Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tweeërlei sehoolpolitiek. I.

Naar aanleiding van hetgeen wij in de nummers van 8 en 15 December schreven over Het onderwijs in Indië en waarbij wij de gelegenheid hadden om de aandacht te vestigen op een ingezonden stuk van Dr. Kromsigt uit Amsterdam ia de Nederlander van 28 November, bedoelende om tegenover het antirevolutionaire hegijisel: „de bijzondere school regel en de openbare school aanvulling" op te komen voor het principe van de „Kerstening der openbare school" ; komt de Amsterdamsche predikant nog eens bij ingezonden schrijven in ons nummer van de vorige week op deze zaak nader terug.

Hoewel Dr. Kromsigt in dat schrijven geen nieuwe gezichtspunten opent, zouden wij er het stilzwijgen aan hebben kunnen toedoen, ware 't niet, dat ên de sympathieke toon, die het ingezonden stuk van Dr. Kromsigt ademt, en de volharding, waarmede de schrijver voor zijn beginsel opkomt èn het groote belang dat met de zaak gemoeid is, ons er toe dwongen, om nog iets omtrent deze aangelegenheid te zeggen.

Het ingezonden schrijven van Dr. Kromsigt in „de Waarheidsvriend" van 22 December strekt ons daarbij tot uitgangspunt.

Nu zullen wij uit dit schrijven maar al datgene laten rusten, wat met de eigenlijke hoofdrede niets te maken heeft. Onwillekeurig toch wordt door het inslaan van zijwegen de hoofdweg uit het oog verloren en door dit te doen zouden wij ons lichtelijk schuldig maken aan hetgeen Dr. Kromsigt -echter ten onrechte — aan Dr. Kuyper verwijt. Wij bepalen ons dus uitsluitend tot de zaak waarom het gaat n.l. de onderwijspolitiek welke in Indie van protestantsch-rechtzinnige zijde te volgen is.

Voor éen punt moeten wij intusschen een uitzondering maken en wel voor de opmerking die Dr. Kromsigt in het slot van zijn schrijven maakt, waar hij zegt:

«Daarom hoop ik dat ons Gereformeerd volk in de Hervormde Kerk althans niet met deze ernstige dwaling van Dr. Kuyper zal meegaan... en dat er genoeg zelfstandigheid zal zijn ook bij de antirevolutionairen om Dr. Kuyper op dezen verkeerden weg met kracht te weerstaan.«

Die conclusie had nu onzes inziens best kunnen achterwege blijven, en eigenlijk ook achterwege moeten blijven, omdat zij de zaak, waarop Dr. Kromsigt het volle licht wil doen schijnen, eer schaadt dan dient. Hier wordt instede van den hoofdweg een zijweg ingeslagen. De conclusie toch brengt ons — en wij gelooven gaarne, dat Dr. Kromsigt dit niet zoo bedoelt — midden in de politiek. Immers voor degene, die zich geen duidelijk beeld geeft van de tegenwoordige politieke toestanden, ligt in die conclusie een uitnoodiging om de gelederen der antirevolutionaire partij te verlaten en zich aan te sluiten bij de politieke partij waartoe Dr. Kromsigt behoort n.l. de Christelijk-Historische. Nog eens, wij verklaren, dat we er van overtuigd zijn, dat dit niet Dr. Kromsigt's bedoeling is, maar uit de conclusie valt de uitnoodiging toch metterdaad op te maken.

Intusschen wij komen hier nog nader op terug.

Voor het oogenblik de hoofdzaak. Dr. Kromsigt dan wijst op een ernstige dwaling van Dr. Kuyper, niet op een dwaling van den Theoloog Kuyper, maar op een dwaling van den Staatsman Kuyper.

Die dwaling bestaat hierin, dat de afgevaardigde van Ommen bij gelegenheid van de behandeling der Koloniale begrooting de leuze van Mr. Groen van Prinsterer met betrekking tot het onderwijs óok ophief voor Indie: „de bijzondere school regel, de openbare school aanvulling."

Dr. Kuyper zou met het aanvaarden van dezen stelregel — volgens Dr, Kromsigt — voor de gouvernementsschool in Indie eischen de volstrekte neutraliteit.

Ten bewijze nu dat Dr. Kuyper de volstrekte neutraliteit voor de gouvernementsscholen wil gehuldigd zien, citeert Dr. Kromsigt deze woorden uit de Standaard van 9 December:

„Wat ge aan Insulinde te brengen hebt is de Christus." „Kan 'nu de Overheid dit in haar qualiteit van de Overheid zelve doen? Staat 't haar vrij, is zij de geroepene om Indie den Christus te brengen? Dit ontkennen wij!"

