Staat en Maatschappij.

Ontijdig.

Het blijft met de behandeling van het wetsontwerp tot beperking van Zondagsarbeid en nachtarbeid in de broodbakkerijen nog steeds sukkelen.

Liet het zich aanvankelijk aanzien, dat met een beetje goeden wil van de zijde der Kamer, het ontwerp spoedig in veilige haven zou zijn te brengen; zij, die voorstander van afschaffing van Zondagsarbeid en nachtarbeid der bakkers zijn, en hoopten dat het verbod ten aanzien van dien arbeid spoedig een plaats in het Staatsblad vinden zou, moeten door den loop van zaken wel zijn teleurgesteld.

Zeker, het was ook weer ditmaal dé langzame werkwijze der Kamer, gepaard aan de breedsprakigheid van verschillende Kamerleden, omstandigheden die de zaak niet voldoende snel deden opschieten, maar daarnevens heeft ook de Minister van Landbouw schuld, dat alles niet zoo loopt, als men wel gaarne zou gezien hebben.

Men zal zich toch herinneren, dat, toen na een breede discussie omtrent de wenschelijkheid, om gelijktijdig met het verbod van Zondagsarbeid en nachtarbeid ook den arbeidsduur in de bakkerijen te regelen, een motie gesteld werd, waarbij aan den Minister verzocht werd in dien geest eene regeling te overwegen, de Minister zich daartoe bereid verklaarde. In stede echter van af te wachten, of de Kamer zich bij meerderheid van stemmen zou verklaren voor afschaffing van Zondagsarbeid on nachtarbeid benevens van eene beperking van den arbeidsduur in de bakkerijen, ging de Minister na een gezet onderzoek er reeds zelf toe over om de wijziging van het ontwerp ter hand te nemen en de beperking van den arbeidsduur van bakkersgezellen binnen den kring van het wetsvoorstel te betrekken.

De aanbrenging nu van die wijziging in de voordracht heeft de positie èn van den Minister èn van de zaak, die hij voorstaat, niet versterkt.

Naast de bezwaarden tegen beperking van den Zondagsarbeid en van den nachtarbeid der bakkers, komen zich thans die voegen, welke van eene regeling van den arbeidsduur der gezellen moeilijkheden voor het bedrijf duchten.

Minister Talma hoeft zich door een al te groote toeschietelijkheid op een weg laten verlokken, dien hij niet had moeten inslaan.

En dit valt te betreuren.

De stap, dien hij deed, kwam, op zijn minst genomen, ontijdig.

Niet van bedenking vrij.

Bij de Tweede Kamer staat een wetsvoorstel in behandeling te komen, waarvan de strekking naar het ons wil voorkomen niet van bedenking vrij is. Wij bedoelen de wijziging en aanvulling van de wet tot regeling van het middelbaar onderwijs, waarin o. a. deze bepaling voorkomt, dat in iedere gemeente, in welke geene openbare hoogere burgerschool met overeenkomstigen cursus gevestigd is, die gemeente eene bijdrage io de kosten van elke Rijks-en gemeente hoogere burgerschool, tot welke leerlingen zijn toegelaten, wier ouders of voogden in die gemeente hoofdverblijf hebben, te verleenen heeft,

Volgens dit voorschrift zal dus bij aanneming van het wetsvoorstel eene gemeente, waaruit enkele jongelieden eene naburige hoogere burgerschool bezoeken, een zeker bij de wet te bepalen bedrag uit de gemeentekas aan de hoogere burgerschool moeten uitkeeren.

Afgezien nog van het o. i. onjuiste beginsel, (dat eene gemeente verplicht wordt ten behoeve van de opleiding van jongelieden uit haar midden kosten te maken, gaat men ook nog zeer éénzijdig te werk, door alleen slechts die jongelieden feitelijk te subsidieeren, die eene openbare hoogere burgerschool bezoeken. Ten aanzien van die ingezetenen, die aan de opleiding aan éene bijzondere school de voorkeur geven, heeft de gemeente zich niet te bekommeren. Bovendien zal van dezen maatregel het gevolg zijn, dat het bezoeken der openbare hoogere burgerscholen wordt aangemoedigd, wat op zijn beurt weer de oprichting van eene bijzondere hoogere burgerschool bemoeilijkt.

Ook uit deze voorgestelde regeling blijkt weer, van welk groot belang het is, dat hét hooger burgerschool-onderwijs Rijkszaak

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen