Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het drankvraagstuk.

Het mag een verblijdend verschijnsel genoemd worden dat het gebruik van sterken drank gaat verminderen. Zoowel uit de inspectie-rapporten, als uit de lagere opbrengst van den accijns van binnenlandsch en buitenlandsch gedistilleerd blijkt het heuchelijk feit.

Bedroeg het verbruik van veraccijnsd gedistilleerd, berekend, naar de opbrengst van accijns per hoofd der bevolking in 1877, dus ongeveer 30 jaren geleden, 9.98 liter, in 1908 daalde het aantal liters tot 7.07. In 30 jaren tijds verminderde het gebruik alzoo met bijna 3 liter.

Nog sterker spreken deze cijfers, als wij de daling nemen tusschen de jaren 1902 en 1908. In die 6 jaren was de vermindering een liter per hoofd der bevolking.

Ook Minister Kolkman is tot onze blijdschap niet gelukkig met zijne proefnemingen op het gebied der verhooging van den accijns op het gedistilleerd.

Werd, zooals men zich herinneren zal, op 1 Januari van dit jaar de accijns van f65 op f90 de HL.-gebracht met de verwachting dat de opbrengst 6 millioen hooger zou worden, voor de eerste vier maanden van het jaar bedroeg die vermeerdering slechts ruim 11 ton, een tegenvaller alzoo van f 900, 000. 4/12 der totale raming bedraagt bijna 10, 5 millioen, terwijl van Januari tot Mei aan opbrengst nog geen 9 millioen binnenkwam.

Zoo wijst alles op belangrijke vermindering in het gebruik van sterken drank.

En dat er hier te lande zoowel als in den vreemde nog heel wat op den drank kan bespaard worden, daarvan kregen we deze week een statistiek onder de oogen van het gebruik in Duitschland. Over de jaren 1904 tot en met 1908 berekent men daar dat gemiddeld per jaar en per hoofd van de bevolking 3.86 liter brandewijn-alcohol en aan bier gemiddeld 116.16 liter wordt gebruikt. Stolt men de liter alcohol op den gemiddelden prijs van f 0.60 en die van het bier op f 0.18 de liter, dan bedraagt de totale uitgaaf aan beide dranken jaarlijks ruim 1400 millioen gulden, terwijl als men daaraan nog toevoegt de uitgaven aan wijn, men tot de ontzettende som van 1800 millioen gulden komt.

Plaatsen wij nu naast Duitschland ons eigen land, dan vinden we voor 1908 aangegeven, dat alleen reeds voor sterken drank hier te lande jaarlijks tusschen de 40 en 50 millioen gulden wordt uitgegeven.

Intusschen we constateeren met vreugde een geregelde niet onbelangrijke afname van het gebruik van sterken drank.

En dat daarbij 's Rijks schatkist niet minder wel vaart, nu alle andere middelen belangrijk hooger worden, bewijst wel, dat over de eerste vier maanden van 1909 de rijksinkomsten bijna 47 millioen gulden bedroegen, terwijl over het gelijke tijdperk in 1910 ruim 50 millioen gulden binnenkwam.

Zoo behoort het te gaan. Aan accijns op het gedistilleerd een voortdurend lagere opbrengst, en wat de andere middelen betreft een steeds krachtiger vloeien der geldmiddelen ter versterking van de Rijksfinanciën.

En daarmede komt het drankvraagstuk tot oplossing.

De gehuwde vrouw.

Zooals wel te verwachten was, vindt het ingediende wetsontwerp, om vrouwelijke Rijksambtenaren en Onderwijzeressen bij het Openbaar Onderwijs, die in het huwelijk treden, te ontslaan, heel wat bestrijding.

In „Land en Volk", het vrijzinnig-democratisch orgaan, lezen we: dat door gehuwde vrouwen te verbieden betaalden arbeid te verrichten, door zulk een draconische wet uit te vaardigen, zonder de vrouw in de gelegenheid te stellen door middel van het kiesbillet daarover haar inzichten te kennen te geven, pleegt men een daad van de meest verregaande tyrannie.

En het socialistisch orgaan „Het Volk", op het zelfde stramien bordurende, noemt in het bekende weekblad het ontwerp: „De straf op het moederschap" en betitelt het als een „brutaal" wetsontwerp.

Beide uitspraken, waaraan we geen meerdere behoeven toe te voegen, wijzen er duidelijk op, dat tegen het wetsontwerp een felle oppositie is te wachten. Nu begrijpen wij intusschen zulk een tegenkanting niet.

Immers het lijkt ons het meest gewone van de wereld, dat bij het in het huwelijk treden de vrouw haar plaats vindt in het gezin.

Dat dit nog bij de wet moet mogelijk worden gemaakt, wijst op de verwording van het maatschappelijk leven.

Op ééne uitzondering op dezen-regel zij men bij het geven van ontslag echter bedacht. Er moet nl. eene uitzondering komen voor de vrouw als kostwinster, voor het geval dus, dat de man om de een of andere reden tot werken ongeschikt is. Zal men in gewone omstandigheden het alleszins loffelijk achten, dat DAN de vrouw in de nooden van het gezin helpt voorzien, voor het geval, dat we hier op het oog hebben, zal men ook aan haar, die eene acte bezit, den toegang tot de school niet mogen weigeren.

Maar regel worde het, dat de gehuwde vrouw hare plaats hebbe in het gezin.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's