Ned. Herv. Jongelingsbond
Rooster van Werkzaamheden.
A. Bijbelbespreking
Gen. 1:20 tot het einde.
Vers 20. Wat God op den tweeden dag gemaakt had, wordt nu tot volkomenheid gebracht. Waarom ?
Vers 21. a. Tot hiertoe geen hooger leven dan het plantenleven, nu maakt God een hooger leven, dat zich in beweging en geluid kan openbaren, het dierlijke leven.
d. Het water visschen voortbrengen. De lucht de vogels. Straks de aaide het gedierte. Merkt ge ook overeenkomst of iets opmerkelijks in 't voortbrengen der wezens?
c. Hoe wordt hier »levende zielen« bedoeld? Lees hierbij Judas v. 19.
d. Wal (Oud-Hollandsch) beteekent groot, 't Oorspronkelijke woord beteekent zeemonster.
Vers 22. a. Zie Gen. 8:17. 6. Alles predikt hier den God des levens van wege de sterke vermenigvuldiging.
c. Verklaar het zegenen van God en vergelijk dit bij het zegenen van menschen.
Vers 23. Naar een vast plan regelt zich bij den Heere alles; telkens dat terugkeerende avond geweest en morgen geweest.
Vers 24. a. Merk op de opklimming in het Scheppingswerk.
è. Verklaar de onderscheiding »vee« en »ander gedierte«.
c. Verdeeling Scheppingswerk in 2 helften. Vergelijk eersten en vierden dag — tweeden en vijfden — derden en zesden dag.
Vers. 25. Alle werken tot heden »goed« maar nog niet »zeer« goed.
Vers 26. a. Laat ons menschen maken. Merk op : 1. Geen bevel aan lucht, water, aarde of iets anders. 2. 't Goddelijk overleggen. Drieeenheid.
3. Geen spreken naar de wijze der koningen in het meervoud.
4. Vergelijk dezen Vrijdag met Goeden Vrijdag. 5. Zie hoofdstuk 6:6 v.
6. Beeld en gelijkenis. Calvijn zegt hierover o.a.: Omtrent deze woorden deelen de uitleggers niet hetzelfde gevoelen. De meesten, bijna allen, stemmen hierin overeen, dat »beeld« ziet op het innerlijke wezen en »gelijkenis« op de bijkomstige zaken«.
Lees KoL 1:15. e. Waar gaf God den mensch het bestuur over, en waarom ? zie Gen. 11:2 Ps. 8:7.
Vers 27. a. Lees hierbij Gen. 5 : 1— 9 : 6— 1 Cor.11 : 7— Ef. 4:24 Matth. 19:4.
d. Wat verstaan wij onder het beeld Gods. Zie verder KoL 3 : 10—1:15— Hebr. 1:3.
Vers 28. a. Zie Gen. 8 : 17— 9: , 2, 7. 6. Weder de God van orde. Heerschappij in dezelfde orde, als waarin hij verschillende gedierten geschapen heeft.
c. Volgens 26 lag die heerschappij in den raad Gods — hier uitgesproken en toegekend. Op dergelijke manier in den raad der verlossing. Verklaar dit nader en zie tevens er bij Ps. 115:16.
Vers 29. a. Lees Gen. 9 : 3. Ps. 104 : 14, v. 6. De Schepper hier onderhouder. e. Hij de getrouwe — ook in 't geven van het werkelijke of geestelijke brood des levens.
d. Zaad en boomvrucht tot spijze. Na den val het vleescheten toegestaan. Gen. 9 : 3.
Vers 30. Het groene kruid het voedsel der overige schepselen — Vrede op aarde — geen moord of doodslag — Wat heeft de zonde veel verdorven! Vergelijk Jes. 11:6 v.v.
Vers 31. a. De laatste hand is aan't Scheppingswerk gelegd, de kroon op de Schepping gezet.
b. »en ziet« :zie Deut. 32 : 4 Marc. 7 :37.
c. »het was zeer goed«. Niets te veel — ofte weinig, alles wel geordend, alles is er.
d. het herscheppingswerk — zal het ook voleindigen en 't zal ook zeer goed zijn.
e. Tien malen: God zeide en zevenmaal »God zag« tien het getal der volkomenheid, zeven des verbonds.
/. Weerlegging van wat in tegenspraak met dit Godswoord over de schepping gezegd is, zullen we niet geven. Wij moeten ons maar tevreden stellen met wat Cuvier, de voorstander van het ontstaan der versteeningen schrijft: Mozes, die, opgevoed in al de wetenschappen zijnen tijd verre vooruit was, heeft ons van de wording der wereld eene beschrijving nagelaten, welker nauwkeurigheid dagelijks op eene bewonderenswaardige wijze wordt gestaafd. De nieuwste waarnemingen der geologie komen volmaakt met Genesis overeen, wat betreft de orde, waarin achtereenvolgens de bewerktuigde wezens geschapen zijn.« Dien mannen der zoogenaamde wetenschap zouden" wij de vraag des Heeren aan Job willen doen hooren (Job 38:4) en indien zij vraagden, van waar Mozes het dan wist, wijzen op Gen. 18:17.
