Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afdeelingsverslagen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afdeelingsverslagen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HILVERSUM. Voor onze Afd. trad Maandagavond 14 Maart j. 1. op Ds. Jongebreur van Veenendaal met liet onderwerp: "Teekenen van onzen tijd. Na het zingen van Ps. 119 : "53 en gebed, begon Z.Eerw. met het voorlezen van Matth. 16, om, naar aanleiding hiervan, vervolgens te wijzen op de noodzakelijkheid ook voor óns, van te letten op de teekenen der tijden. Farizeërs en Sadduceërs, zij wisten het aanschijn des hemels te onderscheiden, maar voor de teekenen der tijden waren zij blind. Van nature hebben we allen daarvoor geen oog.

En hoewel nu geen ander teeken noodig is tot behoud, dan het teeken van Jona den Profeet, toch wijst de Heere ons op zoo menigerlei teekenen, waar we op zullen letten tof ons eigen welzijn. En toch sluiten juist daarvoor de meeste menschen het oog. Zoovele Christenen zijn er die slechts willen zien in het eigen hart, niet wat daar buiten geschiedt. Daar buiten ligt de wereld in het booze, daar is alles onheilig on boos. Een kind van God staat te hoog om zich te bemoeien met allerlei tijdelijke en wereldsche zaken. Spr. noemt dit echter een monnikachtig Christendom, ea in strijd met Gods Woord. De Christen is in de wereld, moet door de wereld. In het Hoogepriesterlijk gebed vraagt de Heiland zelf: Ik bid niet dat Gij ze uit de wereld wegneemt, maar dat Gij ze bewaart van den booze Gods kerk op aarde is als een schip op de zee, in de vaart; niet in de haven. Hoe dwaas zou het nu zijn van schepelingen die al hun aandacht gingen wijden aan 't geen 't inwendige van 't schip betreft, niet aan wat daarbuiten woelt. Er moet gelet worden op de winden, op de stroomen, op de klippen, Gods kerk, Gods volk heeft ook alzoo te letten op de winden, te strijden tegen eiken wind van leer. Niet slechts naar binnen maar ook naar buiten zien! Het doel van Spr. is dezen avond te wijzen op enkele verkeerde richtingen, die de Kerk des Heeren bedreigen en als zoovele klippen gevaar opleveren. Evenwel meene men niet, dat Spr. hier is gekomen om te preeken. Misschien zijn er enkelen in die verwachting. Dan worden ze teleurgesteld! De Geref. Bond gaat niet Evangeliseeren, in gemeenten waar de verkondiging en de bediening van het Woord nog is overeenkomstig de belijdenisschriften van onze Herv. (Geref.) Kerk, zooals dat hier te Hilversum het geval mag zijn. Evenwel is er niets tegen, maar kan het nuttig-zijn, in vergaderingen zaken en onderwerpen te bespreken, belangende onze Kerk en het Koninkrijk Gods. Met dat doel stelt Spr. zich voor in deze ure zijn gehoor te wijzen op drie stroomingen die gevaar opleveren voor onze Kerk. en noemt als zoodanig:

