Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Jong en Oud.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Jong en Oud.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De school van Overdorp.

DOOR P. BROUWER.

10) {Auteursrecht voorbehouden.)

Hij verbaasde zich over zijn onbegrijpelijke onwetendheid inzake God en Goddehjke dingen; het moderne leven, dat zich ganschelijk Van zijn God emancipeerde, kende hij in de Overdorpsche omgeving niet. Hij ontzette zich over zulk een materialisme, dat van een eeuwige zaligheid, ja van een eeuwig leven, geen notie had.

Maar dit deed den evangelie-ijver in hem ontwaken.

Had God hem dézen niet doen ontmoeten, opdat hij alles aan hem zou ten koste leggen ? Hij zocht hem op, noodde hem bij zich, ging met hem wandelen en trachtte ongemerkt, zonder weerzin te wekken, het goddelijke zaad te strooien in dit uitgedorde menschenhart. De omgang werd gewaardeerd.

Maar spoedig was het de jonge, belezen gezellige onderwijzer, die op den bedeesden wat achter geraakten predikant de leiding nam en gewoonlijk 't gesprek beheerschte.

Totdat ds. Van Sleen langs 'n omweg vernam, hoe Van Marsen hém, bij tegenstelling, met Jan Rips vergeleek en hém roemde als type van 'n verdraagzaam christen, waar 'n vrijzinnig mensch gaarne mee omging. Gansch niet zoo iemand als die dweepende drijvers, die altijd vol zijn — wier mond tenminste altijd vol is — van hun geloof.

Dat was den grijze geweest een steek in zijn beenderen. 't Had hem tranen doen schreien. Gebracht tot zelfonderzoek.

Hetwelk werd een zelfbeschuldiging. En na een ernstig gesprek, waartoe hij zich in de nachtwake, op gebogen knieën gesterkt had, was de omgang met Van Marsen veel verminderd en gingen zijn oogen dagelijks meer open voor het kwaad, dat diens onderwijs bracht in de harten der jeugd en vandaar door de gansche gemeente.

Dat werd het vuur ter andere zijde. 't Welk niet minder fel brandde.

Dat zijn geweten pijnlijk schroeide. . . Onder leiding van Rips en anderen is een „ Vereeniging voor christelijk nationaal schoolonderwijs" opgericht, te Overdorp. En de eerste vraag, die men zich deed, het feit lovend of lakend, was: „Wat zal ds. Van Sleen nu doen? "

Notaris Penman wipt zijn stoel wat op. - Dat is zoo z'n rusthouding; den stoel op de twee achterpooten doen steunen, de voeten schoor gezet tegen de vensterbank en zelf zooveel mogelijk weggezakt in de breede, gevulde en met leder bekleede zitting.

Zóo kijkt hij wel 'n kwartier den dorpsweg af, tot waar de zonneschittering van den zomerdag stof en groeisel verglinstert voor het oog. Zijn klerk kent die houding en wéét van haar tweeërlei beduidenis. Ze wijst op het aanhangig worden van 'n zeer goede zaak, 'n gouden regen voor den patroon, waarvan de nadruppelen zijne zijn, óf ze duidt op 'n lastig geval, waaruit de notaris zich zonder kleerscheuren tracht te redden. Dit alles echter, indien Penman met ópen oogen zoo zit.

Vaak ook neemt hij die houding aan, gewoon uit gemakzucht, vooral 's middags, daar zijn vrouw, die lastig heet, hem niet slapend in den leunstoel of op de canapé duldt. In dit geval echter luikt zich zijn oog en vouwen zich zijn beide handen zusterlijk saam op den welgevulden buik.

Meermalen heeft een rare smak tegen z'n bureau hem geleerd, dat die evenwichtstoestand ietwat gevaarlijk is voor wie zich te sluimeren zet, maar Penman, dommelziek, wipt zijn stoel om eer hij 't weet. 

Thans echter heeft hij de oogen wijd open. Ze blijven. rusten op de plek waar, 'n eind verder, onder hooge boomen, aan den straatweg, de metselaars 'n gebouw optrekken. 't Is de school met den Bijbel, die deze week nog onder de kap komt en over drie maanden geopend zal worden. Van morgen zag hij Jan Rips, den boer, met nog twee bestuursleden er heen wandelen, 'n vreemden heer in hun midden; denkelijk het nieuwe hoofd.

De bouw dier school is het feit van't jaar in Overdorp.

De groote vraag is, wie er heen zullen gaan. Eerst meende van Marsen, dat het zulk een vaart niet loopen zou. Hij, de vreemde, had echter het boerenkarakter niet gepeild en zag hun geslotenheid aan voor onverschilligheid.

De laatste weken was hij echter gaan twijfelen en nu tastte hij in't duister.'t Kon es tegenvallen en zijn school goeddeels ontvolkt worden. . . Dat kwelde hem als een nachtmerrie. Hij zou dan overblijven met het kleinste deel; z'n klassenindeeling zou verstoord worden; zijn personeel verminderen; z'n school kwijnend verteren en zijn reputatie bij het „Toezicht" een leelijke knauw krijgen.

Penman sprak hem moed in. „D'r zijn nog wel middelen", begon hij. Maar hij voleindde den zin niet; schudde alleen Van Marsen opbeurend de hand.

'n Boer, die zich met 'n bonten zakdoek 't zweet onder de pet wegwischt, komt het bordes op.

(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Voor Jong en Oud.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's