B. Vraagbespreking.
Voor hen die er nog geen vragenbus op na houden, wederom een paar vragen.
a. In Zacharia 2:5 wordt beloofd: En Ik zal haar wezen ... enz. tot van haar.«
Waarin bestaat die vurige muur voor het Sion Gods? Is die muur duidelijk voor Gods kinderen zichtbaar? Moet ik ook denken aan hetgeen Mozes zag toen God hem verscheen in den braambosch die brandde en niet verteerde ?
b. Hoeveel Apostelen zijn er geweest, twaalf of dertien? (In plaats van Judas kwam Mattheus. Later nog Paulus erbij, alzoo dertien? )
c. Spreken Exodus 12:9 en Deut. 16:7 elkaar niet tegen? Zoo niet, hoe zijn beide teksten met elkander te vereffenen ?
C. Vaderlandsche Geschiedenis.
Lees eenige keeren les 2 uit ons handboek en maak onder 't lezen uw punten. Daarna zonder boek uit werken.
B. te H.
Jaarvergadering.
De Chr. Jongel. Vereeniging »Tot onderling nut en genoegen* te Delfshaven zal op Zaterdagavond 27 Jan. a.s. ten 7 ure in het wijklokaal a. d. Lieve Verschuierstraat 21a haar jaarfeest vieren.
Alle zustervereenigingen uit den omtrek worden bij deze vriendelijk UITGENOODIGD afgevaardigden te zenden om dan in ons midden tegenwoordig te zijn.
HET BESTUUR.
Jaarboekjes.
De jaarboekjes van het Ned. Jongelingsverbond en van den Bond van Jongelingsvereenigingen op geref. grondslag zijn verschenen. Het blijkt dat het Ned. Jongelingsverbond 11762 leden telt en de Bond van geref. Jongel. ver. 12209. Alle Jongel. vereenigingen samen (ook die bij andere bonden zijn aangesloten of bij geen enkel verbond behooren) tellen ruim 28000 leden.
Lezing.
VEENENDAAL. 4 Jan. j.l. trad voor onze Jongel. Vereeniging »Pred. 12: 1a« op, Ds. S. van Dorp van Bodegraven, met het onderwerp »de Eenzaamheid.« Spr. zei, dat het zoeken van de eenzaamheid noodig was om gesterkt en voorbereid te worden voor den arbeid. Voorbeelden zijn: Izaak, Jacob, Paulus, ja, zelfs Jezus, Gods Zoon. Vervolgens werd ons gewezen op het gevaar van de eenzaamheid, daar het oog en het oor wel gesloten kan worden, maar het zondige hart werkt door. Op het noodzakelijke van het gebed in de eenzaamheid, en over de wijze waarop de eenzaamheid te zoeken is werd ten slotte nog gesproken.
Onze geachte voorzitter Ds. de Bruin was zeker de tolk van al de hoorders, die vrij goed waren opgekomen, toen hij den Spreker hartelijk bedankte voor de goede woorden die gesproken waren.
Ds. van Dorp sloot onze verg. met dankzegging.
F. Bos, Secr.
OUDERKERK A. D. IJSEL. Den 10den Januari mocht onze Jongel. Vereeniging »Timotheus« hare eerste openbare vergadering houden, met het doel om ook dè oudere ingezetenen onzer Gemeente met ons vereenigingsleven bekend te maken.
Onze eere-voorzitter Ds. B. Batelaan had voor dien avond de leiding op zich genomen. Z.Eerw. sprak een kort inleidend woord, en vergeleek het leven eens jongelings bij een bergbeklimmer. Achtereenvolgens leverde vriend D. Brouwer (voorz.) een opstel over Timotheus, vr. A. Baas deelde het een en ander mede over de Zending op Celebes, en ten slotte leverde vr. Joh. Schinkel een opstel over »het recht«. Tusschen deze onderwerpen in, werden er eenige voordrachten gehouden. Ook van de gelegenheid, om te debatteeren, werd goed gebruik gemaakt. Dat de vereeniging de sympathie geniet van de Ouderkerkers blijkt wel hieruit, dat ze nu 71 begunstigers telt en dat aan onzen oproep velen gehoor hadden gegeven.
Ook voor de Ger. Herv. Zending werd een collecte gehouden die f7, 40 opbracht. Mogen vele vereenigingen ons voorbeeld volgen, om ook ouderen met haar vereenigingswerk bekend te maken.
ALB. BAAS, Vice-Voorzitter.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 1912
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 1912
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's