Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de Zending.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de Zending

III.

Do Heere doet groote wonderen! Dat kan de geschiedenis van Nederland zoo klaarlijk bewijzen. Ook dat gedeelte van onze Vaderlandsche historie, dat valt aan 't eind van de 16e eeuw. Wilde „de Koning van Hispanje" ons in den grond boren, de Heere gaf uilkomst. We zagen het.

En onze vaderen zetten den voet in Indië. In Indië willen we eens rondkijken. Een oogenblikje maar.

Met een uitgestrekte eilanden-reeks zijn wij in aanraking gekomen; 50 maal zoo groot als Nederland; 33 millioen inwoners tellend, waarvan 32 1/2 millioen Indiërs.

Java en Madoera zijn 4 maal zoo groot als Nederland; Borneo, voor zoover het aan Nederland behoort, is 16 maal zoo groot.

Veelal verdeelt men dit geheele eilandengebied in drie hoofdgroepen:

I. De Groote Soenda-eilanden (Java, Sumatra, Borneo, Celebes.)

II. De Kleine Soenda-eilanden (Bali, Lombok, Soembawa, Flores, Timor, Soemba en anderen.)

III. De Molukken (Almaheira, Ternate, Ambon, Seram, Boeroe, Banda, en anderen.)

De bevolking zal omstreeks 33 millioen bedragen ; alleen die van de eilanden Java en Madoera en die van sommige residenties van Sumatra is vrij nauwkeurig geteld, die der overige eilanden is alleen bij gissing bepaald.

Onder deze bevolking zijn eenige duizenden Chineezen (450 duizend), Arabieren (24 duizend) en Europeanen (60 duizend).

De overigen behooron tot de Indische rassen, het Maleische of het Papoesche ras (32 1/2 millioen.)

Van die ruim 30 millioen inwoners zijn (in onze dagen) ongeveer 22 millioen aanhangers van den godsdienst van Mohammed; terwijl dan op sommige eilanden nog een geheel heidensche bevolking wordt aangetroffen (10 millioen).

Zoo wonen b.v. op Sumatra, met een bevolking van 4 à, 6 millioen inwoners, de Batta's, een heidensche stam, die zich nog schuldig maken aan het eten van menschenvleesch; terwijl op Borneo de Dajaks, de echte koppensnellers wonen.

O! wat ligt er dan nu (in onze dagen) nog een breed terrein ter bearbeiding voor hen aan wie de Woorden Gods zijn toebetrouwd!

Want, nadat Nederland Indië reeds meer dan 200 jaar in bezit heeft zijn er slechts een 200 duizend menschen met den naam van Christus bekend geraakt. (170 duizend protestantsche inlandsche christenen en 30 duizend Roomsch-Katholieke inlandsche Christenen).

Het worde ons een prikkel, om meer te vragen wat de Heere in deze van ons eischt!

De Indische bevolking, voor zoover het geen Chineezen, Arabieren of Europeanen zijn, behoort tot de twee Oud-Indische rassen: het Maleische ras of het Papoesche ras.

De Papoea's, een nog geheel onbeschaafd volk, bewonen Nieuw-Guinea en de omliggende eilanden ; de Maleiers bevolken de overige deelen van Indië.

De Maleiers verdeelt men gewoonlijk in beschaafde, half-beschaafde en wilde Maleiers.

Tot de beschaafde rekent men dan: de bewoners van Java, de Athjeneezen, de Maleiers op Sumatra en de Mangkassaren, Boegineezen en Balineezen.

Tot de half-beschaafde: de Bataks.

Tot de wilde: de Dajaks op Borneo en de Alfoeren op de oostelijke eilanden.

Alle Maleiers zijn licht roodachtig-bruin van kleur; zwart sluik haar; klein van lichaamsbouw, kleiner dan de meeste Europeanen, maar evenredig gevormd. Zij zijn vroeg volwassen en vroeg oud, tengevolge van het klimaat en van de ongeregelde en zinnelijke levenswijze

Over het algemeen zijn ze achterlijk in verstandsgaven; maar wel vatbaar voor een zekere ontwikkeling.

