Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ned. Herv. Jongelingsbond.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ned. Herv. Jongelingsbond.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Karkgesehiedenis. V.

De Oude Kerkgeschiedenis 33—600.

Inleiding.

De omgeving, waarin het Christendom optrad.

a. Het Heidendom.

Voor onzen bekrompen blik, die alleen acht kan geven op de woeling der menschenkinderen, kan het soms schijnen, dat er geen hoogere orde is, maar een onzichtbare Hand is achter alle deze dingen en bestuurt hun gang.

De orde, de ontwikkeling der geschiedenis staat wel degelijk vast en vloeit voort uit een met vaste hand geleid wereldbestuur. De Heere regeert. Alles wat geschiedt is naar Zijn Raad, die bestaan zal tot in eeuwigheid. En zoo is het ook geen willekeurig tijdstip, waarop de Verlosser komt tot de menschheid. Integendeel, alles is hier besloten door goddelijke vóorverordineering en alles wordt gewerkt door een Koning, die weet te gebieden. Alles past nauwkeurig Op elkaar.

Het nieuwe komt als de tijdsmaat van het oude vol is.

En wie de geschiedenis van de eerste eeuwen heeft bestudeerd, zal er van overtuigd zijn, dat de Heere in de heidenwereld alles had toebereid om te ontvangen het heil, dat uit-Israels schoot geboren werd.

Verplaatsen we ons dan in de eerste eeuw onzer jaartelling.

Rome is gebiedster over heel de beschaafde wereld. Niet slechts aan den Rijn, ook aan Donau, Eufraat en Nijl, aan den voet van het Atlasgebergte en der Pyreneën voert de Romeinsche adelaar heerschappij.

Octavianus, na den zeeslag bij het voorgebergte Actinm op den 2den September van het jaar 31 na Chr., alléén uit het tweede driemanschap overgebleven, is, toen hij geen mededinger meer behoefde te vreezen, met den titel van Augustus vereerd geworden en heeft naar eigen goedvinden den regeeringsvorm maar vast te stellen.

De republiek had zich zelf overleefd en het keizerschap was noodig geworden door de uitbreiding van het rijk, dat bijna alle volkeren, welke de oude geschiedenis kent, in zich besloten hield.

En met de instelling van het keizerschap is de macht van den Romeinschen Staat tot volle ontplooiing gekomen.

Eén enkele wil beheerscht nu geheel het Rijk.

Krachtige en energieke maatregelen tegen den buitenlandschen vijand gaan gepaard met binnenlandschen vrede en welvaart.

Geen van de wingewesten is meer vrij. Maar zelden maakt de regeering den indruk van despotisme; althans niet in de provinciën. Voor deze was het een reden niet tot smart maar tot vreugde, dat de regeering in éen hand was overgegaan. Zij begonnen weldra de vruchten te plukken van een geregeld bestuur. Een gouden eeuw is aangebroken.

Het Romeinsche rijk, groot in zijn veelheid van provinciën en volkeren, staat daar in al zijn heerlijkheid.

En de menschheid van heel de beschaafde wereld, verstrooid door al de landen rondom de Middellandsche zee, ontvangt gelegenheid om tot zich zelf in te kceren.

Een eeuw vóór Christus geboorte was het zoo anders gesteld met de volkeren. Overal had het ongeloof diepe wortelen geslagen en het was een hopelooze verwarring op elk terrein. Er was geen gelegenheid om tot rust te komen, daar ieder zich bezig hield met de kansberekeningen op het terrein van de staatkunde.

Maar nu in de eeuw van Christus' geboorte, in de dagen van het keizerrijk, keert de rust; het standverschil is ingekort; de verschillende volkeren bij elkaar gebracht; in het jaar 40 kon zelfs een Spanjaard, Cornelius Balbus, consul worden.

De gansche wereld was in vrede; te land en te zee is rust; alle goederen zijn in overvloed aanwezig. De gansche aarde heeft haar oud gewaad, het ijzer, (beeld van Nebueadnezar) afgelegd en zich met haar feestkleed getooid. De tempel van Janus is gesloten.

