Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het kerkelijk leven.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gebruiken van het formulier des Bans.

Wie zou zijn ambtsbroeders niet toewenschen, dat hun steeds de noodzakelijkheid gespaard bleef, om het formulier des Bans te gebruiken.

Moet hij er ten laatste toe overgaan, dan stelle hij zich vooraf nauwkeurig op de hoogte van wat vooraf moet gaan, alvorens men tot een zoo pijnlijk iets als de afzetting van een lidmaat der gemeente overgaan mag.

Hier wijst de orde der Kerk ons den weg, terwijl ook het formulier zelf, met dat van de wederopneming niet weinig licht verspreidt.

Wij kunnen niet anders dan lankmoedigheid, ja de liefde tot den gevallene bewonderen, die onze vaderen kenmerkt. Niet alle zonden stelt zij tot voorwerpen der kerkelijke tucht. Heimelijke zonden, waarover de zondaar door een der broederen, en in het bijzonder, of voor twee of drie getuigen vermaand zijnde, berouw heeft, zullen" voor den kerkeraad niet gebracht worden, D. K. 73. Men kan hieruit zien, hoe strijdig het is met de gereformeerde praktijk, om evenals de aardsche Overheid, door hare dienaren de heimelijke zonden na te speuren. Wat de Overheid in deze doet is geenszins af te keuren, zij is er om het kwaad aan den lijve te straffen, maar de Kerk geeft den heimelijken zondaar gelegenheid, om zich te bekeeren zonder verlies van zijne eer. Alleen dan als iemand, na van eene heimelijke zonde vermaand te zijn, aan de vermaning geen gehoor geeft, zal zulks den kerkeraad aangegeven worden. Zoo voet-stoots echter gaat zulks maar niet. Hier moet de vermaning, door twee of drie personen vermaand voorafgaan; de vermaning van een enkele is slechts voldoende, als zij onmiddellijk door berouw en bekeering gevolgd wordt. Men ziet hier vooraf gaan, dat het gereformeerde beginsel rekening houdt met de roeping van de leden der gemeente, om aan de terechtbrenging van elkander werkzaam te zijn, en niet alles op de schouderen van het ambt te leggen. Door heimelijke zonden, zonder noodzaak ter kennis van den kerkeraad te brengen, ontslaat men zich van een der voornaamste broederlijke plichten, en geeft men de eere prijs, van zelf te doen wat des kerkeraads is. Zelfs is het niet genoeg om den broeder heimelijk te vermanen, men moet dit ook doen in liefde, anders doet de kerkeraad wel, met de vermaners tot bekeering hunner vermaning naar den heimelijken zondaar terug te wijzen. Maar ook al is de heimelijke zonde in den wettigen weg ter kennis van den kerkeraad gekomen, zoo mag deze haar niet aan de gemeente mededeelen, voor zijne vermaning even ongunstig gevolg heeft gehad als de particuliere. Welke eene groote mate van stilzwijgendheid wordt dan bij de leden des kerkeraads niet vereischt? Eén onvoorzichtig woord kan de werking der tucht voor goed bederven. Vooral als zij, die tot zwijgen gehouden zijn, zich niet schamen om de fouten huns broeders aan de kinderen der wereld te vertellen.

Is nu de openbaar begane zonde, of de openbaar gewordene zonde door den kerkeraad be­handeld, en de zondaar tot berouw en bekeering opgewekt, dan hangt wat verder geschieden zal, er van af, of hij al dan niet der vermaning gehoorzaam is.

Met het doen van belijdenis en belofte van bekeering echter bij grove zonden of groote hartnekkigheid, is de behandeling van den zondaar nog geenszins ten einde. Hij heeft tegen de gemeente gezondigd; daarom staat het hem niet vrij om met haar Avondmaal te doen, want vooraf moet de verzoening met de gemeente geschieden, opdat deze waarlijk gemeenschap met hem houden kan. Daarom maakt de kerkeraad aan de gemeente bekend, dat er een broeder het Avondmaal ontzegd is, tot tijd en wijle men zekere teekenen van boetvaardigheid aan hem bespeuren zal, naar het oordeel des kerkeraads. En daar de zonde openbaar begaan of geworden is, zoo moet de verzoening openbaar geschieden. Op deze verzoening volgt dan zonder meer de wederopenstelling van het Avondmaal.

