Uit het kerkelijk leven.
Hoe moet de Kerk worden geregeerd? II.
God is een God van orde en het is de spijze van Christus geweest, om in alles Gods wil te mogen volbrengen.
Daarom ook zal de Kerk des Heeren op aarde orde moeten kennen in haar leven en het lichaam Christi hier beneden zal niets liever moeten doen dan te vragen naar den wille Gods, zooals die in Zijn Woord geopenbaard is, waarbij als regel geldt: de verborgene dingen zijn voor den Heere onzen God; maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen tot in eeuwigheid, om te doen al de woorden dezer wet". (Deut. 29 : 29.)
En wat zeggen dan de Schriften des Nieuwen Verbonds ten opzichte van het kerkelijk leven in het algemeen en de regeeriug der Kerk in het bijzonder?
Immers dit: dat de Kerk des Heeren een gansch eigen terrein heeft, waar Eén Meester is en niemand anders iets heeft te zeggen, terwijl allen in de Kerk elkanders leden zijn en van gelijke waarde, broeders en zusters in den geloove. „De HEERE is onze Richter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning — Hij zal ons behouden" (Jes. 33 : 22) is de. taal van het Oude Testament. En onder het Nieuwe Verbond luidt het: En heeft Christus der gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen, welke Zijn lichaam is en de vervulling desgenen, die alles in allen vervult" (Ef. 1 : 23) of op een andere plaats: Christus is het Hoofd der gemeente en Hïj is de behouder des lichaams" (Ef. 5 : 23) 't Behoud ligt dus enkel en alleen in den HEERE (Jes. 33 : 22) enkel en alleen in Christus (Ef. 5 : 23). Wie dan ook op iets anders vertrouwt dan op Christus zal verloren gaan. „Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven, maar die den Zoon ongehoorzaam is, op dien blijft de toorn Gods."
En die uit den weg van Christus' ordinantiën uittreedt, afwijkende ter rechter-of ter linkerhand, die zal niet behouden, maar afgebroken worden.
Hij is het Hoofd „uit hetwelk het geheele lichaam opwast met goddelijken wasdom." Coloss. 2:19.
Als eerste regel voor het kerkelijk leven geldt dus: Christus is het Hoofd der gemeente" (Ef. 5:23). „En Hij is het Hoofd des lichaams, opdat Hij in alles de Eerste zou zijn." (Coloss. 1:18.)
Geen koning, geen paus of wie ook kan of mag het hoofd der Kerk zijn.
Neen — Christus is het Hoofd en in alles de Eerste. Hij is het die daar woont en troont in den hemel, bekleed met alle macht en heerschappij, om Zijn' Gemeente te vergaderen, te regeeren, te bewaren en Zijn Sion te voeden met het Woord en met den H. Geest.
Hij neemt ze niet uit de wereld weg. (Joh. 17).
Hij laat ze hier op aarde, tot op den dag, dat de eeuwige verlossing daar zal zijn.
En intusschen is Hij met Zijn Kerke tot aan de voleinding der wereld en verlaat haar nimmer met Zijn genade, majesteit en Geest.
Waar er twee of drie in Zijn Naam vergaderd zijn is Hij in het midden van hen. Hij is hun Bewaarder en Behouder, hun Goede Herder en Meester, hun Leeraar en Profeet, hun Wetgever en Koning, die de namen der Zijnen kent en steeds zegt: weest mijne getuigen!
En wat heeft het Hoofd Jezus Christus, die de Kerke Gods als Zijn eigendom van den Vader ontvangen heeft, voor Zijn Gemeente hier op aarde nu tot ordinantie gesteld, opdat die Gemeente in het rechte spoor zal wandelen, Hem recht zal dienen en* waarlijk uit Hem zal opwassen tot volmaking?
Immers dit: „en Christus, die opgevaren is naar den hemel, heeft Zijn Gemeente sommigen gegeven tot apostelen en sommigen tot profeten en sommigen tot evangelisten en sommigen tot herders en leeraars, tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing van het lichaam Christi, opdat ze allen zouden komen tot de eenigheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods." (Ef. 4.)
Oorspronkelijk was er maar één ambt, nl. dat van den Apostel.
Gelijk Jezus van den Vader gezonden was, zond Christus Zijn discipelen uit tot alle creaturen, en zoo wat zij binden zouden op aarde zou in den emel gebonden zijn.
Leerambt, regeerambt, ambt der tafelen lag oorspronkelijk in dat éene apostolische ambt verscholen.
