Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schriftbeschouwing.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schriftbeschouwing.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Openb. 1 : 19, 20.

De openbaring van Jezus Christus. XVI.

Wat Johannes gezien en gehoord heeft is niet voor hem alleen. Hij zelf heeft er heerlijk van genoten. Het is ingegaan in zijne ziele, waarbij zijn harte overstelpt werd vanwege de grootheid en de heerlijkheid.

't Kwam zoo plotseling, 't Kwam te midden van verlatenheid en moedeloosheid, 't Kwam zoo vol vertroosting en bemoediging.

En ziet — dan moet hij het overbrengen aan de broeders en zusters in KleiN-Azië, aan de gemeenten, die de Heere zich vergaderd had uit de heidenen.

Daar moet ook het licht ontstoken worden te midden van de duisternis. Daar moeten de droppelen van dien malschen regen óok vallen op de zielen, die smachten onder den druk der vervolging en die verbijsterd zijn door de vijandschap van Gods hateren.

Daarom zegt de Heiland: „schrijf hetgeen gij gezien hebt."

Daar heeft de Heere lust in, om Zijn Sion te troosten in dagen van benauwdheid.

Dan laat Hij het woord spreken: vrees niet, o. Sion! laat uwe handen niet slap worden. De Heere, uw God, is in het midden van u, een Held, die verlossen zal." Zefanja 3:16.

De Heere heeft geen lust in den ondergang van Zijn Gemeente. In Christus wil Hij telkens naar voren brengen óm Zijn erfdeel te redden en te bewaren.

„Ik zal onder de kinderen Israels wonen en zal hun God zijn. En zij zullen weten, dat Ik, de Heere, hun God ben, die hen opvoerde uit Egypteland, opdat Ik onder hen zou wonen. Ik ben de Heere hun God." Ex. 29:45, 46.

En dit doet den Psalmist juichen: God is in het midden van haar, zij zal niet wankelen; God zal haar helpen in het aanbreken van den morgenstond Ps. 46 : 6.

O, dan kunnen de zonden vele zijn; dan kunnen de slagen van Satan treffen; dan kunnen bestrijdingen benauwen; dan kunnen de vervolgingen vermenigvuldigen; dan kan de smart hoog gaan en het lijden wonden toe brengen — maar dan wil de Heere tot Zijn volk af klimmen, met Zijn woord: vrees niet, uit zes benauwdheden zal Hij u verlossen en in de zevende zal u het kwaad niet aanroeren Job 5:12. Dan mag getuigd worden bij zielservaring: een oogenblik is er in Zijnen toorn, maar een leven in Zijne goedgunstigheid; des avonds vernacht het geween, maar des morgens is er gejuich" (Ps. 30:6.)

Dan mag gehoord en ervaren worden: „Die met Zijn dierbaar bloed voor al mijne zonden volkomen betaald en mij uit alle geweld des duivels verlost heeft; en alzóo bewaart, dat, zonder den wil mijns hemelschen Vaders, geen haar van mijn hoofd vallen kan, ja ook, dat mij alle ding tot mijne zaligheid dienen moet."

Met deze dingen nu wilde de Heiland dat men in Klein-Azië zou getroost worden.

Johannes had Jezus' grootheid en heerlijkheid gezien. Johannes had ervaren dat Jezus Zijn Gemeente altijd gedenkt. Dat de Heiland staat in het midden van Zijn Kerk.

Dat moest hij schrijven aan de gemeenten in Klein-Azië om dan te vermelden wat hij gezien had en wat hij nog hooren zou.

En dan volgt in vers 20 nog een verklaring van hetgeen gezien is.

Want daar staat: de verborgenheid die in de zeven sterren, welke gij gezien hebt in Mijne rechterhand, en de verborgenheid die in de zeven gouden kandelaren ligt, is deze: de zeven sterren zijn de engelen der gemeenten; en de zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven gemeenten.

't Is iets vol geheimnis wat getoond werd. Van verborgenheden vol. De Heiland zegt dat Zelf. Dan past óns voorzichtigheid en bescheidenheid.

Maar zélf de verklaring gevend, vermeldt de Heiland dat Hij staan wil tusschen Zijn gemeenten en dat Hij in de gemeenten gezanten heeft.

Want immers het woord engel duidt hier niet op hemelsche troongeesten, die voor God staan, om uitgezonden te worden tot het volbrengen van Gods wil.

Aan hen kon door Johannes niet geschreven worden 1

Maar er worden menschen mee bedoeld, die hier van Christus gezonden zijn, om in het midden van Zijn Kerk naar Zijn wil te spreken en te handelen. Menschen dus, die naar de ordonnantie van Sions Koning een plaatse der eere innemen in de Kerk. 't Zijn de herders en leeraars van Christus, gegeven tot opbouwing van het lichaam van Christus en tot volmaking der heiligen.

Dat zulke menschen door sterren worden voorgesteld, komt meer voor. We denken aan Dan. 12:3: de leeraars nu zullen blinken als de glans des uitspansels en die er velen rechtvaardigen, gelijk dé sterren altoos en eeuwiglijk." Of zooals we lezen in Matth. 13:43: dan zullen de rechtvaardigen blinken, gelijk de zon, in het Koninkrijk huns Vaders."

In een heerlijk werk heeft de Heiland lust op aarde. In een Koninkrijk des lichts te midden van de duisternis.

Heerlijk om in dat Koninkrijk te worden ingeleid en daar te mogen wandelen met heiligheid en godsvrucht!

De vruchten des Geestes zijn: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid" (Gal. 5:22).

„Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts: want de vrucht des Geestes is in alle goedigheid en rechtvaardigheid en waarheid, beproevende wat den Heere welbehagelijk zij" (Ef. 5:8—10.

Einde van het eerste hoofdstuk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Schriftbeschouwing.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's