Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een gewichtig Besluit.

Met groote instemming maken we melding van het Koninklijk Besluit van 2 Juni ter aanvulling van het Koninklijk Besluit van 13 November 1905 (Stbl. no. 303) ter uitvoering, van art. 59 der wet tot regeling van het lager onderwijs, waarbij eene regeling getroffen wordt tot het geven van VOORSCHOTTEN op rijksbijdragen voorbijzondere scholen.

De hier bedoelde aanvulling luidt:

Tusschen de artikelen ii en 12 van het Kon. besluit van 13 November 1905 (St.bl. no. 303) wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende als volgt: «Artikel 11 bis. Aan het bestuur van een bijzondere lagere school, hetwelk overeenkomstig artikel 59, zevende lid, der wet tot regeling van het lager onderwijs een aanvrage om rijksbijdrage over het voorgaande jaar heeft ingediend en over het daaraan voorafgegane jaar voor rijksbijdrage overeenkomstig dat wetsartikel in aanmerking is gekomen, kan door Onzen Minister, met de uitvoering dier wet belast, een voorschot op de aangevraagde rijksbijdrage worden verleend van ten hoogste zestig ten hónderd van de laatstelijk aan dat bestuur toegekende rijksbijdrage, indien dat bestuur een daartoe strekkend verzoek in de maand Februari aan dien Minister indient en zich daarbij bereid verklaart tot terugbetaling van hetgeen eventueel bij voorschot te veel mocht zijn genoten, voor de nakoming van welke verbintenis zich twee, door Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken goed te keuren borgen stellen. In dat verzoekschrift wordt tevens vermeld de dagteekening waarop dè in art. 11 van dit besluit bedoelde aanvraag aan Gedeputeerde Staten is toegezonden, het bedrag der daarbij aangevraagde rijksbijdrage alsmede het bedrag van het daarop verlangde voorschot.

Indien het bestuur eener bijzondere lagere school voor de eerste maal voldoet-aan het bepaalde in artikel 59, zevende lid der genoemde wet, kan, mits de aanvankelijke aanspraak op subsidie uit de ingevolge artikel 10 door den districts-schoolopziener ingezonden opgave blijkt, mede op den voet van het eerste lid van dit artikel een voorschot worden toegekend, dat alsdan berekend wordt over' het bedrag der aangevraagde rijksbijdrage.

In het geval bedoeld in het voorlaatste lid van artikel 59 der genoemide wet wordt het verzoek om voorschot aan Onzen voornoemden Minister ingediend binnen een maand na den voor het inzenden van de aanvraag om rijksbijdrage aldaar gestelden termijn". Artikel 13, eerste lid, van genoemd Kon. besluit van 13 November 1905 wordt gelezen als volgt:

»Nadat de termijn van dertig vrije dagen, bij artikel 59 gesteld, is verstreken, zonder dat van de beslissing van Ged. Staten op de aanvrage van het bestuur om rijksbijdragen krachtens evengemeld wetsartikel bij Ons in beroep is gekomen, wordt door Onzen Minister, met de uitvoering der wet tot regeling van het lager onderwijs belast, de uitkeering bepaald van de som, waarop het bestuur volgens die beslissing aanspraak heeft. Bij die uitkeering wordt in mindering gebracht het bedrag, dat ingevolge art. 11 bis bij voorschot reeds mocht zijn uitbetaald".

De wijzigingen bij dit besluit, gebracht in genoemd Kon. besluit van 13 November 1905, worden voor de eerste maal toegepast in het jaar 1911 bij de uitbetaling der rijksbijdrage over het jaar 1910.'

De uitsluiting te Enschedé.

De zonde heeft in hare gevolgen reeds heel wat ellende over het menschdom gebracht.

Enschedé kan daarvan weer hot bewijs leveren.

Binnenkort staan daar 9000 arbeiders zonder loon op straat en wie weet hoeveel gezinnen dan aan bittere armoede zullen worden prijs gegeven.

Op een der fabrieken is door een 200 tal ar­beiders het werk neergelegd. Of de staking gerechtvaardigd is, weten we niet. Men zegt van wél. Maar hoe dit ook zij, van de zijde der patroons schijnt hoegenaamd niets gedaan te zijn, om de gerezen geschillen in der minne te schikken.