Petrus predikt het Woord èn verzorgt de gaven der gemeente (Ananias en Saffira) en Paulus predikt, regeert en bestuurt en zamelt op zijn reizen telkens gelden in voor de verarmde Jeruzalemsche Kerk.
Maar door de uitbreiding der Kerk gaat prediking en diakonaat uit elkaar. (Hand. 7.) En gelijk dan eerst het diakonaat zich loswikkelt uit het apostolaat, zoo splitste zich, om gelijke oorzaak, nl. om de wille van de velerlei werkzaamheden, het leerambt en het regeerambt, of wel het ambt van dienaar des Woords, en het ambt van Opziener of Ouderling.
Hoe meer van uit de moedergemeente te Jeruzalem, waar 12 Apostelen en 7 diakenen zijn, alom gemeenten ontstaan en hoe meer ketterijen er komen en de bestrijding der waarheid gaat toenemen — hoe meer zich ook de behoefte doet gevoelen dat er alom herders en leeraars, ouderlingen en opzieners, diakenen en krankenverzorgers noodig waren.
En zoo groeien de 3 ambten: het leerambt, het regeerambt en het ambt van diaken, uit den éenen Wortel Christus.
Gelijk Christus het 3-voudig ambt bekleedt van Profeet, Priester en Koning, zoo ook is er in de zichtbare, geïnstitueerde Kerk drieërlei ambt van herder en leeraar, opziener of ouderling en diaken.
Door het herder-en leerambt spreekt Christus dan als hoogste Profeet, door het presbyteriaat of opzienersambt regeert Christus als eeuwige Koning en door het diaconaat worden op bizondere wijze de ontfermingen openbaar van Christus, den eenigen Hoogepriester.
En zoo zijn de 3 ambten instrumenten van het Messiasambt, opdat in de - Gemeente des Heeren op aarde, in het midden van 's Vaders uitverkorenen, Christus kan profeteeren, regeeren, leeren en ontferming bewijzen.
Om Christus moet het dus gaan. En dan in den weg, door Christus voorgeschreven !
Dat begrijpen wij niet.
Naar aanleiding van het stukje „Het verschilpunt" van B. te D., voorkomend in No. 6 van „De Waarheidsvriend", deed „De Heraut" ons een vraag over „de lijdelijkheids-theorie" onder de Gereformeerden in de Herv. Kerk.
Wij hebben daarop een antwoord trachten te geven in ons artikel „ De Baälspriesters geslacht", voorkomend in No. 12 van „De Waarheidsvriend."
Aan „De Heraut" werd dat No. toegezonden. En ziet, nu komt „De Heraut", zonder met een enkel woord van dat artikel melding te maken, deze week heel kalm vertellen: „de theorie der lijdelijkheid neemt onder de Gereformeerde broeders in de Hervormde Kerk steeds bedenkelijker proporties aan.' Wezen we onlangs op een merkwaardige uitspraak in „De Waarheidsvriend", niet minder teekenend is wat thans in „De Gereformeerde Kerk" wordt gevonden" enz. enz.
Nu zouden wij bescheidenlijk willen vragen; hoe komt het, dat „De Heraut" wéér over de lijdelijkheid der Gereformeerden in de Hervormde Kerk schrijft, aanhalende „die merkwaardige uitspraak" uit No. 6 van „De Waarheidsvriend" — terwijl er geen notitie genomen wordt van 't geen, op verzoek van „De Heraut", in No. 12 door de redactie nader is uiteengezet?
Weet „De Heraut" niet, dat „De Waarheidsvriend" niets moet hebben van die valsche lijdelijkheid, die met Gods Woord in strijd is, maar met lijdzaamheid wil doen het werk, dat de Heere ons op de handen komt leggen?
Waarom wil men toch de menschen éénzijdig — en daardoor op verkeerde wijze voorlichten?
„Hollandia" schijnt ons beter te kennen; want daar schreef Ds. Sikkel onlangs: „Wij zagen met blijdschap, dat de redacteur van „De Waarheidsvriend" niet bekoord wordt door de gedachte, om toch vooral alles bijeen té houden, wat uit de waarheid en uit de leugen is, maar dat hij spreken wil voor herstelling der Kerk naar haar Belijdenis; dat de éénheid van alle Gereformeerde Kerken binnen den band der Belijdenis hem bekoort; en dat hij losmaking van een valsche eenheid daarvoor noodzakelijk acht.
Hier is althans een uitgangspunt, dat niet onmogelijk is. En hier ziet het oog een richting uit, die een hope voor de toekomst wekt."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1910
De Waarheidsvriend | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1910
De Waarheidsvriend | 6 Pagina's