Een geheel anderen loop verkrijgt de zaak, ingeval de zondaar de vermaning des kerkeraads verwerpt, en in zijne zonde volhardt. In dit geval mag men hem nog een tijd lang dragen en vermanen, in afwachting er van of hij zich bekeeren zal, maar wordt deze verwachting teleurgesteld, dan gaat men tot afsnijding over. De ontzegging van het gebruik des Avondmaals begint een geheel ander karakter te dragen; zij grondt zich niet langer in de noodzakelijkheid dat de verzoening met de gemeente niet voorbarig geschiede, maar grondt zich in des zondaars hardnekkigheid. Hier dient de ontzegging van het Avondmaal bij wijze van remedie, om het laatste, de afsnijding van de gemeente te voorkomen. Zij wordt dan ook in het formulier des Bans met de vermaning op ééne lijn gesteld.

Merkt de kerkeraad dat de remedie niet helpt, dan oordeelt hij terecht noodig, dat tot afsnijding worde overgegaan. Maar ook hier geene overhaasting; de zaak der afsnijding is er te gewichtig toe.

Tot driemalen toe spreekt de kerkeraad de gemeente over hem aan, alvorens hij tot de afsnijding overgaat.

Bij de eerste vermaning wordt de naam des zondaars niet genoemd. Hier geven de vaderen ons eene les om teederlijk met de zondaars om te gaan, er rekening mede houdende, dat hunne hardnekkigheid ons lichtelijk verbitteren en tot hardheid en overhaasting drijven zou. Wordt des zondaars naam verzwegen, zijne zonde wordt genoemd, terwijl kennisgegeven wordt van wat door den kerkeraad tot zijne betering gedaan is; is hij niet naarstig bestraft, van het Avondmaal afgehouden, en menigvuldig vermaand? Wijl zijn naam niet genoemd is, kan de gemeente niet opgewekt worden, om te vermanen, maar alleen om voor hem te bidden. Bij de tweede afkondiging zal met advies der Classe zijn naam uitgedrukt en de gemeente gelegenheid gegeven om hem te vermanen, waartoe zij dan ook wordt opgewekt. In de derde zal men de gemeente bekend maken, dat hij, tenzij hij zich bekeere, na eenigen tijd afsnijden zal, D. K. 77.

Dit alles wordt door het formulier des Bans helder toegelicht. Het blijkt dat de medewerking der gemeente bij de toepassing der kerkelijke tucht grooter is, of tenminste moet zijn, dan men gemeenlijk meent. Hier zegt de kerkeraad tot de gemeente, dat hij wat met den zondaar geschied is tot hare kennis heeft gebracht, of hij door hare Christelijke vermaningen en gebeden zich tot God mocht bekeeren. Helaas, de opzieneren kunnen haar tot hunne groote droefheid niet verbergen, dat er tot nog toe niemand voor hen is verschenen, om te getuigen dat hij door de menigvuldige vermaningen aan hem gedaan (zoo in het bizonder, als oor getuigen, en in tegenwoordigheid van velen) gekomen zou zijn tot eenig berouw over zijne zonde, of eenig teeken van boetvaardigheid aan zich heeft laten merken.

Dat geeft den kerkeraad opening om tot het uiterste over te gaan, te weten tot de afsnijding. Dit harde middel past de kerkeraad toe niet alleen opdat Gods Naam niet gelasterd en Gods gemeente niet verontreinigd worde, maar ook opdat de zondaar zoo mogelijk tot schaamte over zijne zonde worde gebracht. Hierom is de uitsluiting geene volstrekte; dat is, als de zondaar tot bekeering komt, staat de deur der kerk voor hem open.

Is de afsnijding geschied, dan zendt de leeraar de roerende bede ten hemel: ontsteek ons toch met eenen goeden ijver, dat wij met goede Christelijke vermaningen en voorbeelden zoeken wederom terecht te brengen dezen afgesneden persoon. Hier is de liefde aan het woord en haar woord is schoon.

(„De Bazuin." - VAN ANDEL).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's