En nu die 200 man het werk hebben neergelegd, passen de fabrikanten art. 65 van de Statuten det Enschedeesche fabrikantenvereeniging toe. Volgens dit artikel moet, wanneer bij één der leden der vereeniging een staking uitbreekt, na eenigen tijd het werk bij de andere leden worden stopgezet.

Reeds werd op 1 en 2 Juli niet gewerkt, daarna werd op 7, 8 en 9 Juli gestopt en eindelijk zal óp 18 Juli de dag zijn, waarop voor het laatst wordt gewerkt, en dan ligt alles stil. Tien duizend man ongeveer zijn dan van werk uitgesloten en zullen zonder eenige reden geheel onschuldig aan den honger zijn prijs gegeven.

Dat de patroons maatregelen nemen; om zich zooveel mogelijk tegen staking hunner werklieden te verdedigen, is hun recht maar of art. 65 van hun reglement — wij durven geen beroep doen op Christelijken — op zedelijke gronden rust, betwijfelen wij ten eenenmale. Men mag geen duizenden gezinnen ongelukkig maken, omdat een paar honderd arbeiders het werk neerleggen.

„Gij zult uwen naaste liefhebben als uzelven", zoo luidt het gebod des Heeren.

Zou dit gebod niet voor de Enschedeesche fabrikanten gelden?

Zondagsrust.

In den aanstaanden winter schijnt het voornemen te bestaan, om het aantal treinen des Zondags belangrijk in te krimpen.

Men zegt, dat een der leden der Kamer gebruikmakende van het recht, dat ieder Kamerlid heeft, om de regeering vragen te stellen, den Minister van Waterstaat op dit groote belang gewezen heeft.

Vermindering van het aantal treinen op Zondag wil zeggen: meerdere zondagsrust voor het personeel, en dit is voor het zoo talrijke beambten- en bediendenpersonéel geen overdadige weelde. Toch zal er van de zijde der zondagsreizigers heel wat geklaagd en geschreeuwd worden, als het zoover eens komen zal, dat meerdere treinen zullen uitvallen.

De regeering houde echter voet bij stuk.

Zij geve gevolg aan het verzoek, dat dezer  dagen nog door den Protestantsch Christelijken Bond van Spoor-en Tramwegpersoneel aan den Minister toegezonden werd, en vraarin gevraagd wordt:

1e. het personeel dat niet dringend benoodigd is, worde op Zondag vrij gegeven;

2e. alle niet noodzakelijke arbeid worde op dien dag nagelaten;

3e. de treinenloop worde beperkt, opdat zoo weinig personeel als mogelijk, in dienst worde gehouden;

4e. het uitgeven van kaarten tegen verminderd tarief op Zondag worde nagelaten;

5e. er worde door telstaten vastgesteld welke treinen op Zondag overbodig blijken;

6e. de stations worden er met nadruk op gewezen, dat er zoo weinig personeel als mogelijk, voor den dienst op Zondag worde gebezigd;

7e. in geen geval worde opnieuw overgegaan tot het weer inleggen van goedkoope-of pleiziertreinen op Zondag;

8e. het personeel, dat niet direct bij den treinenloop betrokken is, worde op Zaterdagmiddag vrij gegeven, opdat reizen voor eventueel familiebezoek of ontspanning plaats kan vinden op dien middag;

9e. voor het personeel, dat wel direct bij den treinenloop betrokken is, worde het uur van eindigen van den dienst op den Zaterdag, voorafgaande aan hun vrijen Zondag, zoodanig bepaald, dat reizen dan nog mogelijk blijft.

Verworpen.

Gelijk wel te denken viel, heeft de Eerste Kamer het ontwerp tot toekenning van een rijkstractement voor de 17e predikantsplaats te Rotterdam niet aangenomen.

Na de schriftelijke gedachtenwisseling tusschen regeering en Kamer, waarover door ons reeds een en ander werd medegedeeld, gevolgd door een openbare behandeling, waarbij de verschillende bezwaren nog eens onderstreept werden, was de afstemming te verwachten.

Met 21 tegen 17 stemmen werd Dinsdag de wetsvoordracht verworpen.

Wij komen wellicht de volgende week nog even op de zaak terug.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's