Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tweeërlei schoolpolittek. II.

Hoe staan de zaken nu in Indie niet betrekking tot de geestelijke ontwikkeling der bevolking en wel met name tot het onderwijs?

Indie staat op den huldigen dag op een keerpunt van beschaving. Zoowel wat zijn geestelijk als maatschappelijk en sociaal leven betreft, vraagt de bevolking naar het betreden van nieuwe banen. Het oude heeft voor Indie afgedaan, allerwege komt de begeerte op, om Indie aan de Westersche begrippen aan te sluiten.

Nog onlangs heeft de Gouverneur Generaal Idenburg bij gelegenheid van zijne reis op Java te Soerabaya in eene magistrale rede op het groote moment gewezen, dat Indie tegenwoordig doormaakt en er voorts de aandacht op gevestigd dat zich voor de koloniën nieuwe toestanden gaan baanbreken, die voor de toekomst van de bevolking van het grootste gewicht zullen zijn.

Ook in de Staten-Generaal bleef, bij de behandeling der Koloniale begrooting deze groote verandering in de denkbeelden niet onopgemerkt, en gelijk wij er reeds bij eene vorige gelegenheid op wezen, maakte die keer in het leven der Indische bevolking het belangrijkste deel van de debatten met de regeering uit. Onze lezers zullen zich herinneren hoe het uitgangspunt der beraadslagingen in de beschouwing van den adviseur der regeeiing, Dr. Snouck Hurgronje, die beweert, dat de aanpassing van Indie met de Westersche beschaving voornamelijk rnoet gezocht worden in de onderwijspolitiek die voor Indie in de naaste toekomst zal zijn te volgen.

Tegenover den eisch van Dr. Snouck Hurgronje „dat de openbare school het instituut zou zijn, dat Indie den weg tot de Westersche beschaving zou openen, stelde Dr. Kuyper de leuze: „de bijzondere school regel en de openbare school aanvulling." Daarbij heeft de Overheid zich dan niet van inmenging te onthouden, gelijk Dr. Kromsigt doet voorkomen het bedoelen van Dr. Kuyper te zijn, neen, integendeel, bij het bereiken van dit doel heeft de Overheid, naar anti-revolutionair beginsel, zelfs haar krachtigen steun te verkenen.

Waarin ligt nu het verschil tusschen de anti-revolutionairen en de partij waartoe Dr. Kromsigt behoort ter zake van de te volgen onderwijs-politiek ?

Onzen lezers zal dit verschil bekend zijn.

Het gaat by deze zaak om de vraag of wij de Christelijke school voorstaan, dan wel de richting uit willen van de kerstening van de openbare school.

Nu wordt de strijd tusschen die beide richtingen sinds jaren ook reeds bij de hier te lande door de Overheid te volgen gedragslijn gestreden. En in dien strijd staan de antirevolutionairen nog altijd op het standpunt dat de bijzondere school regel moet zijn en de openbare school aanvulling. Van antirevolutionaire zijde komt men nog immer op voor de „vrije school' Niet dat voor haar de kerstening van de openbare school geen groote aantrekkelijkheid bezit, maar zij ziet niet in hoe die gedachte in de practijk is uit te werken, ten minste niet op die manier, dat de openbare school ook voor het Gereformeerde volk zal bruikbaar zijn.

De theorie o. a. van de verdeeling der openbare scholen in de groote gemeenten en ten deele ook van die te platten lande onderde verschillende kerkelijke en niet-kerkelijke groepen van ons volk in dier voege, dat elke gezindheid hare eigene scholen zal krijgen, is haar bekend. Doch dat die theorie practisch aannemelijk en uitvoerbaar zou blijken, is nog niet bewezen; evenmin is het nog aangetoond, dat er geen, vrees behoeft te bestaan, dat bij zulk eene verdeeling de Gereformeerden het kind van de rekening zullen worden.

Doch hoe dit alles ook zij, het lijkt ons wel wat kras uitgedrukt, dat als Dr. Kuyper voor den stelregel van Mr. Groen van Prinsterer: „de bijzondere school regel en de openbare school aanvulling" ook voor Indie opkomt en waarbij dus van eenzelfde beginsel wordt uitgegaan als bij de onderwijs-politiek hier te lande, men die bedoeling kwalificeert met de woorden: „Een ernstige dwaling van Dr. Kuyper", gelijk Dr. Kromsigt die woorden schrijft als opschrift boven het ingezonden stuk in De Waarheidsvriend van 22 Dec. 11.

Zulk een opschrift doet toch hieraan denken, dat met bestaande traditiën wordt gebroken en een gansch nieuw beginsel naar voren wordt gebracht.

