spreken? Neen, lezer, dit sliep nog volkomen. Maar wat dan? Dit: de haat tegen dien vervloekten Galileër liet hem nog niet met rust.

Had Deze niet gesproken van het afbreken van den Tempel? En klaarblijkelijk gedoeld óp zijn eigen lichaam ? O, wee, het mocht eens waar zijn. Het laatste zou erger nog worden dan het eerste. Hij zou en Hij moest in het graf blijven. Doch, o, schrik: de volgende morgen is een Sabbath. En wanneer de overste zoo voorgaat, waar zal het volk dan eindigen? Nood breekt wetten. Dan maar den Sabbath geschonden. De wacht moet bij het graf, desnoods nog het keizerlijk zegel voor den ingang, om den steen te verzegelen.

Het plan gelukt.

De wacht bij het graf wordt betrokken, de steen verzegeld. Ze zouden eens zien wie de sterkste was.

Zoo staat het er bij, in den nacht die aan de opstanding voorafgaat. De discipelen bedroefd en de vijanden goedsmoeds. Hoe spoedig kan 't verkeeren! Straks de discipelen in jubel en de vijanden in zak en asch.

Naar dat oogenblik worden we verplaatst door ons Schriftwoord.

Het eerste Paasch-Evangelie wordt verkondigd door Engelen. „Vreest gijlieden niet, want ik weet dat gij zoekt Jezus, die gekruisigd was".

Hier ligt eene tegenstelling in dit woord: Vreest gijlieden niet. Er waren ook anderen. Wie zouden ze zijn? Dat waren de wachters. „Gijlieden", dit zijn de vrouwen, die met het krieken van den dag waren opgegaan naar het graf. Deze kunnen gerust zijn. Voor de wachters brachten ze zooeven niets dan schrik en beving. Die kloeke mannen hadden geschreeuwd van angst toen ze hen zagen. Geen wonder, tegenover de dienstknechten des hemels zijn zij niet berekend. Zij vluchten, al staat ook hun leven er mee op het spel. Dit was de sprake des Engels tot de wachters.

Maar tot'de vrouwen sprak hij geheel anders. Was het omdat ze vrouwen waren ?

Neen, enkel en alleen, omdat de Engelen, die in dienst des Heeren staan, tevens dienstknechten zijn voor Gods kinderen. Evenals een dienstbode zacht is tegenover de kinderen harer vrouwe, zoo ook de Engelen jegens Gods kinderen.

Zij waren juist van den hemel gezonden om die discipelinnen den weg in den hof te wijzen, om hun het raadsel, dat daar onopgelost voor hen lag, te verklaren. Ge meent wellicht dat ze daar nog toefden nadat ze den steen hadden afgewenteld, neen, ze zaten daar alleen om te onderrichten. Dat was hun last voor dit oogenblik. Ze wisten dat deze vrouwen komen zouden.

Getuige het woord dat de eene sprak: „ik weet."

Wat een beschamend iets voor de discipelinnen. Zij waren bijna nog blijven steken op het pad toen een harer vroeg; „Wie zal ons den steen afwentelen? " Dat zouden de Engelen doen. Gods kinderen weten het vaak niet dat ze te beschikken hebben over zulke machten.

„Ik weet" — zegt de hemelbede — „dat gij zoekt Jezus, die gekruist was."

Wanneer onze wegen aldus mogen zijn, dan is er geen nood. Wanneer wij den gekruisten Christus zoeken, zal de raad en daad des hemels ons niet ontbreken.

We willen u eene vraag stellen, lezer. Wat is uw zoeken ook op dezen Paaschmorgen? Zoekt ook gij Jezus, die gekruist was? Is uw oog reeds geopend voor de noodzakelijkheid, voor de onmisbaarheid van den gekruisten Christus? Dien Gekruiste hebben we juist noodig.

Niet een Christus zonder kruis, daar heeft een zondaar niets aan. In dat kruis schuilt het geheim van Zijn trekkinge. Het handschrift van de zonde van Zijn volk nagelde Hij vast aan het Kruis. Het zegel daarvan nam Hij mee uit het graf.

