Financiën
Door afwezigheid vanden penningmeester, zoo luidde de vorige week het bericht, kan er geen financieel verslag verschijnen.
Nu, het heeft niet lang geduurd en hij is weer present, gereed om contributies en giften te ontvangen voor den Geref. Bond en het Leerstoelfonds, als ze maar komen willen.
Zoo'n paar dagen vacantie, zoo eens eenigen tijd uit je gewone doen te zijn, dat is toch wel aardig, en dat zou ik allen lezers van „De Waarheidsvriend" wel gunnen. Vooral als ge het voorrecht hadt, zooals ondergeteekende, door hartelijke vrienden uitgenoodigd te worden over te komen om eens echt van het buitenleven te genieten en eens te profiteeren van de heerlijke dennenbosschen, die in ons land nog in zoovele plaatsen te vinden zijn.
Ja, daar frischt een stadsmensch heelemaal van op en als men er dan een oog voor krijgen mag, dan roept men wel eens uit: Wat heeft de Heere nog veel goeds op aarde voor den zondigen mensch overgelaten. Dan kan men den Heere nog wel eens grootmaken.
Ik zat er wel mede dat ik mijn verslag niet kon schrijven, want daar ben ik al zoo aan gewoon geworden, dat ge u heuseh gaat verbeelden dat het in de courant niet gemist kan worden, of liever ge gaat uzelven^ alzoo een beetje onmisbaar achten.
Daarom is het ook goed er eens uit té gaan, om van die dwaasheid genezen te worden, want dan ziet ge dat het toch goed gaat al ben je er niet.
Ik stond ten minste verbaasd te kijken toen ik de vorige week „ De Waarheidsvriend" in handen kreeg en het artikel Financiën las van juffr. Verbeek. Het leek wel of ik het zelf had geschreven. Men heeft mij wel eens gevraagd: is zij geen familie van u? want zij schrijft al haast precies eender als u. En toen ik het las dacht ik het ook. Als ik tijd en gelegenheid heb moet ik dat toch nog eens uitzoeken. In ieder geval, zij blijkt best in staat mijn plaats in te nemen en ik zal voorstellen ze vice-penningmeesteres te maken, dan kan ik met meer gerustheid er nog eens uitgaan ....
Als er dan maar vrienden zijn, die mij willen uitnoodigen om over te komen. Maar kom, laat ik nu toch ophouden en liever eens zeggen wat ik vond bij mijn tehuiskomst.
Dat viel niet tegen.
Ie. Uit Oud-Beierland van J. K. f 0.50. Een gave voor het Leerstoelfonds.
2e. Uit Schoonrewoerd van G. v. B. f 1.— voor idem met een hartelijk schrijven.
3e. Uit Wilnis van F. F. f 4.50, opbrengst van busje 102.
4e. Uit Kampen van Jets P. f 8.50, de eerste opbrengst van busje No. 125. Prachtig.
5e. Uit Zeist van J. M. Paap f 2.50, waarbij vermeld: Hiernevens deze gift voor het Leerstoelfonds, gesckonken door een vriend van de Waarheid met de bede dat God geve, dat spoedig de wenschen van den Bond verwezenlijkt mogen worden.
6e. Uit Zeist door denzelfde, waarbij vermeld : Hiernevens f 3 voor het Leerstoelfonds, bijeengebracht door 3 vrienden. Het is beslist een groote gave, want het is van arbeidsmenschen, die het eigenlijk voor hun huishouden zoo noodig hebben.
Moge God het penningske zegenen.
7e. Uit Ooster-Nijkerk van Ds. N. v. d. Snoek uit busje 49 te Ooster-Nijkerk f2.40, te Niawier f 0.47, tezamen f2 87.
8e. Uit Zegveld van C. Bardelmeijer van de maand Juli uit busje No. 20 f3.72.
Verder ontving ik van enkele dames brieven van instemming met het idee van de dameskrans, waarover ik mij hartelijk verblijdde. Zij waren volkomen bereid er voor te werken en zitten als 't ware met de naald klaar en wachten op het sein van den penningmeester om te kunnen beginnen. Nog even geduld, geachte dames! Ik ontving nog geen bericht uit de bedoelde plaats, dat mijn voorstel was aangenomen. Of men het niet begrepen heeft, weet ik niet. Ik zal mij daarom met een persoonlijk schrijven richten tot de presidente en wij zullen dan eerst maar eens afwachten. Mocht dat afwijzend zijn, dan zullen wij verder zien. Misschien is er dan een andere plaats die het initiatief wil nemen. Ik hoop spoedig een en ander er over te kunnen mededeelen.
Met heilbede,
Delft, Brab. Turfmarkt 20.
De Penningmeester.
J. C. FLIEHE.
Oude postz., Capsules, Zilverpapier.
Verleden week dacht ik reden tot klagen te hebben. Maar nu is het weder bijzonder gegaan en ben zeer verblijd over de goede ontvangst. Zie maar eens:
Ie. van den heer S. te 's Gravenhage een doos met postzegels. Niet in de gelegenheid zijnde capsules en zilverpapier te verzamelen was er een kwartje extra bij. Heel aardig, dank u wel.
2e. van mej. A. B., pastorie te Kortgene, eenige metalen voorwerpen als koper, nikkel enz., alles prachtig tot kleingeld te maken. 3e. van Klazina v. d. Oest of Vest te Waddingsveen een pak met alle drie de soorten en een aardig schrijven. Het spijt mij dat u mij niet hebt kunnen vinden. Mijn adres is toch duidelijk (Kanaalweg 14).
4e. van mej. L. R, te Rotterdam een pakket met 839 buiten-en 651 binnenlandsche postzegels met nog capsules en zilverpapier. Er was een schrijven bij, waarin o.a. voorkwam: Ik heb mijn busje geledigd en er was f 1.67 die ik u er bij zend. De penningmeester heeft mij wel geen busje gezonden, maar zoo is het toch zeker ook wel goed. (Hoe vindt u dat, penningmeester? Het mag wel, niet waar?
5e. van A. K. te Muiden een partij postzegels, 6700 binnen-en 2400 buitenlandsche.
6e. van Rika Nieuwland te Delft een groote hoeveelheid zilverpapier, capsules en postzegels.
Voor alles mijn hartelijken dank.
Mej. H. H. VERBEEK,
Kanaalweg 14, Scheveningen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 1911
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juli 1911
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's