Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het onderwijs in Indië.

Welke onderwijs-politiek moet in gevolgd worden in Indie? Bij de behandeling der Koloniale begrooting kwam ook deze vraag ter sprake.

De woordvoerder der anti-revolutionaire partij, Dr. Kuyper, stond op het bekende standpunt, dat ook voor de schoolregeling in Indie de eisch moet gesteld worden: „de bijzondere school regel, de Gouvernementsschool aanvulling." 'Terecht herinnerde de afgevaardigde van Ommen aan hetgeen reeds omtrent dit punt in de toelichting, op het  „Program van 1878" geschreven werd. Na eerst betoogd te hebben, dat de Overheid en de Zending moeten samenwerken, wordt op blz, 339 van „Ons Program" dit gezegd: „De Overheid weet dan: Indie moet gekerstend, maar zelve ben ik tot die kerstening onbekwaam" ; wat wil zeggen: ik wil in die richting werken, maar zelf als Gouvernement kan en mag ik het niet doen." En daarop volgt dan weer in „Ons Program": „terwijl ze dan als gewenschte hulpe de Kerk en haar leden tegenover zich vindt, die slechts wachten dat men de heirbanen openen zal, waarlangs ze aan deze natiën het Evangelie zullen brengen."

Duidelijk spreekt uit dit gedeelte van de toelichting van het program van beginselen der anti-revólutionaire partij, en het werd nog eens in de zitting der Tweede Kamer van 22 November nadrukkelijk geconstateerd, dat van die zijde sinds '78 als regel werd gesteld, dat het Gouvernement in Indie doen moet wat het kan om zich als Christelijke Overheid te toonen, niet zichzelf voor de belijdenis van den Christus heeft te schamen, maar dat het ook krachtens de Christelijke beginselen op religieus gebied de vrije zelfstandigheid van de inlanders, of zij dan Animisten (heidenen), Mohammedanen of Hindoes zijn, heeft te eerbiedigen en als Overheid niet heeft op te treden om daar haar Christelijke idee te brengen.

Van dit beginsel uitgaande, heeft men omtrent de roeping der Overheid op het terrein van het onderwijs dit voor te staan, dat de Overheid het standpunt inneme, dat de stelregel, zij: „de bijzondere 'school regel, de Gouvernementsschool aanvulling."

Deze gedachte, die ook ditmaal nog eens duidelijk in de Kamer werd uitgesproken heeft — en daarop willen wij even de aandacht vestigen — van de zijde der Christelijk-Historischen verzet uitgelokt. Het waren Dr. de Visser en Dr. Kromsigt, de eerste in de Kamer en de tweede in „De Nerlander", die zich van dien stelregel tegenstanders verklaarden.

Vooral was de oppositie van Dr. Kromsigt het krachtigst.

„Met verbazing en droefheid, zoo schrijft de Amsterdamsche predikant in het nummer van „De Nederlander" van 28 November, heb ik gelezen wat Dr. Kuyper in zake de Openbare school in Indie verleden week in de Kamer heeft gezegd. Ik vroeg mij af — zoo gaat Dr. Kromsigt voort: „Mogen wij de openbare school in Indie zoo slecht mogelijk èn voor Christenen ontoegankelijk maken? „Wat wil toch Dr. Kuyper? Hij wil in Indie denzelfden toestand daarstellen, dien we hier in Nederland hebben: de openbare school moet volstrekt neutraal zijn, want de Overheid mag op geen manier op dit gebied (waarom juist op dit belangrijke gebied niet? ) voor haar Christendom uitkomen, de „eere der Christelijke vlag" hooghouden, doch het Christendom mag alleen door middel van de bijzondere school in Indie worden gebracht."

Voorloopig tot zoover het schrijven van Dr. Kromsigt.

Hoewel wij de volgende week nog enkele opmerkingen willen maken, mogen we er reeds nu op wijzen, dat in de geheele rede van Dr. Kuyper nergens een streven valt op te merken, om de Overheid als hare roeping aan te wijzen om de openbare school in Indie zoo slecht mogelijk te maken, waarbij de aandacht nog hierop mag gevestigd worden, dat in het betoog van den afgevaardigde van Ommen niet van openbare, doch van Gouvernements-scholen gesproken wordt. Dr. Kuyper in zijn rede had niet het oog op eerstgenoemde inrichtingen van onderwijs, maar op de desa-scholen, dat zijn de zeer primitieve scholen in de inlandsche dorpen.

Is hier nu geen vergissing bij Dr. Kromsigt. in het spel, waardoor hij wel wat te voorbarig zou hebben geoordeeld, dan zou duidelijk moeten gemaakt worden, hoe men op de desa-scholen Christelijk onderwijs zou willen doen geven.

Doch daarover nader den volgenden keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's