Och wanneer wij geen goeden Vrijdag kennen hebben we een slechte Paschen. Eerst onze zonden verzoend en dan met Hem opstaan. Die niet weet waar het kruis staat, vindt ook nooit een Engel op den rand van het graf, om hem het „vrees niet" te doen beluisteren. Die gaat voor het Paasch-Evangelie op de vlucht. Alleen die oprecht zoekende is gemaakt, mag de liefelijkste vertroostingen genieten,

O,  lezer, wij verstaan vaak niet ten halve de volle diepte der Schriften. Wanneer daar Engelen naar beneden snellen is het niet om den Christus Gods. Vergeet nooit dat Hij is de Heere, de Schepper ook van dat stof waarin Hij nederligt. Evenmin als de wachters Hem houden konden, kon de dood Hem houden. Hij is een Simson met volle lokken.' Als Hij opwaakt, staat Hij in volle kracht. Daar is niets en niemand om te weerstaan. Daar is niets en niemand om te helpen.

Ge denkt aan de Engelen, dat deze den steen hebben afgewenteld?

Nu is het de vraag: waartoe? Niet om den Heiland, maar om de discipelen.

We zullen het u aantoonen.

Aan den avond van dienzelfden dag kwam de Heiland in de zaal, waar de discipelen vergaderd waren, terwijl men de deur gegrendeld hield.

Had Hij dus opening van noode? Ge zegt: ik geef me gewonnen.

Neen, de Engelen hebben den steen afgewenteld, om de discipelen te laten zien, dat de plaats, waar de Heere gelegen had, ledig was.

Het is niet anders dan de prediking: de Heere is waarlijk opgestaan.

Och de Heere weet het zoo goed dat Hij te doen heeft met menschen. Het leugenachtige met een half woord gelooven en de waarheid nog niet met het dubbele. Ook discipelen blijven nog altijd traag om te gelooven. Wanneer de Heere het gesproken heeft, moesten ze het zóó aanvaarden. Daar wijst de Engel ook op: „Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft.' 't Woord gaat vooraf, maar daar wil de Heere nog iets bijvoegen. Zij zullen de noodiging verkrijgen om te zien.

„Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft."

Niet enkel op gezag — hoewel 't voldoende moest zin — maar: komt herwaarts, komt dichter bij, heel dicht, en ziet de plaats waar Hij gelegen heeft. '

Zie daarom moest de steen nu af.

De zweetdoeken lagen er nog, maar Hij was uitgetreden als overwinnaar.

Is 't niet, lezer, alsof de Engelen-boodschap natrilt in deze ure.

Die verontrust zijn vanwege hunne zonde, die zoekende gemaakt zijn naar den Gekruiste, vinden den opgestane.

Behoort gij bij die zoekende lieden?

Dat zoekend volk, is een volk dat nooit behoeft te vreezen, niet hier in den tijd, niet aan het einde van dit leven, 'nooit.

Och, dat ons aller zoeken daarnaar mocht wezen, want zoo wij daar buiten staan, is de tijd vol vreeze, en de eeuwigheid vreeselijk.

't Is een van beiden: : vluchten met de wachters of inblikken met de vrouwen in een graf, dat geene verschrikking meer heeft.

Straks zullen beiden Hem zien, maar is Hij voor den eene de Rechter, voor den andere de Heiland. Deze zullen Hem aanschouwen in glorie.

Wie den Gekruiste gezocht heeft, mocht het „vrees niet" beluisteren, voor hem is wachtende een eeuwigheid van zalig zien.

Dat het lied in ons'aller hart leefde:

Ik blijf den Heer verwachten .Mijn ziel wacht ongestoord; Ik hoop, in al mijn klachten. Op Zijn onfeilbaar woord. Mijn ziel, vol angst en zorgen, Wacht stérker op den Heer', Dan wachters op den morgen Den morgen. Ach! wanneer!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Voor het Paaschfeest.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's