1. Een dor Intellectualisme.

2. Een grof Materialisme.

3. Een valsch Mysticisme.

Nadat Spr. de namen eenigszins verduidelijkt had, begon Z.Eerw. achtereenvolgens de verschillende stelsels als zoodanig in hun historische opkomst en ontwikkeling te schetsen. Het Intellectualisme dagteekent als stelsel uit het begin der vorige eeuw. 't Was de eeuw van de verlichting. Beschaving en wetenschap schreden als met reuzentred voort. Men zie slechts naar enkele voorbeelden, als de toepassing van de stoom en de electriciteit. Maar steeds klinkt nog, op dit gebied 't: Excelsior. Elk geslacht stelt ook weer nieuwe en meerdere eischen. Men neme slechts een eenvoudig voorbeeld bij onze kinderen op de lagere school. Wat is hun kennis niet veel meer en veel omvattender dan van ons ouderen, toen wij op de schoolbanken zaten. En nu is dit op zichzelf een groote zegen. God is ook een God der wetenschappen. Maar de mensch toont bij al die kennis zijn groote dwaasheid, omdat hij de bron der wijsheid en kennis verlaat, en dus de bron zoekt bij zichzelf. Hoewel het waar blijft wat Gods woord zegt, dat de vreeze des Heeren 't beginsel is van alle wijsheid, wordt, ten koste van de waarheid 't verstand ten troon verheven, en de menschelijke rede gesteld tegenover de openbaring Gods in Zijn Woord! Die tegenstelling moest doorwerken. Die godsdienst van het verstand legde beslag op de scholen. Het onderwijs moest neutraal zijn, op kennis en wetenschap kwam het maar aan! Godsdienst werd alleen goed geacht voor de binnenkamer. Niettemin wat men aandurfde op schoolterrein, drong door, eerst in staat en maatschappij, straks in de kerk. Aan het wondergeleof werd getwijfeld, wat met het verstand niet te bevatten was werd over boord geworpen; en als Prof. Opzoomer optrad met zijn bekende rede: »De wijsbegeerte den mensch met zichzelven verzoenende, » vond dit weerklank in veler hart. Zoo ontstond het Intellectualisme, de godsdienst van 't verstand, die zich nog openbaart in vele modernen van onze dagen. Maar hoewel dit stelsel en deze richting veel kwaads, ontzettend veel schade heeft gedaan, Spr. wenscht niet alleen het oog daarop te richten, op 't stelsel als zoodanig, belichaamd in de moderne ongeloovigen; maar hierop moet ook met nadruk worden gewezen, dat de geest van dit stelsel, doorwerkt ook in Orthodoxe, ja in Gereformeerde kringen! Het verstand treedt zoo menigmaal op den voorgrond. Men poogt bij redeneering te leven. En toch al zou men verstandelijk kunnen begrijpen, wat God geopenbaard heeft, 't is niet genoeg; en met ernst laat Spr. de waarschuwing van den Apostel hooren: »A1 ware het dat ik wist alle verborgenheid en al de wetenschap, ja, de talen der menschen en der engelen sprak, en ik had de liefde niet, zoo ware ik niets." Naast het verstand heeft ook 't gemoed zijne eischen en hoe noodig en nuttig ook 't verstand mag zijn, als 't niet is met Goddelijk licht bestraald, is 't op zichzelf niets; en, is men er niet op bedacht, dan verzeilt ook de Gereformeerde op de klip van dor Intellectualisme.

Materialisme legt den nadruk op de stoffelijke dingen. Niet alleen de natuurlijke mensch is hiertoe geneigd. Ook het kind des Heeren moet zoo vaak nog klagen : »Hoe kleeft mijn ziel aan 't stof.« Het materialisme als stelsel dankt ook zijn opkomst aan de vorige eeuw, en is eigenlijk een kind van het Intellectualisme. Waar men ging redeneeren met het "verstand en de dingen wilde begrijpen, daar werd het een van zelfsheid, dat, waar de zichtbare dingen zich gemakkelijker laten verklaren dan de onzichtbare, men langzamerhand verviel tot het bezien en het vereeren van de stoffelijke dingen, van de materie, — en de leer der evolutie, van de ontwikkeling, vond hare aanhangers! Niets is blijvend, alles ontwikkeld, uit-en van zichzelf, en mannen als Hegel en Feuerbach waren de woordvoerders, die het volk op deze banen leidden. Alles uit stof eii 't keert tot stof, volgens een vaste-wet der ontwikkeling! En buiten die stoffelijke wereld bestaat niets' Geen zedelijke wereld, geen eeuwigheid, geene vergelding.

{Slot volgt- zie 8/4/1910).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1910

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Afdeelingsverslagen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1910

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's