Wat de Alfoeren betreft, men houdt ze over het algemeen voor zacht van inborst en volgzaam van karakter. Hun uiterlijk schijnt echter iets anders te doen verwachten.

Zij zijn allen wél gebouwd en sterk gespierd en bezitten een voorbeeldeloozen moed. Kleederen rekenen ze tot de weelde artikelen.

Een langwerpig doekje, vervaardigd van een stuk boomschors, met touwtjes om de lendenen vastgemaakt, is hun eenig deksel.

Hunne wapenen zijn gewoonlijk een werpspies, een klewang en een schild alsmede boog en pijlen, waarvan zij zich met groote behendigheid bedienen.

Ze zijn volstrekt geen voorbeeld van zindelijkheid; zeker schrijver beweert, dat een Alfoer slechts tweemaal gewasschen wordt: na zijne geboorte en na zijn dood. Bovendien zijn ze meestal geplaagd met afzichtelijke huidziekten, die ouden en jongen teisteren.

De ooren versieren ze met schelpen, stukjes gekleurde bamboe, koralen, tanden van wilde zwijnen, kwasten van gekerfd pisangblad en stukjes koperdraad; den hals met talloos vele snoeren van gewone koraaltjes: den bovenarm met 10 of 12 ringen van schildpad of bamboe; den pols en het onderbeen met banden van eene andere stof, soms slechts van touw.

De gewoonte van slechts met den klewang in de vuist hun vijand aan te vallen en hem het hoofd af te slaan, en niet minder de afschuwelijke lust tot het eten van menschenvleesch, die soms onder hen voorkomt, hebben hen in een slechten roep gebracht, zoowel bij de Maleiers, die de stranden bewonen, als bij de Nederlanders, die hen nu en dan ontmoeten. Alleen als soldaten in het leger der Nederlanders mag men hen wel lijden en roemt men zelfs hun handelbaren en zachten aard.

Om eenig denkbeeld te geven hoe de Bestuursinrichting, de vorm van Regeering, in Indië is, willen wij het eiland Java als voorbeeld stellen. Dat eiland, omstreeks 4 maal zoo groot als óns land, is verdeeld in 17 residentschappen.

Elk dezer residentschappen wordt geregeerd door een Nederlander, die den titel van Resident draagt, en is weer verdeeld in regentschappen, bestuurd door nakomelingen van vroegere Javaansche vorsten en hoofden; zij worden regenten genoemd. Ieder van die regentschappen bevat een aantal dessa's of dorpen, waarover inlandsche dessahoofden het gezag hebben.

De rechtspleging is in Europeesche handen, maar wordt voor de inlanders naar de inlandsche adat geregeld. De belastingen worden door het opperbestuur aan de inlandsche hoofden, door dezen aan de dorpshoofden en door dézen aan de bevolking opgelegd.

Enkele landen zijn er nog waar de oude vorsten een schijn van onafhankelijkheid behouden hebben. De vorsten worden daar door ons aangesteld, maar met den inboorling als zoodanig bemoeit het Gouvernement zich daar niet.

Over geheel Nederlandsch-Indië wordt het bestuur gevoerd door een Gouverneur-Generaal namens de Koningin; welke Gouverneur-Generaal (tegenwoordig de Christen-staatsman oudminister Idenburg) bijgestaan wordt door den Raad van Nederlandsch-Indië, een Staatscollege van 5 leden.

In het wezen der zaak is het organisme dezer staatsinrichting te danken aan de vernuftige uitvinding van de Oost-Indische compagnie. Door haar is het mogelijk gemaakt om een zóo uitgebreid gebied, op zoo grooten afstand van ons Vaderland gelegen, met een zéér klein Europeesch leger, te besturen en er de orde te handhaven.

En zoo zijn we weer aangeland bij „de Oost-Indische Compagnie" — zoo zijn we weer teruggekeerd tot de dagen van de 16e eeuw, toen onze vaderen voor 't eerst met Indië in aanraking kwamen en daar voor 't eerst het Woord des Heeren brachten, om er den heerlijken Naam van den Zaligmaker bekend te maken.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Over de Zending.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's