Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Arbeid op Zondag.

I.

Het vraagstuk van het Zondagsarbeiden, waaronder dan te verstaan is het al of niet geoorloofd zijn van het verrichten van arbeid op den Sabbath, is niet aan te merken als eene vraag, die zoo maar met „ja" of „neen" te beantwoorden is. Daarvoor grijpt de kwestie te diep in. En reeds het ingezonden stuk uit Alphen bewijst, dat er ten opzichte van deze materie groot verschil van inzicht kan bestaan.

Is nu, naar de Schrift beschouwd, het verrichten van werk op Zondag geoorloofd? Op het beantwoorden van die vraag komt het hier aan.

Oppervlakkig de vraag beziende, zouden wij geneigd zijn haar ontkennend te beantwoorden. Immers het vierde gebod van de Wet des Heeren spreekt duidelijk:

Gedenkt des Sabbathdags, dat gij dien heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevendedag is de Sabbath des Heeren uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uwe dochter, nóch uw dienstknecht, noch uwe dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uwe poorten is.

Daaraan is nog toe te voegen dat bijzonderlijk het nakomen van dat vierde gebod aan de kinderen Israels werd opgedragen en door den Heere zelfs zware straffen op het niet naleven van dit gebod werden gesteld (Exodus 31:14 en. 15).

Het arbeiden op den Sabbath is naar de letter der Schrift dus verboden.

Toch hebben onze Gereformeerde Vaderen in hunne verklaringen van den Bijbel het duidelijk uitgesproken, dat uit den gauschen samenhang der Schrift blijkt, dat met het gééo-werk-doen op den Sabbath bedoeld wordt: het verrichten van onnoodig werk. De Heere eischt, dat alle onnoodig werk op den Sabbath zal nagelaten worden en Zijne straffen zullen hem of haar treffen, die op dien dag arbeid verrichten.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                           Ter bevestiging nu van het juiste oordeel onzer vaderen op dit punt, mag verwezen worden o. m. naar hetgeen de Schrift in Mattheüs 12 leert. Wij lezen daar:

In dien tijd ging Jezus op eenen Sabbathdag door het gezaaide en Zijne discipelen hadden honger en begonnen aren te plukken en te eten. En de Pharizeen, dat ziende, zeiden tot Hem: Zie, uwe discipelen doen wat niet geoorloofd is te doen op den Sabbath. Maar Hij zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen wat David gedaan heeft, toen hem hongerde en hun die met hem waren? Hoe hij gegaan is in het Huis Gods en de toonbrooden gegeten heeft, die hem niet geoorloofd waren te eten noch ook, die met hem waren, maar den Priesteren alleen? Of hebt gij niet gelezen in de Wet, dat de Priesters den Sabbath ontheiligen in den Tempel, op de Sabbathdagen, en nochtans onschuldig zijn?

Geheel overeenkomstig het Woord Gods konden de opstellers van den Heidelbergschen Catechismus op de vraag: „Wat gebiedt God in het vierde gebod? " antwoorden:

Eerstelijk, dat de kerkedienst of het predikambt, en de scholen onderhouden worden, en dat ik, inzonderheid op den Sabbath, dat is op den Rustdag, tot de gemeente Gods naarstiglijk kome, - om Gods Woord te hooren, de Sacramenten te gebruiken. God den Heere openlijk aan te roepen en den arme Christelijke handreiking te doen; ten andere,  dat ik alle de dagen mijns levens van mijne booze werken viere, den Heere door Zijnen Geest in mij werken late, en alzoo den eeuwigen Sabbath in dit leven aanvange.

Opmerkelijk is het, hoe de opstellers van den Catechismus over het verrichten van arbeid op den Sabbath feitelijk niets zeggen, al is het duidelijk, dat het zich onthouden van het doen van werk op dien dag, ook in hun antwoord indirectelijk geboden wordt.

In de Synode van Dordrecht (1618—1619) maakte de Sabbatshviering eveneens een punt van bespreking uit. Op 17 Mèi 1619 werd door de Synode een besluit genomen, waarbij o. m. bepaald werd: dat op den Sabbath gerust moet worden van alle slaafachtig werken en van alle uitspanningen, die den godsdienst verhinderen, maar dat werken van liefde en noodzakelijkheid voortgang moeten hebben.

Uit dit besluit van de Synode leert men duidelijk kennen, welke meening onze vaderen tegenover de vraag van het verrichten van arbeid op den Zondag waren toegedaan. Naar hetgeen in de Synode bepaald werd, mochten dus werken der liefde verricht worden en mochten die werken, welke de noodzakelijkheid medebrengen, voortgang hebben.

Een gelijke beschouwing ten opzichte van de Zondagsviering en het verrichten van arbeid op dien dag vinden we o. m. ook in de bekende verklaring van den Heidelbergschen Catechismus van Mr. Justus Vermeer, Doctor in de beide Rechten en Ouderling der Gereformeerde gemeente te Utrecht (Utrecht 1750)..

Wij achten het van belang om ook de beschouwing van dezen Gereformeerden oudvader te geven, omdat men daaruit niet alleen de zaak van theologisch, maar ook van juridisch standpunt leert kennen.

Deze beschouwing de volgende maal.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's