En dan laat Dr. Kromsigt er dit op volgen:

Juist, dit ontkent Dr. Kuyper in tegenspraak met zijn eigene Geloopbelijdenis, art. 36: Hun (der Overheden) ambt is niet alleen acht te nemen en te waken over de Politie, maar ook de hand te houden aan den heiligen Kerkdienst... en het Koninkrijk van Christus te bevorderen"

Nu mogen wij ter verduidelijking van het standpunt van Dr. Kuyper op dit punt zoomede ter wegneming van alle misverstand nog even onder de aandacht onzer lezers brengen, wat de schrijver van de Standaard onmiddellijk laat volgen op de hierboven geciteerde woorden: „Dit ontkennen wij". Dr. Kuyper dan schrijft:

'' De Overheid is hiertoe noch geroepen, noch bekwaam. Het werk der Zending is nooit aan de Overheid opgedragen. Desnoods zou zij het nog kunnen doen, zoo zij een Staatskerk bezat, maar dan zelfs nog alleen, zoo de Staatskerk haar zekerheid gaf, dat de missie van deze Kerk waarlijk den Christus zou brengen. Bij ons kan hiervan echter ganschelijk nooit sprake wezen, omdat onze Overheid geen Staatskerk bezit, waarover ze beschikken kan. Het bevel: «.Gaat dan henenen onderwijst alle volken, ze doopende, is dan ook aan geen Overheid gegeven. Deze roeping is in den schoot der Kerken neergelegd. Een missie buiten de Kerken is ongezegend. Zelfs al gaat de missie van een "Vereeniging van leeken uit, dan doen deze leeken toch niet anders dan wat der Kerke is, en vullen aan wat aan hun Kerk ontbreekt."

Deze beschouwing achten wij alleszins juist. Dr. Kromsigt zegt nu, met het oog op deze beschouwing en mede in verband met het bevorderen van het Koninkrijk van Christus naar luid van art. 36 der Geloofsbelijdenis dit: Natuurlijk beteekent dit niet het Koninkrijk van Christus bevorderen, zooals Dr. Kuyper het nu verkeerd voorstelt, alsof wij zouden willen, dat de overheid zelf het Evangelie zou verkondigen en de Sacramenten-'bedienen, maar dit beteekent wel, dat de overheid op hare wijze Gods Koninkrijk moet bevorderen o. a. door de kennis van den Bijbel en van de hoofdzaken van den Christelijken godsdienst bij den inlander aan te kweeken op hare scholen.

Dit laatste als juist aannemende, zouden we Dr. Kromsigt willen vragen of de Overheid óók Gods Koninkrijk niet bevordert als zij — wat de antirevolutionairen voorstaan — het Christelijk onderwijs in Indie aanmoedigt door het verleenen van belangrijke subsidies en gelijk Minister de Waal Malefijt deed, de openbare scholen in de Minahassa omzet in bijzondere scholen?

En luidt het antwoord op die vraag bevestigend — wat moeilijk anders kan, dan bevordert de Overheid, dit doende, ook het Koninkrijk van Christus, maar dan in antirevolutionairen geest.

Het verschil ligt 'em hier alleen in de wijze waarop de Overheid de zaak ter hand neemt en zich van hare roeping kwijt. Naar de meening van Dr. Kromsigt moet dit zoo plaats hebben:

De wijze, waarop dit — zoo zegt Dr. Kromsigt — moet geschieden onder eene Mohammedaansche of heidensche bevolking, hetzij door een uur bijbelles onder de schooluren, (waarbij wie wil, de school mag verlaten, zoodat niemand 'gedwongen wordt) en voorts door heel het onderwijs van een christelijken geest te doordringen, hetzij door een uur bijbelles buiten de schooluren en door den onderwijzer óok door middel van Zondagsscholen enz. te laten arbeiden, is natuurlijk een kwestie van geheel ondergeschikt belang. Dat is een kwestie van meer of minder, die ook naar plaatselijke omstandigheden moet beslist worden en waarover gesproken zou kunnen worden.

Welke wijze de antirevolutionairen voorstaan, daarvan zegt inzender echter niets. Alleen verklaart hij, dat Dr. Kuypers houding ten deze fataal is. Volgens Dr. Kromsigt's oordeel zou Dr. Kuyper zelfs de roeping der Overheid afsnijden; eene beschouwing, die na hetgeen wij reeds hierboven neerschreven, in verband met het subsidieeren der.Christelijke scholen en het converteeren der openbare school in de Minahassa niet is vol te houden.

Doch daarover de volgende maal meer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 december 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 december 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's