En toch... aan al dien rijkdom, aan al die beschaving ontbreekt zooveel.

Buitengewone weelde vinden we naast schrikkelijke armoede. Op moreel, zedelijk gebied, bestonden de droevigste toestanden. Velen zagen met bezorgdheid de toestanden in.

Het oude had niet voldaan. Men vroeg om iets nieuws. Maar het nieuwe voldeed niet.

Met het uitwisschen der grenzen tusschen de verschillende landen en natiën verviel ook grootendeels het verschil tusschen de onderscheidene godsdiensten.  Er ontstond eene vermenging van verschillende voorstellingen betreffende goden, eerediensten, godsdienstige gebruiken en volkseigenaardigheden.

Er kwam begeerte onder de Romeinen om tot éen, algemeenen, nieuwen godsdienst te komen.

Velen spotten met de goden. De tempels van Jupiter en Apollo staan er nog wel, maar het geloof, dat deze goden eens in allen eenvoud eerde — het oude geloof was weg. De Olympische hemel is ontvolkt. De gestalten, die de oudheid eens in al hun zinnelijke kracht en ideale schoonheid had aanschouwd, zij hebben zich thans opgelost-in de nevelbeelden van een dichterlijken droom.

De beschaafde wereld keert zich van Homerus' goden af en wendt zich tot'de veeltongige wijsbegeerte, wier vele stelsels allen sluiten met het éene refrein; daar zijn geen goden!

In Cicero's dagen kon de eene priester den anderen niet zonder lachen aanzien!

Meenen wij echter niet, dat het heidendom, welks ontbinding wordt toebereid (het gaat naar »de volheid des tijds«) aan alle godsdienstige behoeften en idealen gespeend was.

Integendeel!

De Romeinsche wereld van de 1ste eeuw was met godsdienstige vereenigingen als bezaaid. Niemand, vooral onder de lagere volksklasse, of hij behoorde tot de eene of andere vereeniging van dien aard.

Daar hadden dan geheimzinnige inwijdingen en wasschingen plaats (in overeenstemming met den doop der christenen), gemeenschappelijke maaltijden werden gebruikt (gelijk aan de liefdemaaltijden en het avondmaal der christenen). De samenkomsten en feestelijkheden geschiedden ter plaatse, waar de minste slaaf voor een wijle van de vrijheid genieten mocht. Ja, zelfs werden van wege de vereeniging behoeftige leden ondersteund; vooral werd gezorgd voor een eerlijke begrafenis der medegenooten.

Maar men vond niet wat men zocht.

't Bleef een zoeken en tasten — zonder te vinden.

De Stoïcijnsche wijsbegeerte, die een streng en deugdzaam leven van zelfbeheersching aanprees kon het niet geven.

De Platonische wijsbegeerte, die zich richtte op het ideaal, dat achter het zinnelijke verborgen was, stelde te leur. Het deed begeerte ontstaan naar openbaring, naar het goddelijke, naar hetgeen boven en achter het zienlijke was.

Een zuchten om verlossing werd beluisterd.

Maar men kon niet vinden, wat bevrediging geven kon.

Toen werd door de vereering van den Keizer, welke eeredienst overal verplichtend was gesteld, de idee van de natiën gevestigd op éen god voor alle schepselen (monotheïsme).

En daar komt dan, op Gods tijd, door de eenheid van taal en door de veelheid van verkeerswegen gemakkelijk de blijde boodschap des Evangelies tot het veelsoortig heidendom, om aan het schijnbaarrijke, - maar inwendig-arme Heidendom het heil te verkondigen, dat Jezus Christus verworven had bij den Vader voor een zondaarsvolk, dat verstrooid.was over gansch de aarde!

Een blijde boodschap die weldra alom gehoor vindt.

Noch de legioenen, noch de beschaving, noch de wijsbegeerte hebben bet heidendom kunnen redden.

Alleen Hij, die de Weg, de Waarheid en het Leven is.

Dien de Vader kwam schenken in de volheid des tijds.

Wiens Naam weldra wordt uitgedragen onder alle creaturen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Ned. Herv. Jongelingsbond.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's