Dit blijkt nog duidelijker als Dr. Kromsigt in zijn bezwaarschrift deze vraag stelt : „ Mag Dr. Kuyper, mogen wij. Christenen, het voor een Christelijk onderwijzer (hij zij dan inlandsch of Hollandsch) onmogelijk maken op de Indische Gouvernementsschool, zooals het hier voor hem op de openbare school onmogelijk gemaakt is? M. a. w. mag Dr. Kuyper den bijbel en elk getuigenis aangaande den Christus weren van de Indische Gouvernementsschool, omdat hij daar eischt eene volstrekte neutraliteit? "

De aandachtige lezer zal uit deze vraag van Dr. Kromsigt opmerken, dat de grond der zaak waarover de Amsterdamsche predikant het hier heeft, dezelfde is als het beginsel dat hier te lande het openbaar onderwijs beheerscht. Met eene kleine variatie zou Dr. Kromsigt kunnen vragen: Mag Dr. Kuyper den bijbel en ook elk getuigenis aangaande den Christus weren van de Openbare School b.v. te Utrecht, omdat hij daar eischt I I eene volstrekte neutraliteit? Zoo de vraag van Dr. Kromsigt wijzigende, zal een ieder de beteekenis van het bezwaar van den predikant des te beter begrijpen en tevens dit bezwaar binnen de juiste proportion welen terug te brengen, terwijl het gemakkelijker wordt zich zelve rekenschap te geven van den omvang van gelijk Dr. Kromsigt deze noemt: „de ernstige dwaling van Dr. Kuyper."

De antirevolutionairen zien niet hoe 't practisch mogelijk zal zijn, om Indië een Christelijke School te geven.

Het advies dat Dr. de Visser, de afgevaardigde van Leiden dienaangaande in de Kamer gaf en welk advies ook de instemming heeft van Dr. Kromsigt, kwam in 't kort hierop neer: „De Staat der Nederlanden, die de Gouvernementsscholen oprichten onderhoudt, moet op die scholen, als eerste vak zelfs, godsdienstonderwijs laten geven, maar zoo, dat de ouders der schoolkinderen geheel vrij zijn om ze te verbieden bij dit onderwijs tegenwoordig te zijn."

Met betrekking nu tot dit advies schrijft de Standaard van 28 November 11.:

Dat klinkt nu zeker fraai. Het is toch precies hetzelfde wat de Liberalen 'en Modernen ook hier te lande adviseerden. Geen bijzonder onderwijs. Maar één of twee uur in de week de school opengezet voor de catechisatie, die dan door een predikant zou gegeven worden. Jammer genoeg hebben ook enkele ethische predikanten, om vooral te zorgen, dat er in hun dorpen geen Christelijke School kwam, dit stelsel bepleit. Maar gelukkig vond het geen ingang. Bijna ieder voelde, dat dit stelsel tegen de eere van den Christus inging, en de Christelijke School won het pleit.

Zal het dan wellicht beter passen op de Indische toestanden ? Natuurlijk nog veel minder.

Vraag u, om dit helder in te zien, slechts af, wie dat godsdienstonderwijs geven zal ? Hierop kan het antwoord niet zijn: de predikant, want predikanten zijn er slechts in zeer enkele plaatsen ' Dus moet het wel de schoolmeester zijn. En daar nu de Openbare Schoolmeesters in Indië, bijna zonder uitzondering ongeloovig of modern zijn, komt dus Dr. de Visser's advies hierop neer, dat de jeugd  op Java gemoderniseerd zal moeten worden.

Doch er is meer.

Nederland, zegt Dr. de Visser, is een Christelijke Staat. Mits goed opgevat, is dit ook zoo, maar dit helpt u niets inzake het onderwijs. Dan toch staat ge dadelijk voor de vraag: in wat zin Christelijk.? Gereformeerd, Luthersch, Roomsch of Doopsgezind? Zegt ge Gereformeerd, dan jaagt ge de Roomschen tegen u in het harnas en zegt ge Roomsch, dan steekt er een storm in Protestantsche kringen op. Het loopt dus ook hier uit op de secteschool der modernen door Groen van Prinsterer reeds voor veertig jaren zoo naar verdienste gebrandmerkt.

Wij achten deze beschouwing van de Standaard juist.

En ook al mocht de Openbare School een Protestanlsch karakter in Indië kunnen krijgen ; dan weten wij Gereformeerden wel, wat wij voor ons aan zulk een school zouden hebben.

Of Dr. Kuyper en met hem de antirevolutionairen het voor een Christelijk onderwijzer (hij zij dan inlandsch of Hollandsch) zou willen onmogelijk maken op de Indische Gouvernementsschool te dienen ; gelijk Dr. Kromsigt beweert, of wel dat de antirevolutionairen den Bijbel en elk getuigenis aangaande den Christus zouden willen weren, over deze vragen in ruimere beteekenis opgevat, nóg iets in ons slotartikel.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's