Allerlei.
Als in het voorjaar in Israel de wijngaard in bloei stond, dan togen de wijngaardeniers en wijngaarderinnen naar hun plantingen om de vossen te verjagen, de jonge vossen, die den grond omwoelden, aan de struiken knaagden en jonge loten en teedere wortels beschadigden.
Het was een opgewekte arbeid: verdrijven van het nadeelige, het schadelijke — beschutten van het jonge, het teedere leven.
En speurend door den wijngaard zong men elkander toe: „Vangt gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven; want onze wijngaarden hebben jonge druifjes."
Ook ónze wijngaarden hebben jonge druifjes; laat ons dan vangen de kleine vossen, die den' wijngaard verderven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1911
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1911
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's